vrijdag 12 december 2008

Poznan: nog minder dan verwacht?

De laatste dag van de onderhandelingen start met nogal wat punten van niet overeenstemming waar de aanwezige ministers knopen zullen moet doorhakken, wil men vermijden dat Poznan de top van de werkagenda's wordt, terwijl de wereld vergaat.

Er is geen akkoord in verband met het in werking stellen van het voor ontwikkelingslanden levensnoodzakelijke adaptatiefonds, geen akkoord over het spijzen van dit fonds met meer dan de reeds bestaande 2% heffingen op de CDM-emisiehandelskredieten, geen afspraak over het al dan niet opnemen van koolstofopslag in de CDM en gisteren was al duidelijk dat REDD (de boscompensties) geen akkoord zou opleveren.

Met die wetenschap in het achterhoofd had de Belgische ngo-delegatie een ontmoeting met Minister Magnette die België op deze top vertegenwoordigt.
Hij gaf ons de zekerheid dat hij alles wil doen om het Adaptatiefonds begin 2009 operationeel te maken en dat hij zou pleiten voor het redden van REDD.
Hij is geen voorstander van opname van de koolstofopslag en kernenergie in het CDM.
Anderzijds verdedigde hij het wellicht vandaag te beslissen Europees akkoord, ook al brachten wij aan dat er te weinig interne uitstootreductie aan vast aanhangt en dat de doelstellingen voor een steeds groter deel worden gerealiseerd met CDM-kredieten.

Het pleidooi voor het Adaptatiefonds en de boscompensaties was uitdrukkelijk aanwezig in zijn toespraak net voor de middag in de rij van meer dan 200 speeches.

Bij het doorsturen van dit bericht is er wellicht een akkoord rond het in werking stellen van het Adaptatiefonds en wordt een forcing gevoerd op initiatief van Groot-Brittanië rond REDD. Meer nieuws vannacht of morgen..
Wij hopen uit de grond van ons hart dat Poznan meer is dan de top van de werkagenda's voor 2009, terwijl we beseffen dat het nu al 5 na twaalf is voor de slachtoffers van de klimaatverandering.

Ander nieuws op weg naar Kopenhagen:een 30-tal organisaties van de civlele maatschappij uit Afrika hebben zich in een netwerk gegroepeerd om de komende klimaatconferenties op te volgen.
Ook had ik vandaag een uitgebreid contact met de vertegenwoordiger van IESR, partner van 11.11.11 in Indonesië,
die samen met ons voorstander zijn om de ontwikkelingsorganisaties in Kopenhagen op de kaart te zetten

Jean-Pierre De Leener

Poznan: EU stelt teleur

Ook de boscompesatieregeling (REDD) en adaptatiefonds niet rond in Poznan

Vandaag 11 december start het ministeriële gedeelte met de openingstoespraak van de secretaris-generaal van de VN Bang Ki-Moon. Op deze zelfde dag spreekt de Europese Top zich uit over welke richting de EU zal aannemen in het klimaatdossier.
We haddden geen overdreven verwachtingen van de top in Poznan, maar wat we tot op heden hebben gezien is op zijn minst teleurstellend te noemen om niet te zeggen onverantwoord. Dat we geen verregaande toezeggingen gingen krijgen op het vlak van inspanningen in verband met eigen interne maatregelen in de Noordelijke landen was te verwachten ,gezien het feit dat de VS niet echt aanwezig is in het debat. Dat in de huidige onderhandelingsteksten ook nog de tijdspanne verlegt waarbinnen de inspanningen zouden moeten geleverd worden is toch wel ongelooflijk.
Het Ippc-panel (de wetenschappers binnen de Unfccc) zeggen dat in 2015 de knik moet gemaakt worden op de grafiek van stijgende emissies, aldus prof Jean-Pascal Van Ypersele .De tekst van vandaag vermeldt dat de knik pas binnen 10 à 15 jaar moet gemaakt worden.

En in de praktijk zal dit wellicht nog veel later gebeuren als gevolgd wordt wat nu door het Franse voorzitterschap van de EU op de top zal worden voorgesteld.
In verband met de emissiebeperking gaat het voorstel van het realiseren ervan gepaard met tot 60% via flexibele mechanismeno al minder
In verband met de veiling van emissierechten verlagen in alle sectoren de percentages die zullen geveild worden en tegelijk worden ook de jaren waarin deze percentages moeten bereikt worden vooruitgeschoven.
In het kader van de verantwoordelijkheden die de Noordelijke landen en dus ook de EU hebben inzake de financiering van adaptatie en technologietransfer voor een low-carbon economie in het Zuiden, is er ook geen goed nieuws. De nieuwe tekst voor de Europese top
zegt dat de opbrengst van de emissierechtenverkoop -die sowieso al minder zal opbrengen omdat er minder zal geveild worden – naast vooral de eigen interne maatregelen voor emissiebeperking ook wel deels kan gebruikt worden voor programma’s in ontwikkelende landen. Als bovendien een gegronde vrees aanwezig is dat in de low carbon maatregelen ook
kernenergie en de koolstofopslag van steenkoolcentrales kan opgenomen worden en misschien zelfs ook in de komende CDM-herziening, dan is er weinig positiefs te vertellen over de recente EU-positie.

De verwachting dat de discussie rond de boscompensaties (REDD) een positieve noot ging kunnen brengen in de onderhandelingen werd de grond ingeboord. Er is weliswaar een werkagenda voor 2009. Maar in de huidige onderhandelingstekst verdwenen de rechten van de inheemse volkeren door toedoen van Nieuw-Zeeland,de VS, Canada en Australië. Evenmin werd vooruitgang geboekt in de wijze waarop de financiering moet of kan geregeld worden.We verwachten niet dat de Ministers hier de knoop zullen moeten doorhakken.

Wat het adaptatiefonds betreft evenmin positieve signalen. De ontwikkelingslanden willen zekerheid dat ze op het fonds beroep kunnen doen , dat ze dit snel kunnen doen en zonder dat ze een hoge cofinciering moeten voorzien.
Als vandaag hier geen doorbraak komt, moeten de Ministers klaarheid brengen, zoniet zal de Poznan-top in het geheugen gegrifd worden als zijnde een tussenstop, maar een grote onverantwoorde omweg naar Kopenhagen.

Met deze boodschap heeft een Belgische NGO-delegatie bestaande uit Bram Claeys (BBL),Nick Meynen (VODO),Jan Vandeputte (Greenpeace, België),Brigitte Gloire (Oxfamsol),vertegenwoordigers van de Belgische Jeugdraad en Jean-Pierre De Leener(11.11.11) een ontmoeting gehad met minister Huyttebroeck (ECOLO-Leefmilieu Brussels Gewest), die vandaag ons land vertegenwoordigt in een informele meeting ter gelegenheid van deze COP 14.

Morgenvroeg volgt een ontmoeting met Minister voor klimaat en energie Magnette(PS)

Niettegenstaande het aartsmoeilijk is om de interntionale politiek te bewegen tot verantwoordelijk gedrag zijn er ook zeer positieve geluiden te melden vanuit de civiele maatschappij.
De machtige Amerikaanse staalvakbond riep gisteren de VS-regering om te streven naar een echt klimaatakkoord. De milieubeweging is in alle fora begaan met het lot van de gewone mens in de ontwikkelende landen en ik denk dat de ijsbeer als beeld voor wat fout loopt door de klimaatsverandering plaats ruimt voor de mens .Of zoals Oxfam International het gisteren verwoordde : “Nietsdoen in het klimaatdossier is een aanslag op de mensenrechten.”

Jean-Pierre De Leener

woensdag 10 december 2008

Poznan: Ideeën voor andere CDM’s en boscompensatie

Mijn 2e dag in Poznan begint met een stralende zon die voorbode zou kunnen zijn van een begin van akkoord in de tweede onderhandelingsweek. Vorige week ging alles traag maar zeker vooruit. Nu blijkt alles vast te zitten. Ons vermoeden dat Poznan eerder mager zal uitvallen wordt bevestigd.

De VS onderhandelt met de oude Bush–administratie. Japan deelt mee dat ze pas eind maart 2009 hun doelstellingen in verband met mitigatie willen duidelijk maken . De G77 is anderzijds een heterogene groep waarin zowel China en Brazilië zitten als de meeste ontwikkelingslanden. Het is duidelijk dat van China en Brazilië andere dingen zullen worden gevraagd dan van de minst ontwikkelende landen.
De weg naar Kopenhagen zal in 2009 moeten geplaveid worden...

Van een aantal Amerikaanse congresleden en senatoren kregen we te horen dat wanneer Obama in de steigers klimt ook verschillende nieuwe mensen binnen de administratie moeten worden benoemd, dat nieuwe wetgeving binnen de VS ivm de klimaatsverandering wellicht pas na Kopenhagen kan worden verwacht omwille van de bestaande procedures, maar dat de Democraten in elk geval zullen meewerken aan een klimaatakkoord in Kopenhagen en klaar zullen staan om het daar bereikte akkoord om te zetten in wetgeving.

China gaf op een door haar georganiseerd seminarie aan dat ze zich zelf als groeiend industrieland beperkingen heeft opgelegd in het kader van emissies, maar dat gezien zij in de uitstoot per hoofd bij de 3 ton CO2 per inwoner zit nooit dezelfde inspanningen kan en wil doen als bijv. de VS met 20 ton en de EU met 13 ton. Als de internationale gemeenschap wil dat China verder gaat, moeten zij voorzien in technologietransfer en de nodige centen hiervoor.

Japan verdedigt het idee van sectorgebonden klimaatakkoorden. Dit betekent dat er per sector (vb:de elektriciteitssector, de staalindustrie, de cementindustrie,de alumimiumbedrijven,...) een akkoord wordt gesloten waarbij voor elk land de best beschikbare techniek wordt afgesproken en de daarbij horende doelstellingen voor emissiereductie.
Een idee dat volgens ons kan zorgen voor het vermijden van delocalisatie van bedrijven naar landen waar bijv. minder of geen emissiebeperkingen gelden. Binnen deze sectorakkoorden zou de financiële ruimte moeten ontstaan waar binnen ook de technologietransfer kan geregeld worden.
Hier zou ook kunnen gedacht worden aan sector-CDM’s in de plaats van de huidige projectgebonden CDM’s van vandaag die slechts zeer beperkt bijdragen aan emissiebeperking en al helemaal niet bijdragen aan ontwikkeling in de landen waar ze opgezet zijn.
Samen met programmatorische CDM’s , gebaseerd op nationale of regionale plannen om de bevolking in arme landen te voorzien van elektriciteit door kleine productie-eenheden gebaseerd op hernieuwbare energie, zouden zij ter vervanging kunne komen van de huidige CDM’s.

Met de focus op de discussie rond REDD (het programma rond bosbehoud en compensaties hiervoor) hadden we in de namiddag vooral contacten met vertegenwoordigers van de inheemse volkeren uit Kameroen en Congo, waarbij in de groep van deze laatsten ook partners van 11.11.11 te vinden waren. Naar aanleiding van de discussie hierover stellen zij in een gezamenlijke verklaring, die dateert van eind november 2008 en getekend werd in Kinshasa, dat de bos-en compensatiediscussie niet boven de hoofden van de 1,2 miljard mensen mag gebeuren die van en in het bos leven. Met de huidige definitie van de VN is dit niet gegarandeerd.
De Ecuadoriaanse minister voor Leefmilieu stelde haar “Socio Bosque”- project voor. Individuele boseigenaars of lokale gemeenschappen kunnen op vrijwillige basis met de regering een contract sluiten voor 20 jaar. In dit contract gaan zij akkoord om gedurende die tijdspanne het bos te bewaren. In ruil hiervoor krijgen zij een jaarlijks bedrag van 30 dollar per ha gedurende deze 20 jaar. Lokale gemeenschappen gebruiken dit geld voor investering in gemeenschappelijke sociale voorzieningen. Voorrang gaat naar de armste bevolkingsgroepen. Financiering gebeurt uit een fonds dat gespijsd wordt door diverse donoren. De kans dat dergelijk initiatief kan overgenomen worden door bijv. REDD is wellicht onbestaande.
Zoals de vertegenwoordigster van het Ecuadoriaanse Accion Ecologica, partner van 11.11.11 en bekend van de Yasuni-campagne, aanbracht: “Het is een goed project in het kader van armoedebestrijding maar helemaal geen garantie dat elders in Ecuador geen bossen worden gekapt voor ontginning. De kans dat ze in aanmerking komen voor internationale boscompensatiegelden is bijna onbestaande. Het is dan ook niet ondenkbaar dat als de financiering niet gegarandeerd is de overheid haar 20-jarige engagementen niet zal kunnen waarmaken.”

Waar hier op de conferentie vanuit de NGO-wereld wel eensgezindheid groeit is dat de boscompensaties best wegblijven uit de emissiehandel en eerder terecht moeten komen in een fonds, dat compensatie toebedeeld op basis van criteria die rekening houden met de inheemse volkeren.

Jean-Pierre De Leener

dinsdag 9 december 2008

VN-onderhandelingen in Poznan: de weg naar Kopenhagen

UNFCCC logo
Tussen 1 en 12 december zitten in Poznan (Polen) delegaties van bijna 200 landen samen op de internationale klimaatconferentie om uit te werken wat in december van vorig jaar op de conferentie van Bali (COP 13, COP=Conferences of the Parties) werd beslist. Een tussenstop in de weg naar Kopenhagen waar in december 2009 de definitieve akkoorden moeten worden beslecht voor de post-Kyoto periode of eenvoudiger gezegd de periode na 2012.

Een belangrijke tussenstop omdat de onderhandelingen gaan over financiering van de adaptatie, opname van de bossen en compensaties voor het behoud ervan, technologietransfer naar de ontwikkelingslanden...
Allemaal dingen die enorm belangrijk zijn voor ontwikkelende landen, maar tegelijk ook steeds meer geld vergen...

Het klimaatpanel van de Verenigde Naties publiceerde in november 2008 een nieuw verslag over de noodzakelijke financiering met berekening van wat nodig was voor aanpassing aan de bestaande stijging van de temperatuur en wat bijkomend nodig is om de opwarming tegen te gaan.
Voor adaptatie in ontwikkelingslanden berekende UNDP dat het hier gaat om 86 miljard US$ per jaar. Het adaptatiefonds dat sedert 2001 in de steigers staat en gevoed moet worden door een heffing op de CDM-rechten (=CO2-emissierechten) moet in Poznan zijn beslag krijgen, wil men een beetje geloofwaardig overkomen.
De bijkomende middelen die nodig zijn voor de strijd tegen de opwarming worden berekend op 200 miljard US$ per jaar waarvan 64 te besteden in ontwikkelende landen.
Mooie berekeningen , noodzakelijke berekeningen ook, maar berekeningen die nutteloos zullen blijken als de rijke noordelijke landen geen grotere inspanningen zullen doen dan vandaag om hun uitstoot te beperken.
De grootste solidariteit van Noord met Zuid is immers de beperking van eigen emissies, die vooral afkomstig zijn verbranding van fossiele energie in de productie van elektriciteit,de industrie, het transport over de weg,zee en lucht, voor verwarming...

Wanneer ik halfweg de conferentie toekom in het grijze druilerige Poznan, is men aan een rustdag toe ter gelegenheid van het islamtische offerfeest. Er zijn geen officiële vergaderingen maar wel een massa side-events .

De eerste persconferentie drukt on met de neus op de feiten. Het is er één van het Internationaal Energie Agentschap dat erop wijst dat de CO2 uitstoot tussen 1990 en 2006 gestegen is met 33% en dat als we gewoon voortdoen zoals vandaag deze nog eens zal stijgen met 45% tegen 2030 met als gevolg een stijging van 6°C en alle dramatische gevolgen vandien.
Zij pleiten voor een onmiddellijke koerswijziging richting beperking van het verbruik, omschakeling naar hernieuwbare energie maar ook richting kernenergie en opslag van de CO2-uitstoot van het groeiende aantal steenkoolcentrales over heel de wereld.
Een belangrijke boodschap met van onze kant volgende bedenking.Je kan toch onmogelijk de risico’s van kernenergie, die we zelf niet willen, gaan exporteren naar ontwikkelingslanden.
De opslag van CO2 afkomstig van steeds meer steenkoolcentrales blijft omstreden en is nog in onderzoeksfase. Daar kan je toch geen regelgeving op bouwen.
Maar dit betekent dat om hetzelfde te bereiken zonder kernenergie en koolstofopslag, je nog verder moet gaan in de vermindering van het fossiele energieverbruik.

De volgende persconferentie (elk halfuur kan je er hier wel één volgen) is er één van CAN (Climate Action Network) die milieuverenigingen groepeert samen met Greenpeace,WWF en Oxfam International. Hun boodschap luidt als volgt:
"De ontwikkelingslanden zijn boos maar vooral teleurgesteld over de eerste week onderhandelingen.Terwijl China, Mexico en Zuid-Afrika bereid zijn om interne maatregelen te nemen om de opwarming tegen te gaan blijven de noordelijke landen , die hun uitstoot zouden moeten verminderen met 25 à 40%, vasthouden aan biobrandstoffen en handel in emissierechten om hun verplichtingen te voldoen. Europa beperkt zich wellicht tot -20 % met heel veel CDM-rechten, aldus CAN. Bovendien blijft het adaptatiefonds een lege doos. Een doos die zou kunnen gevuld worden met de veiling van gratis toegewezen emissierechten, zoals het Europees Parlement schoorvoetend aanbracht."

Van Italië en Polen was het al duidelijk dat ze op de rem gingen staan. Nu ook Duitsland, om haar auto-industrie een plezier te doen, op de rem gaat staan, zal Europa (we kijken uit naar de Europese top eind deze week) spijtig genoeg opteren voor de minste inspanning.
CAN riep dan ook prompt op tot een betoging in Warschau, waar Angela Merkel een ontmoeting heeft met haar Poolse collega, om druk op de ketel te zetten en te houden.

Ik heb de indruk dat men –om de discussie over de vermindering van de eigen uitstoot niet te moeten voeren- vanuit het Noorden wil inzetten op het in werking stellen van het adaptatiefonds, het behoud van bossen (REDD-programma) en een werkagenda voor 2009 met conclusie in Kopenhagen. Obama komt immers maar in de presidentstoel op 20 januari 2009. Er wordt heel wat van verwacht, maar tot zolang wil de EU en zeker Japan zich niet te ver wagen.

Jean-Pierre De Leener

Links:

maandag 1 december 2008

FFD Doha, een warboel en dan... Pats! Toch een akkoord

Maandagavond 1 december

Er is een akkoord bereikt in Doha. De wegen van de VN zijn (af en toe een beetje) ondoorgrondelijk. Ook het diplomatencircuit kan blijkbaar niet leven zonder een portie drama.

Toen we om 8 uur maandagochtend in het conferentiecentrum aankwamen liepen daar nog wat diplomaten rond na een lange nacht onderhandelen. Moe maar tevreden zo leek het. De lange lijst knelpunten was in de late uren grotendeels weggepalaverd. In de nieuwe tekst bleef nog betwisting rond de rol van de VN in de discussie rond de financiële crisis, en over de procedure en structuur van de opvolging van de conferentie (een eventuele nieuwe opvolgingsconferentie in 2013 inbegrepen). Die punten werden rechtstreeks doorgeschoven naar het ‘politiek niveau’, een ministervergadering die om drie uur in de namiddag zou plaatsvinden.

Al bij al leek een zachte landing nabij.

Toen liep het nog even heel erg mis. De nieuwe tekst kwam blijkbaar van de facilitatoren voor de conferentie (de Egyptische en de Noorse ambassadeur) en niet van de voorzitter van de Algemene Vergadering. Die laatste was daar niet mee gediend, en liet de tekst terug intrekken (er stonden ook wel nieuwe dingen in, en de paragrafen waren allemaal van nummer veranderd). De boodschapper van de voorzitter van de Algemene Vergadering hield op de vergadering van drie uur de ministers nodeloos aan de praat, zonder in te gaan op de inhoud van de tekst. Daarna verdween hij naar een afspraak met de emir van Qatar. Dat was dan weer helemaal niet naar de zin van de ministers en van de meeste (vooral westerse) delegaties. In de vergadering zaten enkele goede bekenden: Louis Michel (eurocommissaris ontwikkelingssamenwerking), Koenders (Nederlands minister van ontwikkelingssamenwerking), en Zuid-Afrikaans minister Trevor Manuel. Tot laat in de namiddag was de chaos zowat compleet. De Europese delegaties waren ineens erg pessimistisch over de uitkomst.. Ze vreesden dat de voorzitter van de Algemene Vergadering, de Nicaraguaan D’escoto, zou aansturen op een stemming over een voor de VS onaanvaardbare tekst. Het was stilaan ook niet meer heel duidelijk wie welke problemen had met welke tekst.

D’escoto was kop van jut. De man ligt duidelijk niet goed bij de VS en vice versa. Ook de Europeanen dragen hem niet op handen. Zo hebben ze liever geen grote VN initiatieven meer onder zijn voorzitterschap, en dat duurt nog tot in september. Aan de andere kant heeft de Groep van 77 liever dat de VN belangrijke dingen op gang trekt of afhandelt voor het voorzitterschap van de G77 overgaat naar Soedan, een land dat binnen de eigen groep niet bepaald geliefd is. Ik wil maar zeggen, het is ingewikkeld ...

Om 18:30 uur begon men dan, een beetje met de dood in het hart, aan een nieuwe vergadering op ministerniveau. Twee uur later waren de hindernissen van de baan, en was de Doha conferentie gered. Of toch zo goed als...
Het blijft een beetje zoals de laatste rit in de ronde van Frankrijk . In 99% van de gevallen verandert er niets meer aan het eindresultaat, maar de bloemen worden pas aan de eindstreep uitgedeeld. Volgens insiders mogen we hier in Doha een kaarsje branden voor Koenders en Trevor Manuel die op cruciale momenten de zaak wisten te deblokkeren.

Wat moeten we denken van het bereikte akkoord?
Dat is een goede en niet zo makkelijk te beantwoorden vraag. De tekst is zeker niet sterk. Het is een verwaterde versie van het eerste voorstel dat in juli 2008 werd voorgelegd. Zelfs vergeleken met het Europese standpunt dat op 11 november werd vrijgegeven is dit geen vooruitgang. Belastingparadijzen komen niet aan bod, de band met het werk rond de klimaatverandering is maar losjes. Alle formuleringen die suggereerden dat er een grondige hervorming van het gangbare beleid nodig was werden weggezuiverd. Kritiek op of de vraag naar structuren werd consequent omgezet in een vraag naar andere ‘processen’. Een buitenstaander merkt het nauwelijks, maar in dit kader zijn dat grote sprongen.

Ook vanuit onze eigen 11.11.11-onderwerpen blijven we grotendeels op onze honger zitten. Het officiële document spreekt wel over innoverende financiering maar helemaal niet over de tobintax. Een echte kritiek op het falende beleid van de heersende instellingen zal je niet in het document vinden. En belangrijke beslissingen over de opvolging van de conferentie worden blijkbaar verschoven naar de 'post-Bush periode'.

Als je wat door de slappe formuleringen heen kan kijken zijn er ook pluspunten. Volgens de experts hier komt het thema gender vrij goed aan bod. In het hoofdstuk over belastingen zit toch een vraag naar versterking van het VN Tax Comitee. Het is een heel zwakke vraag, maar alleen al de vermelding van het Tax Comitee is ook volgens de mensen van het Tax Justice Network eigenlijk al een kleine overwinning. Er komt wel geen VN-top over de nieuwe financiële architectuur, maar de VN mag wel een ‘conferentie op het hoogste niveau bijeenroepen over de economische en financiële crisis, en de impact daarvan op ontwikkelingslanden’. Dat betekent dat de VN toch een stuk(je) mandaat krijgt om op hoog niveau rond de financiële crisis te werken. En zo zijn er nog wel lichtpuntjes.

Een gedetailleerde beoordeling maak ik één van de volgende dagen, als de rook wat van het slagveld is weggetrokken, en we de winst-en verliespunten wat nauwkeuriger kunnen afwegen.

Maar heel ruw samengevat zou ik zeggen: een verwaterde tekst. Doorsnee VN-spul met behoud van het Monterrey kader, enkele nieuwe thema’s en enkele positieve punten. Gemengde gevoelens dus.
Een ding is wel zeker, dit pakket weegt niet op tegen de problemen en uitdagingen die zich nu en in de komende jaren aandienen. Daarvoor zal men (en het wordt hoog tijd om daar eens goed over na te denken) uit een ander vaatje moeten tappen.

En... als ik overmorgen een een flinke pint Belgisch bier door mijn keelgat giet , zal ik er stiekem toch wel van genieten dat de Belgische overheid zich officieel en in het publiek gunstig heeft uitgelaten over innoverende financiering en daarbij de belasting op munttransacties heeft vermeld. Het is een primeur.

Rudy De Meyer

zondag 30 november 2008

"Waarde commissie, waarde voorzitter..." - NGO's schrijven een brief'

Heel wat NGO's en sociale organisaties lopen hier al een week heel bedrijvig rond. Informatievergaderingen, strategisch overleg, persberichten, deelname aan ronde tafels, gesprekken met officiële delegaties van de verschillende kampen. Sommige mensen beginnen er ook wat afgepeigerd uit te zien.

Toch werd vandaag nog snel en alert gereageerd op kwalijke ontwikkelingen in de onderhandelingsgroep.

Er werd in de pershal actie gevoerd met een stembus. Men liet de 192 leden van de VN, de ‘G192’, de keuze tussen het accepteren van het veto van de Bush-administratie en een stem voor ‘people centered development’.

Het was ook tijd om de EU rechtstreeks aan te porren. Een NGO-brief aan de Europese ministers (live overhandigd aan de vertegenwoordigers van de commissie en het Frans voorzitterschap) vroeg de EU om echt op te komen voor de eindtekst en niet toe te geven aan de druk van de Verenigde Staten

We vroegen de EU ook om zelf een verklaring op te stellen waarin belangrijke punten die uit de eindtekst zijn gevallen opnieuw worden opgepikt. Zoals het belang van de strijd tegen belastingparadijzen bijvoorbeeld.

Doha is meteen een beetje minder saai.

Rudy De Meyer

FFD Doha: een schijnhuwelijk tussen de EU en de derde wereldgroep?

Zondagavond 30 november

Midden in dit soort VN- conferenties valt er altijd wel een crisismoment . Het is deze keer niet anders. Het verhaal gaat als volgt:

Zaterdagavond liep het gerucht dat de EU een geste zou doen, en de hele ontwerptekst zonder verdere plastische chirurgie zou aanvaarden. Op zich een mooi gebaar. Dat de Unie zich daarmee ook strategisch leuk positioneerde was meegenomen. Er was immers veel kans dat de VS en de andere iets hardere landen zoals Japan, wél nog aan een aantal paragrafen zouden willen sleutelen. De EU kon dan rustig laten betijen, en de hardlijners de kastanjes uit het vuur laten halen.

Deze ochtend liep de zaak in het honderd. Op de vergadering van de onderhandelingsgroep legde de EU haar kaarten op tafel: Tekst zoals hij is, te nemen of te laten.

De G77 (ontwikkelingslanden) met China gingen aarzelend in op het aanbod. Het was hun woordvoerder, de ambassadeur van Antigua aan te zien dat hij zijn troepen niet moeiteloos over de streep had getrokken. Was er dan toch een snel akkoord in de maak? Zouden ook de andere spelers toehappen?

De vertegenwoordiger van Canada begon als eerste aan de poten van de stoel te zagen: zij zou zich soepel opstellen en zich beperken tot enkele kleine opmerkingen. Zwitserland, Japan en Rusland legden daar elk nog een paar lagen bovenop. En de VS maakten de zaak af met een waslijst van te herbekijken paragrafen. In hun amendementen zat erg veel buskruit: geen grondige hervorming van het handelssysteem , geen negatieve woorden over de WTO, geen grondige aanpak van het financieel systeem, geen concrete uitspraken over de klimaatverandering, geen opvolgingsconferentie, en ga zo maar door...

Wat zou de EU doen? Woedend reageren op de politiek onwil? Vasthouden aan het akkoord dat ze intussen van de G77 hadden gekregen?

De Unie haalde zonder veel tegenspartelen bakzeil. Het akkoord was van de baan, en men zou de nieuwe voorstellen ‘bestuderen’. De G77 stelde dat zij, als het moest, ook een waslijst amendementen op tafel kon leggen en vroeg een beetje vertwijfeld of het hele gedoe nu terug van voor af aan moest beginnen. Delegaties pleegden snel overleg, en drumden dan samen rond de voorzitter van de onderhandelingsgroep. Die besloot de vergadering op te schorten, met de opdracht om met minimale veranderingen aan de tekst toch een akkoord mogelijk te maken. Dat moest dan via overleg binnen en tussen de groepen.

Het streefdoel om rond zes uur 's namiddags het resultaat gezamenlijk te bekijken werd niet gehaald. En ook de om 21 uur geplande avondvergadering ging niet door.

In de coulissen kon je opvangen dat een aantal G77 landen zich door de Europese Unie belazerd voelen. De ommezwaai van de Unie van algemeen akkoord, naar ‘we zullen de nieuwe voorstellen bekijken’ kwam er wat te snel en te gemakkelijk. Iemand sprak nogal dramatisch over ‘verraad’, en zei dat dit ook wel eens gevolgen kon hebben voor de klimaatonderhandelingen die deze week in Polen plaatshebben.

Het zal wel niet zo’n vaart lopen, denk ik. Hoe diep dit allemaal gaat is moeilijk in te schatten. Is de ergernis van de G77 echt, of is men alleen maar ‘strategisch’ kwaad? De grens tussen gespeelde kwaadheid en echte ruzie is vaak flinterdun.

Morgen om 10 uur zullen we weten of de brokken zijn gelijmd.

Rudy De Meyer

België spreekt !!!

Zondag 30 november

Ergens tussen 13 en 14 uur vanmiddag, als nummer 26 in de rij, gaf DGOS-directeur Peter Moors (het VN protocol kwam nog even vragen of het niet minister Michel was) de Belgische speech . Qua publiek moet je je daar niet al te veel bij voorstellen: in de grote conferentiezaal zaten vooral de Belgische delegatie, en een aantal vertegenwoordigers die nét na of nét voor België aan het woord kwamen. Dat is op zich niet zo belangrijk. De teksten van de toespraken worden ook rondgedeeld, en in het documentatiepakket van de conferentie opgenomen.

De tussenkomst van Moors zal de loop van de geschiedenis niet grondig veranderen. Met een beetje afstand bekeken en in de normale wereld is dit geen sterke tekst. Maar binnen dit VN-kader, en in vergelijking met de interventies van andere landen viel België deze keer toch niet uit de toon. Er werden op zijn minst enkele belangrijke onderwerpen aangeraakt die hier tot nu weinig aandacht hadden gekregen. Ook al zijn ze vanuit de Belgische buitenlandse politiek van de laatste jaren niet echt nieuw: nadruk op Afrika, en vooral dan nog op de armere en fragiele landen; nadruk op gender en de empowerment van vrouwen; aandacht voor andere vormen van ongelijkheid, tussen en binnen landen; een oproep voor een beter gebruik van de exploitatie van natuurlijke rijkdommen ( al lag er wat eenzijdige nadruk op efficiëntie en goed bestuur binnen de landen); een waarschuwing tegen opbouw van nieuwe schulden en een nieuw schuldenprobleem; een oproep om net als België wetgeving te voorzien om het geld van ontwikkelingssamenwerking te beschermen tegen de zogenaamde aasgierfondsen; de aanbeveling om het lokaal privé-initiatief te versterken en een goed kader te voorzien voor privé-investeringen; En laatst niet minst, een vermelding van innoverende financiering en de belasting op munttransacties.

Voor het schrijven van de tekst was duidelijk uit verschillende vaatjes getapt, met accenten uit verschillende ministeries. Sommige onderwerpen liggen de Belgische overheid momenteel goed in de mond zoals het stuk over de lokale privé-sector bijvoorbeeld, of het intussen ook al vaker gehoorde verhaal over de 0,7% in 2010. Ook de aandacht voor de natuurlijke rijkdommen ligt in lijn met initiatieven die België in de voorbije jaren heeft gesteund. Bij de waarschuwing tegen opbouw van nieuwe schulden heeft men duidelijk het Chinees geld voor DRCongo en andere Afrikaanse landen in het achterhoofd (ik vraag me wel af of de Belgische overheid zich evenveel zorgen maakt over het schulden-scheppend effect van de snelle, flexibele leningen die het IMF in de komende maanden zal uitdelen aan landen die verzuipen in de financiële crisis)
Andere punten gaan moeilijker over de tong. Het discours over de ongelijkheid binnen ontwikkelingslanden klinkt niet heel geloofwaardig. Je kan je daar nog iets bij voorstellen als het over gender gaat, of heel algemeen in het kader van de corruptie- of governance discussie. Maar verder lijkt de strijd tegen ongelijkheid me niet echt een consistent onderdeel van het Belgisch beleid.

Een moeilijke passage voor Peter Moors was ongetwijfeld de zin over de belasting op munttransacties. Ik vertaal even voor u: "De traditionele ontwikkelingssamenwerking zal toch niet volstaan om armoede uit te roeien. Daarom zijn we ook voor innovatieve manieren om ontwikkeling te financieren. In 2004 keurde het Belgisch parlement een wet goed over een Spahn tax op grensoverschrijdende munttransacties. België zal die belasting invoeren als alle landen van de eurozone gelijkaardige wetgeving hebben goedgekeurd." (einde citaat)
Peter Moors had hier duidelijk de opdracht om de belasting op munttransacties (de zogenaamde tobintax) te vermelden, maar kreeg wellicht ook op het hart gedrukt dat hij dat moest doen op een voor de regering vrijblijvende manier. Ik moet het hem meegeven dat hij de klus op een handige manier heeft geklaard. Hier had eigenlijk een stevig engagement van de regering moeten volgen om de taks ook volop binnen en buiten de EU te gaan verdedigen. Al was het maar in de leading group on innovative finance, de internationale half-officiële groep die zich met dit soort zaken bezighoudt. Maar dat is voorlopig nog een brug te ver. Bon, feit blijft dat België voor de eerste keer sinds 2004 in een officiële publieke tussenkomst de belasting op munttransacties in min of meer gunstige zin vermeldt. Dat is voor ons niet onbelangrijk, maar om nu ook te gaan juichen is de spoeling veel te dun.

Rudy De Meyer

zaterdag 29 november 2008

FFD in Doha:Speeches en de eerste schermutselingen

Zaterdag 29 november 19.15 uur.

We kijken al heel even terug op de eerste dag van de conferentie, al lopen de vergaderingen hier waarschijnlijk nog door tot middernacht.
Ik ben, met een NGO kaartje, dan toch binnen geraakt om naar president Sarkozy te luisteren. De man is in het echt aan de kleine kant. Ook zijn speech was niet groots. Zowat alles moet veranderen, zegt hij. we moeten weg van de speculatie, terug naar betrouwbare banken die de reële economie onderstutten. De internationale instellingen moeten grondig hervormd worden en gedemocratiseerd. De G8 kan niet zomaar blijven voort werken. Hij excuseerde zich bijna omdat de G20 geen Afrikaanse landen had uitgenodigd bij hun 'crisis-onderonsje'.
In hun perscommunique vroegen de Franse NGOs een beetje cynisch of Sarkozy zich ging ontpoppen tot een nieuwe Robin Hood. Zo ver zijn we niet, want als je de retoriek wegblaast blijft er niet veel harde materie over. Eigenlijk zegt de Franse president, en hij doet dat duidelijk ook als voorzitter van de Europese Unie, 'we moeten wel iets veranderen, maar we doen dat toch binnen de bestaande financiële instellingen, met uitbreiding naar de G20, en met een klein zeteltje voor een Afrikaanse vertegenwoordiging'. Exit Sarkozy
Na een paar sprekers heb ik de plenaire vergadering maar gelaten voor wat ze was. Je wordt er niet echt wijzer van,

Intussen hebben we met de NGO mensen de nieuwe onderhandelingstekst doorgenomen. Je wordt er niet warm of koud van. De tekst doet een loffelijke poging om de kool en de geit te sparen, maar blijft tegelijk heel ver onder de verwachtingen voor wie echt vooruit wil met financiering voor ontwikkeling.
Een voorbeeldje: 'wij vragen een opwaardering van het Tax Committee van de VN tot een intergouvernementeel orgaan'. Geen reuzenstap, maar mogelijk toch een begin van internationale coördinatie van het belastingsbeleid vanuit de Verenigde Naties. In de oude tekst stonden (naast de mogelijkheid om vermelding van het Tax Committee gewoon weg te laten) drie mogelijke formuleringen. De beste was rechttoe rechtaan, een opwaardering met voldoende financiering. In de nieuwe tekst krijgen we de volgende zin:
'In this regard, we acknowledge the need to further promote international cooperation in tax matters, and request the Economic and Social Council to examine the strengthening of institutional arrangements, including the United Nations Committee on international Cooperation in Tax Matters'. Of hoe je van een snelweg een bochtenparcours maakt.

De onderhandelingen rond de tekst zijn begonnen. Men beet meteen in de zure appel. Er kwamen eerste veto's en commentaren bij het stuk over belastingen, en bij het stuk over handel als motor voor ontwikkeling. Met een heel eind diep water tussen de standpunten. Je moet er natuurlijk wel rekening mee houden dat dit ook een beetje een schijngevecht is. De meeste onderhandelaars zitten in het permanente onderhandelingscircuit bij de VN in New York en kennen mekaar bijzonder goed. Ze kunnen elkaars limieten en breekpunten goed inschatten. Dat belet niet dat er nog heel wat bekeken en herkneed moet worden. We hopen in de komende dagen toch nog enkele van onze schaapjes op het droge te krijgen of te houden.

Het moest mij, daarnet in een gesprek met iemand van de Belgische delegatie, toch even van het hart. Dit soort onderhandelingen vervalt bijna onvermijdelijk in een diplomatiek steekspel tussen Noord en Zuid. Men vreest constant (en vaak terecht) dat een eenzijdige toezegging afgestraft en misbruikt wordt door het andere kamp. Dat levert in de huidige crisiscontext alleen maar halve oplossingen op die niet voldoen. Los van het politiek steekspel moeten de EU en de anderen dan ook eens goed nadenken over wat er echt moet gebeuren, en dat ligt duidelijk op een ander niveau.

En nu terug aan het werk...

Rudy

En dan ... toch geen Belgische minister

Zaterdag 29 november, 9u15 's ochtends. Binnen een goed half uur begint hier in Doha officieel de FFD conferentie. De organisatoren hebben de opdracht een klein beetje onderschat, lijkt mij. Iedereen loopt wat heen en weer. Daarnet brachten de de veiligheidsdiensten nog honden binnen om in de omgeving van de grote conferentiezaal rond te snuffelen. Daardoor was ook de toegang naar de balie waar de documenten worden uitgedeeld geblokkeerd. Het is in deze beginfase allemaal wat chaotisch, maar dat zal zich wel zetten in de komende dagen
De conferentie begint een beetje in besloten kring want zelfs officiële delegatieleden hebben een extra pasje nodig om in de openingssessie binnen te geraken. Maar dan zijn ze nog wel met een kleine duizend, lijfwachten van presidenten en emirs inbegrepen . Ik heb mijn ticket alvast aan roel desseyn gegeven , parlementsleden gaan voor vind ik. En vechten voor een plaatsje om president Sarkozy te zien optreden is ook niet echt prioritair. Ook al is deze keer wel belangrijk welke accenten hij in naam van de Europese Unie gaat leggen.
Opvallend is alvast dat vandaag een lange lijst Afrikaanse presidenten op de sprekerslijst staan. Voor Europa zijn er alleen Sarkozy en de president van Bulgarije. Hetzelfde onevenwicht zal ook in de komende dagen te voelen zijn. Aan westerse kant zijn de landen op zijn best vertegenwoordigd door hun minister voor ontwikkelingssamenwerking of door de top van zijn administratie.

Ook België laat hier van bij het begin een steek vallen. Ondanks de stellige belofte vorige week komt minister Michel niet naar Doha. Het is de eerste keer in lange tijd (zelfs met mijn olifantengeheugen kan ik me geen enkele gelegenheid herinneren) dat Belgie geen minister of staatssecretaris stuurt naar een belangrijke VN bijeenkomst. Eigenlijk kan dat niet, en ik verwacht dat daarover wel vragen zullen volgen in het parlement en in de pers.

De inhoud dan. De voorzitter van de Algemene vergadering van de VN vond dat de onderhandelingen te weinig vooruit gingen, en legde vannacht een nieuwe onderhandelingstekst op tafel. Een beetje vervelend, als je de vorige tekst paragraaf per paragraaf gedissecteerd hebt. Maar dat is graag gedaan als de nieuwe tekst goede formuleringen rond onze belangrijke thema's voorstelt of behoudt. We moeten het nog zien... Zelfs de meeste echte onderhandelaars hadden vanmorgen de tekst nog niet gekregen.

Met de NGO's hebben we alvast een gemeenschappelijke lijst van belangrijke lobbypunten, met o.a. de rol van de VN in het debat rond de financiële crisis, de tobintax, het opwaarderen van het VN tax comitee, devraag naar een onafhankelijk arbitragepanel voor afhandeling van schuldendossiers, enz. Voor elk van die punten is er ook specifieke tekst die in de onderhandelingstekst kan worden ingeschoven.
Niemand verwacht hier een grote politieke doorbraak. Maar doordat er nog heel wat punten moeten onderhandeld worden kan er rond specifieke punten ook nog vooruitgang (of achteruitgang) worden geboekt. Dat wordt de opdracht in de komende dagen.

Vanuit Doha,
Rudy De Meyer

donderdag 27 november 2008

Doha is lourdes niet

"Thanks for the attention, and good luck in the coming days." Zo werd hier net het NGO-forum afgesloten. Good luck zal nodig zijn. Het internationaal diplomatencircuit begint aan de officiële conferentie met een tekst die nog bol staat van de betwiste paragrafen. Het wordt hier nog een loopgravenstrijd rond punten en komma’s.

Behalve als de groep van de ontwikkelingslanden kwaad wegloopt, is er weinig kans op een spectaculair eindresultaat. Met de verhuis van het debat over de financiële crisis naar de G-20 (de groep van rijke landen en enkele snel groeiende Derde wereldlanden) is de politieke fut er uit. De IMF baas komt niet eens. Heel weinig landen zullen op niveau van staatshoofd of regeringsleider vertegenwoordigd zijn. En wat ministers betreft sturen de meeste westerse landen hoogstens hun minister voor ontwikkelingssamenwerking, of het hoofd van zijn administratie. Echte politieke mirakels moeten we dus niet verwachten. Doha is Lourdes niet...

We geven het voorlopig niet op. Financiering voort ontwikkeling dekt zowat alle aspecten van ontwikkeling. En met een financiële crisis, bovenop een voedsel- energie- en klimaatcrisis zijn doortastende structurele oplossingen meer dan ooit nodig. In het officiële circuit lijkt de ernst van de situatie nog niet echt doorgedrongen. Ik citeer even een voorstel van de G-20 in het ontwerp van eindtekst : ‘De context voor financiering voor ontwikkeling is de voorbije zes jaar verbeterd. Vooral doordat er heel wat meer spaargeld is in ontwikkelingslanden, maar ook omwille van groei in de wereldhandel, van recordcijfers voor privé kapitaalstromen , meer geld uit migratie, meer schuldkwijtschelding vooral voor arme landen met hoge schuld, en het omkeren van de dalende trend in hulpcijfers.De ontwikkelingsimpact van deze stromen is nog verhoogd doordat men gelooft in de vrije markt principes , in respect voor privé eigendom, open handel en investeringen, competitieve markten en efficiënte effectief gereguleerde financiële systemen.’ Einde citaat. Ja hallo... er zijn plaatsen op aarde waar je vandaag voor dat soort uitspraken wordt gelyncht.

Maar goed, we moeten vooruit. Geen grote sprong voorwaarts in zicht, maar op specifieke punten kan er zeker vooruitgang worden geboekt. Dat heel wat stukken van de onderhandelingstekst nog voor ruzie zorgen, betekent ook dat standpunten nog kunnen en moeten veranderen. Wat ons betreft liefst concrete stappen ivm internationale coördinatie van het belastingsbeleid bijvoorbeeld door het opwaarderen van het VN tax comité en door het aanpakken van belastingsparadijzen. Of door uitdrukkelijke vermelding en erkenning van de tobintaks , tenslotte toch een deelremedie tegen financiële crisissen én een geldmachine die je in de huidige omstandigheden niet mag laten liggen. Door meer kwijtschelding en afhandeling van schulden door een onafhankelijk arbitragepanel, en door afspraken over een systematische en sterke opvolging van de conferentie.

Belangrijk is vooral dat hier erkend wordt dat we een echt nieuwe financieel systeem nodig hebben, en dat de VN daar een coördinerende rol moet spelen. Maar dan zitten we alweer in de grote debatten.

Officieel België komt hier pas morgen aan. Gelukkig MET de minister. We zullen zien in welke richting de neuzen staan. We houden u op de hoogte.

Rudy De Meyer

Links:

donderdag 30 oktober 2008

Globaal Forum over Migratie en Ontwikkeling, dag 8-10

Dag 8, dinsdag 28 oktober
Vandaag tweede dag van de Civil Society days. Wat gisteren toch veelbelovend was is ook vandaag gebleken. Goede discussies over de kern van de zaak. En aanbevelingen die ook heel goed overeenstemmen met de verzuchtingen van ngo's en migrantenverenigingen.
De namiddag was een pogin tot "interface" tussen civil Society en de regeringsvertegenwoordigers. Een beetje formeel, en natuurlijk een hele volle zaal, maar Sharan Burrow, van de internationale vakbond, is een schitterende voorzitter, waardoor er toch een aantal dingen scherp worden gesteld. Voor echte antwoorden is het te vroeg. Die moeten we misschien gewoon niet verwachten van zo'n groot globaal forum.
Teleurstellend is wel dat de regeringsvertegenwoordigers de goedkeuring van de conventie over rechten van arbeidsmigranten opgegeven lijken te hebben. Omdat ontvangende landen niet willen tekenen is ze misschien niet de meest efficiënte manier om op korte termijn concrete verbeteringen te bekomen in het garanderen van de rechten van migranten. Er is, zo blijkt, ook veel protest bij sommige regeringen om het Gobal Forum echt onder te brengen bij de VN en het daarbij horende mensenrechtenkader. Achteraf zegt onze Belgische "ambassadeur voor migratie" dat hij ervan overtuigd is dat het terug naar de VN zal komen, maar pas binnen een jaar of tien.
Het zijn dan ook de kleine "best practices" die we als hoopvolle signalen moeten interpreteren, zoals de Verenigde Arabische Emiraten die op een goede weg lijken te zitten om de rechten van hun arbeidsmigranten beter te respecteren. In die regio, de Golf, een teken dat er toch dingen kunnen veranderen. En gelukkig gaat het dit jaar niet alleen meer over de best practices om de grenzen beter te sluiten of om remittances (geld dat migranten naar huis sturen) efficiënter in te kunnen zetten. Dat laatste is op zich wel nuttig, maar echt niet zo belangrijk als de rechten van migranten. En dat lijken we wel te hebben afgedwongen: dat dit is waarover het moet gaan op het GFMD.

Dag 9, woensdag 29 oktober
Vrije dag met een interessant bezoek aan de Corregidor, een klein eiland voor de kust van Manilla dat een heel belangrijke rol speelde in de tweede wereldoorlog. Een busje, dat er uitziet als de trams die er rondreden in de tijd van de Amerikaanse kolonisatie brengt ons van de ene historische plek naar de andere.

Dag 10, laatste dag
Vandaag is de laatste dag. Ik neem nog deel aan de Childrens Caravan, een kleurrijke, maar kleine optocht in Quezon City. Het is verschrikkelijk heet en de zon brand op ons hoofd. Volgens de Filipino's is het even heet als in de lente, terwijl oktober normaal gezien veel koeler is.
De kinderen brengen hun wagentjes met kleurrijke decors in een optocht naar het plein voor het stadhuis van Quezon City (een deel van de Metropool Manilla, zoals Anderlecht een deel van het Brussels gewest is).
Ik kan niet blijven om hun optreden te zien, want ik moet nog langs het landenkantoor om een en ander af te spreken en om o.a. deze boodschap te schrijven.

Straks is er een algemene evaluatie van de Peoples Global Action on Migration, Development and Human Rights, het alternatieve forum. Die moet ik nog meepikken om een eigen evaluatie te kunnen maken, maar voor mezelf is ze in elk geval positief. Ik heb ontzettend veel bijgeleerd, contacten kunnen leggen met collega's van over heel de wereld en wie weet, ook hier en daar wat bijgedragen aan de discussies, met informatie over Europese plannen i.v.m migratie. Want echt helemaal weten wat er juist in al die pacten en richtlijnen staat doet niet iedereen hier, aan de andere kant van de wereld. Het is meteen ook voor de toekomst een meerwaarde die we met 11.11.11 kunnen bieden rond dit voor ons nog altijd nieuwe thema. Veel om op te volgen ook om dit nog beter te kunnen afbakenen.
Maar straks ligt er een boek van 400 bladzijden op me te wachten voor dat andere thema, de federale begroting voor ontwikkelingssamenwerking...

dinsdag 28 oktober 2008

Globaal Forum over Migratie en Ontwikkeling, dag 7

Dag 7, maandag 27 oktober
De eerste dag van het officiële Global Forum on Migration and development. Met de nodige toespraken. Van Jaime Augusto Zobel De Ayala, van de Ayala foundation. Een stichting van 'ne hele rijke mens', of toch een hele rijke familie, die in allerlei economische sectoren actief is in de Filipijnen (vastgoed banken, telecommunicatie). Maar ze hebben dus een stichting die goede werken doet, de ngo partners geven dat toch toe. Of de werkomstandigheden in al hun bedrijven OK zijn is minder duidelijk. (beroepsmisvorming om daar altijd naar te vragen natuurlijk).

Zijn speech valt eigenlijk nog mee, hij geeft ruiterlijk toe dat hij als businessman belang heeft bij migratie, maar heeft het ook over rechten van migranten.
De beste speech was van Sharan Burrow, de voorzitter van de Civil Society days, die veel aplaus oogst als ze duidelijk naar voor schuift dat het global forum weg moet uit de vrijwilligheid en terug onder VN vleugels geplaatst moet worden, inclusief plaatsen aan tafel voor de civil society op het echte regeringsforum, dat hier morgen begint.
Tenslotte mag Francoise Pissart, van de Koning Boudewijnstichting het forum officiëel overdragen van aan de Ayala stichting.

De eerste sessie, over Afrika en Europa, is en ramp, eigenlijk gewoon ridicuul. De voorzitter weigert in te gaan op alle bedenkingen over het Europese migratiebeleid en wimpelt ze af omdat ze niet tot zijn (beperkte) mandaat behoren. Hoe kan je nu discussiëren over migratie tussen Europa en Afrika zonder het over het beleid te hebben?
't is een snertfiguur. Als dat hier twee dagen zo zal zijn wordt het een flutforum. Gelukkig neemt de verslaggeefster (de migrantenorganisatie die betrokken waren in de voorbereiding hebben er goede gezocht) alle cruciale punten toch op in haar conclusies.

De namiddag is veel beter. Er is heel veel aandacht voor rechten, voor de verantwoordelijkheid van regeringen om voor kansen, waardige jobs, te zorgen in de landen van herkomst.
Ik schrik even als in de sessie over legale vormen van migratie van bij het begin gezegd wordt dat het enkel zal gaan over tijdelijke mgratie. Het soort dat migranten per definitie kwetsbaar maakt. Maar dat wordt keuig rechtgezet, onder andere door onze collega van carita Europa. Ik nodig hem meteen uit om morgen mee te gaan naar een van de belgische regeringsvertegenwoordigers, die beloofde ons te willen ontmoeten voor het regeringsforum begint.
Ik krijg in de laatste sessie ook een keer het woord, over samenwerking i.p.v concurrentie tussen ngo's en diasporaverenigingen en over het belang van lobbywerk en politieke actie. t was nodig. Er zijn er hier die ons allemaal over dezelfde kam scheren als paternalistische Europeanen die alleen maar mislukkende projecten opzetten. t zal zelfs in het verslag staan ;-)

De mensen die er vorig jaar bij waren vinden deze eerste dag toch al een stap vooruit in vergelijking met vorig jaar, toen veel kritiek kwam op de niet helemaal evenwichtige samenstelling van de delegaties en de agenda die toen heel sterk gefocust was op het economisch belang van migratie en te weinig op rechten van migranten en migratiebeleid.

s avonds worden we in vijf bussen naar het Ayala Museum (van dezelfde familie, als schenking aan het Filipjinse volk) gebracht voor "a night at the museum". Een goede kans om te netwerken en het museum zelf is echt de moeite.

Global Forum over Migratie en Ontwikkeling, dag 5 & 6

Dag 5, zaterdag 25 oktober
De kritiek op het Global Forum on Migration and Development (GFMD) is enorm.
Het feit dat de een paar van de grootste zendende landen (de Filipijnen, Mexico) van het uitsturen van migranten hun belangrijkste ontwikkelingsstrategie gemaakt hebben zegt op zich genoeg. Zonder het naar huis gestuurde geld zakt de Filipijnse economie als een pudding in elkaar. En ondanks de massale toestroom van remittances komen er geen of veel te weinig jobs bij. En al helemaal geen waardige. Ondanks het feit dat 10 % van de Filpinos in het buitenland werkt groeide de werkloosheid de laatste jaren enorm. Onze collega's beschouwen het GFMD als de manier van rijke landen en zendende landen om dat beleid formeel te bekrachtigen, en om het nog verder ut te breiden. Alles hangt natuurlijk sa;en met het globale neoliberale ontwikkelingsmodel dat vooral mikt op goedkope productie en exportgerichte ontwikkeling, i.p.v. op een duurzame lokale economische ontwikkeling, die veel minder afhankelijk is van het buitenland.
Desondanks vinden de meesten een inside outside aanpak geen slechte keuze. Toch zorgen dat er een aantal vertegenwoordigers van migranten organisaties en hun medestanders aanwezig zijn op het GFMD en tegelijk buiten protesteren tegen de gang van zaken. Het zal wel een raar gevoel geven om binnen te zitten, terwijl er buiten gemanifesteerd wordt. Hoezel, de eerste twee dagen van het foru, de Civil Society Days, blijven veel te ver staan van het regeringsforu; op 29 en 30 oktober. Dan mogen we er niet meer bij zijn.

Dag 6, zondag 26 oktober
Manila Bay stinkt. Verschrikkelijk!! Door de relatief smalle doorgang naar de Chinese zee is er weinig stroming, en ik vermoed dat het afval van 12 a 15 miljoen inwoners nergens anders naartoe kan. En toch levert het mooie plaatjes op. Je ziet de bergen aan de overkant van de baai liggen, met de boten die wachten om de haven binnen te komen op de voorgrond. De zonsondergang is van horen zeggen helemaal de max. Ik probeer straks te gaan kijken, voor het openingsmoment van de Civil Society days, de dagen van het maatschappelijk middenveld.

Ik ben me daarnet gaan registreren. In het Heritage hotel, poepchique. Maar ik blijf wel in de wat onderkomen Ambassador slapen. De Heritage is geen spek voor de bek van de 11.11.11 kas. Een echte cultuurschok. Er is zelfs een dresscode voor het global forum "business casual" of "national dress" (ik had mijn klompen en Vlaamse Kermis outfit moeten meebrengen.) Maar met de broek van het huwelijksfeest van mijn zus en een proper hemd zal het ook wel lukken.

Global Forum over Migratie en Ontwikkeling, dag 1-4

Dag 1, dinsdag 21 oktober
Een beetje uitgeschud ben ik wel, na 20 uur en mijn eerste verre trip alleen. Het is ook nogal eenzaam in het hotel, dat ergens in de jaren 70 zijn hoogdagen moet hebben gekend, maar ik kan niet klagen. Alles werkt, behalve de toegang tot internet, en het is schoon.

Dag 2, woensdag 22 oktober
Ik loop een beetje nerveus, vanavond is er een eerste, gelukkig informele, uitwisseling over de trends in Europa i.v.m. migratie. En ik moet mijn presentatie nog afwerken.
Aangekomen op het 11.11.11 secretariaat blijkt een presentatie niet echt nodig, ik zet alle puntjes dan maar onder elkaar in een kort documentje.
Hanneke heeft een heel interessante groep van mensen bij elkaar gezocht. De avond is veel te kort om over alle onderwerpen door te kunnen discussieren.
Mijn uiteenzetting en de discussie achteraf vallen reuze mee. Over de veel te restrictieve houding van Europa tegenover migranten zonder papieren zijn we het snel eens. Alleen blijkt het veel moeilijker om echte antwoorden te vinden op de vraag welke migratie de Filipijnse oganisaties dan wel willen. De kern van hun betoog is dat er vooral veel meer werk moet worden gemaak van kansen en waardige jobs in de zendende landen. Nu vertrekken heel wat mensen niet vrijwillig, maar omdat ze geen perspectief zien voor ontwikkeling in eigen streek. Maar migratie voorstelen als iets negatiefs willen ze natuurlijk ook niet.
Ook het gevaar op brain drain komt naar boven, omdat de EU in de eerste plaats mikt op hoger opgeleiden als uitverkoren doelgroep. Voor lager opgeleiden en mensen zonder papieren zijn onze politici veel minder geneigd oplossingen en wettelijke migratiekanalen aan te bieden.
Als antwoord op het gevaar van brain drain komt o.a. de suggestie van tijdelijke migratie voor een periode van 5 jaar. Maar dat is precies het soort systeem dat migranten in een heel kwetsbare positie duwt. En wat met de rest van de familie? Men is het hier zo gewoon dat mensen hun partner en kinderen achterlaten dat ik de eerste ben die opwerpt dat dit toch geen menselijke vorm van migratie is. Natuurlijk zijn we het ook hierover eens, maar tot een echte concrete oplossing komen we niet, behalve misschien dat er veel talent verloren gaat doordat heel wat kinderen geen toegang hebben tot het best mogelijke onderwijs en niet verder kunnen studeren.

Dag 3, donderdag 23 oktober
Interessante workshop in de voormiddag. PILIPINO TIME. Ofwel een reeks van korte presentaties over de situatie van Filipijnse migranten. Met onder andere een externe kijk op ons Europa. Dat stemt altijd tot nadenken. Ik onthou vooral dat er bij ons grote problemen zijn omdat we de diplomas van migranten niet erkennen en ook geen vlotte oplossingen bieden om eventuele tekorten in de opleiding te verhelpen.
Daardoor kunnen verpleegsters enkel werken als schoonmaakster of verpleeghulp.
In de namiddag krijg ik als Vlaming een koekje van eigen deeg in de University of the Philipines. Er gaat een workshop door over migratie en verbondenheid met het thuisland. Aan deze unief hebben ze de nationalistische reflex om zoveel mogelijk sprekers in het Tagalog aan het woord te laten. De zuster naast me vindt het een schande. Ik moet aan BHV denken. Maar alle slides waren in het Engels, op die manier heb ik toch iets opgestoken. Maar wat opnieuw opviel: het is fout als regeringen in het zuiden migratie beschouwen als een ontwikkelingsstrategie, vooral als ze dit zo massaal en voor zo een lange periode doet als de Filipijnse.

Dag 4, vrijdag 24 oktober
Iedereen lijkt aangekomen, het hotel zit goed vol regionale vertegenwoordigers van over heel Azie, van allerlei migrantenverenigingen of verdedigers van migrantenrechten. Er heerst een veel leukere sfeer dan de voorbije dagen en het hotel ziet er zelfs beter uit nu het minder leeg is.
Vandaag was opnieuw boeiend. De eerste dag van de regionale conferentie van Migrants Forum Asia.
Domestic workers (o.a. van de organisatie van Jeanne Devos) pleitten voor de erkenning van hun beroep en om hun paspoort te mogen behouden na aankomst bij hun werkgever. En ook voor het loskoppelen van hun verblijfsvergunning van een bepaalde job of werk(gever), want die krijgt daardoor een veel te grote macht over hen. Het is een praktijk die bij ons vooral toegepast wordt door mensenhandelaars, maar die in het midden-oosten gewoon bij de praktijk van legale arbeidsmigratie lijkt te horen. Je kunt daar dan wel een contract hebben, maar blijkbaar garandeert dat in de praktijk weinig tot niets.
Filipinos pleiten ervoor dat hun regering enkel het aantal mensen zou uitsturen voor migratie, dat ze goed genoeg kan opvolgen en waarvoor ze de rechten kan helpen beschermen via de consulaten en ambassades. Als er te weinig menskracht is op die diensten, moet men de aantallen maar beperken.
Dat lijkt nogal sterk op de houding van ontvangende landen, met de EU op kop. Echt gelijke rechten kan je pas garanderen als je ook waardig werk kunt aanbieden aan gelijke voorwaarden als voor lokale werknemers. Enerzijds aanvaardt men die redenering hier, maar anderzijds lijkt elk terugkeerbeleid uit den boze. Maar wat dan met al die mensen waarvoor geen jobs aan gelijke voorwaarden te vinden zijn?

De EU richtlijn over de terugkeer van "illegale" migranten krijgt er hier, terecht, duchtig van langs. Al is het voor de meest repressieve lidstaten een stap vooruit en is er niets dat de lidstaten met een menselijker beleid verplicht om af te zakken naar de minimale EU norm. Al is het gevaar natuurlijk reeel dat ze dat wel zullen doen.

Globaal Forum over Migratie en Ontwikkeling

Vanaf 27 oktober start in Manilla (Filipijnen) het 2e Global Forum on Migration and Development (GFMD). Het forum is een vervolg op de vorige top die in 2007 in België georganiseerd werd.
In Manila verzamelen vertegenwoordigers van de civiele maatschappij en overheden van over de hele wereld om te debatteren over migratie en ontwikkeling. Het officiële forum is opgedeeld in een 'civil society'-gedeelte, dat van 27 tot 28 oktober doorgaat, en een gedeelte voor de overheden dat van 27 tot 30 oktober doorgaat.
11.11.11 werd door de organisatoren uitgenodigd om deel te nemen aan het officiële civil society-gedeelte en zal ook deelnemen aan een parallelle top die van 22 tot 30 oktober georganiseerd wordt door organisaties die geen stem kregen op het officiële forum. 11.11.11-beleidsmedewerker Koen Detavernier zal de komende dagen verslag uitbrengen van deze top.

Links:

maandag 15 september 2008

Burundi: epiloog

14 september - Er is enige zenuwachtigheid in het huis van Barbara, onze coördinatrice in Bujumbura. Vandaag is het haar allerlaatste dag en het is duidelijk dat ze moeilijkheden heeft om van iedereen afscheid te nemen. We besluiten haar alleen te laten en even verder te werken op het bureau van 11.11.11. Rond 13u trekken we met haar naar het strand aan het Tanganyikameer, waar heel wat nauwe vrienden van haar verzameld hebben. Met een prachtig uitzicht op de ondergaande zon nemen we afscheid van dit mooie land.

Op de luchthaven vraag ik Barabara naar de achtergrond van Jimmy. Het is een jongen van 18 jaar die ik regelmatig bij haar thuis zag, maar die erg verlegen was. Ook op het strand was hij er bij. Vlak voor we vertrokken, vroeg ik hem of hij Barbara ging missen. Hij was eventjes stil en toen zei hij met een ietwat gebroken stem met neergeslagen ogen: “C’est la vie”. Vervolgens lachtte hij zijn hagelwitte tanden een seconde bloot en wendde zich snel af. Barbara vertelde me zijn onthutsende levensverhaal.

Bleek dat hij een Rwandese jongen is die op 5-jarige leeftijd samen met zijn moeder is moeten vluchten voor het extreme geweld daar tijdens de genocide. Tijdens die vlucht is hij zijn moeder kwijtgeraakt in het oosten van Congo. Ik kan het me niet voorstellen. Mijn eigen dochter is 5 jaar en ik durf haar niet eens alleen op straat te laten lopen in Antwerpen. Jimmy had het geluk dat hij vrij snel een Congolese “mama” in Bukavu tegen het lijf liep die hem in huis nam bij haar familie. Toen Jimmy 14 jaar werd, is die echter gestorven en hebben de andere kinderen van de mama hem verstoten. Van zijn dooltocht jaren terug had hij nog ergens een adres in Burundi en hij besloot daar naartoe reizen.

Na enkele omwegen kwam hij er terecht in een weeshuis, net achter de hoek van het huis van Barbara. Toen dat gebombardeerd werd, ongeveer 2,5 jaar geleden kwamen de weeskinderen water halen bij Barbara thuis. Ook zonder bombardementen was er een watertekort. Daardoor kwamen de kinderen – en in het bijzonder één jongen - nadien af en toe terug. En erg langzaam vertelde Jimmy zijn levensverhaal. Sindsdien helpt Barbara hem met het terugzoeken van zijn familie. Zijn moeder blijkt verkracht en vermoord in het oosten van Congo. Zijn vader is ook gesneuveld, net als zijn broer. Enkel twee verre neven heeft het lokale Rode Kruis tot nu toe kunnen terugvinden. Sindsdien heeft Barbara hem een beetje onder haar hoede genomen. In de weekends of de vakanties komt hij bij haar op bezoek en ze betaalt nu ook zijn schoolgeld. Daarom had Barbara het dus zo moeilijk om afscheid te nemen op de luchthaven. Deze jongen heeft eigenlijk niemand, maar gelukkig studeert hij redelijk goed en zit hij nu op een goede gemeenschapsschool. Omdat hij 18 jaar is, past hij ook in geen enkel programma voor reïntegratie of studies. Eva – de vervangster van Barbara - zal zich verder over hem ontfermen. Het schoolgeld zal alleszins verder betaald worden en hij blijft welkom in hetzelfde huis. Hij zal via internet ook contact kunnen blijven hebben met Barbara. Ik besluit om me er niet mee te moeien al kriebelen mijn handen om ook iets te doen. Nadat ze het verhaal verteld had – grote happen ontbreken, omdat Jimmy er zelf niet graag over vertelt – vraag ik Barbara of ik het mag gebruiken voor deze blog. Ze had er namelijk helemaal niets van gezegd tijdens mijn verblijf. Ik ben blij dat het mag. Jimmy heeft in zijn hele leven dezelfde reis gedaan als ik in deze tien dagen. Van Rwanda naar Bukavu in het oosten van Congo om dan te eindigen in Bujumbura. Voor mij vat hij de dramatiek én de hoop van deze regio samen. “C’est la vie”, denk ik en ik slik de krop in mijn keel door.

Ik hoop met gans mijn hart dat het de volgende jaren beter gaat met de landen die ik bezocht en uiteraard ook met Jimmy. Ik heb heel wat hoopvolle tekenen gezien bij onze partners en zeker ook bij de mensen die in de moeilijkste omstandigheden zoeken naar praktische oplossingen en in staat zijn om erg vergevingsgezind te zijn. Maar ik zag ook nog heel wat werk. Vanuit 11.11.11 moeten we hier samen met onze leden – ondanks de moeilijkheden – fors in blijven investeren.

Bogdan Vanden Berghe

Burundi: slot

13 september - Vandaag trekken we naar het terrein, samen met onze partnerorganisatie OAP. Een organisatie met opnieuw een sterke leidster – Pascasie Kana – die onder andere investeert in het bouwen van scholen, in alfabetisatie en vulgarisering van basisdemocratie. Pascasie slaagt er ook in, vanuit dit werk aan de basis, politieke aanbevelingen te maken naar de Burundese overheid en verliest nooit het structurele aspect uit het oog. Maar het blijft een wat uitzonderlijke partner in ons pakket. In de taakverdeling die we hebben met onze leden is dit eerder een partner die door onze lidorganisaties kan gesteund worden. Om als ngo erkend te worden in Burundi moesten we echter een deel van onze middelen investeren in dit echte basiswerk.

Onze eerste stop is in Bujumbura Rurale, een heel stuk in de heuvels. We krijgen een mooi zicht op de stad en het meer, maar het wordt ook erg fris. We gaan er op deze zaterdagochtend kijken naar een alfabetisatiseringsproject. Vrouwen van allerlei leeftijden – sommigen hebben hun baby’s bij, leert men lezen en schrijven. Al versta ik er niets van omdat de lessen gegeven worden in de lokale taal Kirundi, ben ik ongelooflijk geboeid door de lerares die met een ongezien enthousiasme les geeft. Het is een Burundese vrijwilligster uit het dorp die er de hele klas bij betrekt. Vooraan zitten ook twee mannen. Regelmatig zijn ze de kop van jut. De vrouwen hebben er duidelijk plezier in dat ze hier in de meerderheid zijn en ook meestal sneller de antwoorden weten. De mannen dragen hun lot met humor.

We trekken verder de heuvels in om naar een andere les te gaan. Ze gaat over decentralisatie. In theorie is het bestuur in Burundi decentraliseerd, wat betekent dat er een belangrijke rol wordt toebedeeld aan de lokale besturen. Burundi bestaat grotendeels uit heuvels (meer dan 2000) en elk van hen vormt een bestuurseenheid. Per heuvel zijn er dus verkozenen sinds 2005 en vandaag worden de heuvels van twee districten samengebracht om te praten over hun verwezelijkingen en de problemen die ze tegenkomen. Als we eerlijk zijn is het een les in democratie, voor alle bestuurders is het de eerste ervaring als verkozenen van hun heuvel. OAP brengt ze samen en vraagt hen wat ze beloofd hebben tijdens hun verkiezingscampagne en of ze dat gerealiseerd hebben. Eén van de belangrijkste zaken die ze moeten leren is dat ze niet alleen “chef” zijn, maar ook hun kiezers vertegenwoordigen. Sommigen hebben duidelijk boven hun stand beloofd: scholen, drinkbaar water, bruggen. Redelijk onrealistisch, zeker nu blijkt dat een deel(tje) van de macht wel gedecentraliseerd is, maar dat de middelen totaal niet volgen. Eén van de begeleiders fluistert me bij de vertaling naar het Frans lachend toe: “ die zullen bij het einde van hun termijn weggejaagd worden”. De man in kwestie hoort het en zegt snel, “maar ik heb beloofd dat OAP dit allemaal komt verwezelijken”. Hilariteit in de zaal, OAP heeft al erg veel werk gedaan in deze regio, maar kan natuurlijk niet de beloften van anderen zomaar nakomen. Anderen hebben realistische doelstellingen: hun gemeenschap beschermen tegen recrutering van rebellen. Eén van de leiders getuigt hoe hij, telkens de rebellenleiders komen ronselen, hij ze te woord staat en hen uitlegt dat er in hun gemeenschap geen misdadigers zitten. Op die manier leveren ze geen rebellen en blijft het relatief kalm op de heuvel. Een dappere man. Een vrouw heeft beloofd op te komen voor de vrouwen in haar gemeenschap. Ook zij haalt zichtbare resultaten, door de vrouwen volop te betrekken bij het uittekenen van haar beleid. Al bij al bemoedigende resultaten in deze democratie. Al is de sessie waarin de problemen waarmee ze geconfronteerd worden erg uitgebreid: gebrek aan veiligheid, geen middelen van de centrale overheid, straffeloosheid, corruptie, etc. Maar zoals de begeleider zegt: het is een taak van de civiele maatschappij om de centrale regering op hun verantwoordelijkheid te wijzen, wij moeten doen wat in onze handen ligt. Iedereen beaamt en gaat verder op zoek naar oplossingen.

Nadien nemen we met zijn allen een maaltijd met drank. OAP betaalt dit voor iedereen en vindt het erg belangrijk dat de deelnemers niet alleen samenzitten om les te volgen, maar ook informeel ervaringen uitwisselen. Het is ook hun manier om hen te stimuleren vol te houden in de barre omstandigheden. In normale omstandigheden krijgen de verkozenen enkel een stuk zeep (!) Dat deze mensen toch blijven volhouden vervult me met hoop. Enkel door sterke wil zal de democratisering hier vanuit de basis uiteindelijk toch ingang vinden, besluit Pascasie Kana. Ik geloof haar.

Om 16u zit onze reis er op. Vanavond eten, mails checken en nadien zo vroeg in mogelijk in bed. Morgen zitten we nog samen voor een evalutatie. Vlak voor we naar huis vliegen, staat er nog een uitstap naar het Taganyikameer op het programma. Ik kijk er naar uit, want het is een boeiende, maar ook vermoeiende trip geweest.

Bogdan Vanden Berghe

zondag 14 september 2008

Van Rwanda naar Burundi

11-12 september - In de voormiddag hebben we nog een laatste bezoek bij een partner in Rwanda, daarna trekken we naar de luchthaven van Kigali voor een vlucht van een half uur naar Bujumbura. De geschiedenis van beide landen is onlosmakelijk met mekaar verbonden en was recent nog erg bloedig. De genocide in Rwanda heeft veel aandacht gekregen, maar het geweld in Burundi heeft veel langer geduurd en is eigenlijk nog maar gestopt sinds 2003.

In 2005 vonden er onder internationale druk voor het eerst sinds 1993 democratische verkiezingen plaats. Het is één van de allerarmste landen ter wereld. Meer dan 60% (!) van de bevolking leeft van minder dan één dollar per week. Een straatarme en prille democratie, een bijzonder moeilijke voedingsbodem voor ontwikkelingssamenwerking. Vermits we hier een kantoor hebben van 11.11.11, ben ik extra gevoelig voor de veiligheidssituatie. In april nog hebben we onze verantwoordelijke in Bujumbura naar Rwanda gestuurd omdat de situatie té onveilig werd en er granaten vielen vlak bij haar woning. Er vallen nog dagelijks doden omwille van het geweld en criminaliteit hier in Burundi. Maar meer in de heuvels rondom Bujumbura. En het zijn niet alleen rebellen die zich misdragen. Door de jarenlange oorlog liggen in de hele regio de wapens voor het rapen. De soldaten die in de jarenlange burgeroorlog betrokken zijn, zijn veelal werkloos nu. Combineer dit met een erg slecht functionerend gerecht en je krijgt een erg gevaarlijke cocktail. Straffeloosheid is een smerige ziekte in dit land.

Het programma zit goed vol. Na de luchthaven trekken we onmiddellijk naar een partner die we steunen: Assocation Femmes Juristes. De organisatie geeft juridische steun aan vrouwen die mishandeld zijn en wordt geleid door een erg sterke vrouw, Patricia Ntahorubuze. Ze trachten de straffeloosheid te bestrijden door vrouwen in nood bij te staan. Er kan van alles gebeurd zijn: het seksueel geweld tegen vrouwen is hier net als in Oost-Congo erg aanwezig. Maar ook het juridisch bijstaan van vrouwen die in totale armoede achtergelaten worden door de man van hun kinderen (wat niet hetzelfde is als hun man), vergt veel van hun tijd. Ze hebben een onthaal in Bujumbura, maar ze zijn met hun juridische mobiele kantoren aanwezig in andere provincies van Burundi. Naast die rechtstreekse steun, zetten ze ook in op lobbywerk. Zo is er hier bijvoorbeeld een erg gebrekkige erfeniswet. Vrouwen kunnen niet erven. Dit betekent bij overlijden van hun man of van hun ouders dikwijls een rechtstreekse verwijzing naar de armoede. De mannen van de familie erven alles. Een totale onrechtvaardigheid, waar dankzij werk van Assocation Femmes Juristes nu wettelijk werk rond gedaan wordt in het parlement.

’s Avonds bezoeken we de woning van Barbara. Het is een relatief klein huis, maar werkelijk prachtig gelegen met een zicht op het Tanganikameer. De buurtbewoners hebben een bepaald fluitsignaal afgesproken in geval van onveiligheid. Maar we moeten ons volgens Barbara enkel zorgen maken bij grootschalige schermutselingen zoals in april van dit jaar, want het huis ligt in een veilige zone. Op het terras kunnen we samen rustig eten, voor het eerst sinds lang staat er ’s avonds namelijk niets op het programma. Ik besluit aan mijn blog te werken, maar de internetverbinding werkt niet. Gedurende het eerste jaar dat ze hier woonde werd de computer getart door de ene stroomonderbreking na de andere, wat het werk erg bemoeilijkte. Maar vandaag is het stabieler, zo blijkt. ’s Avonds, aangekomen in mijn hotel, merk ik wat ze bedoelt, de elektriciteit valt voortdurend uit. Maar er is wel (even) warm water, in tegenstelling tot bij Barbara, zo hoor ik later.

12 september. Het regent pijpenstelen. Tussen de regendruppels door vliegen miljoenen insekten. Blijbaar zitten ze bij het begin van het regenseizoen in de grond en komen ze dan massaal boven bij de eerste regendruppels. Onderweg naar boven verliezen velen hun vleugels die dan later overal terug te vinden zijn. Ik vind het wel spectaculair, maar de Burundezen (en ook Barbara) kijken er niet echt van op.

In de voormiddag hebben we een vergadering met al onze partners in Burundi voor een pilootproject dat we samen met hen willen lanceren. Samen met onze partners in Rwanda, Burundi en Congo willen we tegen 2010 een rapport opmaken om te zien hoe het staat met de vorderingen die gemaakt zijn met de beschikbare middelen. 2010 wordt een belangrijk jaar. Dan zal zeker en vast opgemeten worden hoe ver we staan bij het bereiken van de millenniumdoelstellingen, die in 2015 verlopen. Onze partners zijn enthousiast, maar dringen wel aan op extra middelen en vorming. Terecht. Het opvolgen van de overheidsbudgetten is geen gemakkelijke zaak, maar erg noodzakelijk. Op die manier kunnen er aanbevelingen gedaan worden naar de Burundese overheid, wij kunnen op onze beurt de Belgische en eventueel Europese donoren proberen overtuigen.
Het is een knap en erg effectief project, maar het zal heel wat inspanningen vergen om het rond te krijgen. Maar als het lukt is dit wel een echt partnerschap, waar 11.11.11 op verder kan bouwen. Bovendien – en dat is misschien nog het belangrijkste - wordt er dan lokaal toch heel wat capaciteit opgebouwd om overheidsfouten effectief bij te sturen.

’s Namiddags bezoeken we de ambassade in Burundi. Het is een enthousiast en realistisch team. Ons pilootproject vinden ze erg noodzakelijk in deze regio. Dirk Brems – die hier nog maar sinds 3 weken zit, na 12 jaar aanwezigheid in Rwanda, stelt vast dat er hier nog heel wat werk aan de winkel is. Maar hij relativeert ook onmiddellijk. Uiteindelijk is dit land nog maar net uit de oorlogsfase en als we de parallel zouden trekken met Rwanda – altijd gevaarlijk – dan staan ze tegen 2018, waar Rwanda nu staat. Natuurlijk op voorwaarde dat de vrede bewaard wordt. Momenteel slaagt het land erin heel wat fondsen uit het buitenland aan te trekken, 300 miljoen dollar ten opzichte van 100 miljoen dollar vorig jaar. Dat is goed, maar nog altijd veel minder dan de 600 miljoen die Rwanda nu binnenhaalt.

Daarmee zijn de kantoorbezoeken afgerond, ik kijk uit morgen opnieuw het terrein bezoeken ...

Bogdan Vanden Berghe

Rwanda: deel 2

10 september – Na de terreinbezoeken van de afgelopen dagen, staat er vandaag een “saaie” bureaudag op het programma ...
De voorbije jaren besloot 11.11.11 om haar werking meer te concentreren, zowel geografisch (aanwezig in minder landen en regio’s) als qua thema’s. Op die manier proberen we meer impact te hebben. Maar daardoor hebben we een aantal overeenkomsten met partners moeten stopzetten. Dit had natuurlijk niets met functioneringsproblemen te maken. We hebben dan ook steeds gezocht naar een gestage afbouw van de financiering of beter nog naar steun vanuit andere organisaties.

Dit proces is nu min of meer afgerond, waardoor we nu minder partners hebben, die we ook iets meer geld kunnen geven. We moeten samenzitten met al onze partners in Kigali om afspraken te maken over deze nieuwe keuzes en over hun praktische werking. Bij één van de partners hebben we problemen vastgesteld en die moeten besproken worden. Dat is nooit leuk. We moeten daar eerlijk in zijn, deze partners zijn enorm afhankelijk van ons en als we dan problemen aankaarten, verwachten zij altijd het ergste, namelijk dat de financiering zal wegvallen.

Als de problemen onoplosbaar zijn, zijn we ook genoodzaakt om dat te doen, maar nooit zonder eerst naar oplossingen te zoeken.
Gelukkig blijkt het in dit geval nogal mee te vallen. Er is duidelijk een gebrek aan capaciteit om de financiën te beheersen, waardoor een aantal rekeningen uit het verleden niet kloppen. Maar intussen is een auditor aangesteld die ons een verslag zal brengen over de werking van vorig jaar en werd ook een nieuwe financiële verantwoordelijke aangesteld. We besluiten ze nog een voorwaardelijke kans te geven, met wat extra begeleiding. In het verleden hebben we af en toe al wel moeilijkere beslissingen moeten nemen en dat is dan erg pijnlijk voor beide partijen.

De andere bezoeken aan partners waren ook eerder van institutionele aard. We moeten vaststellen dat onze partners op dat vlak goed scoren hier in Rwanda. Net zoals de overheid is de laatste jaren duidelijk heel wat capaciteit opgebouwd om de gelden die hier toekomen op een redelijk efficiënte manier om te zetten in resultaten. Niet voor niets is Rwanda één van de lievelingen van de donoren en worden ze dikwijls als voorbeeld naar voren geschoven.

Toch is er een belangrijke bedenking bij het succesverhaal van dit land. De gesmeerde ontwikkelingsmachine is hier gekoppeld aan een wel erg broze democratie. Volgende week vinden hier verkiezingen plaats en hoewel er thema’s voor het rapen liggen om stemmen te winnen, is er nauwelijks iets te merken van de campagne. Zeker bij de allerarmsten zijn er stemmen te winnen, als je het mij vraagt. De kloof tussen rijk en arm wordt groter in dit land. Dat wordt gemeten met de zogenaamde Gini-coëfficient en de laatste jaren evolueert die dus niet in de goede richting. Op één of andere manier komt die efficiënte hulp niet voldoende bij de allerarmsten.

In Kigali – ik beschreef in een vorig bericht al hoe indrukwekkend de stad geëvolueerd was – worden momenteel de “slum-bewoners” massaal van hun woonplaats verwijderd om nieuwe bouwprojecten op te zetten. Ik kan me niet voorstellen dat Belgische politici zulke acties zouden ondernemen nauwelijks een week voor de verkiezingen. Hier wordt er door de verschillende politieke partijen met geen woord over gerept.
De beperkte debatruimte – al dan niet opgelegd – kan op termijn de achillespees van Rwanda worden. Het voorbeeld over de volksverhuizingen in de stad is relatief onschuldig ten opzichte van de wonden die nog steeds aan het helen zijn na de genocide. De lauwe politieke campagne weerspiegelt volgens mij niet wat er hierrond nog leeft in deze samenleving. Ongetwijfeld heeft een sterk leiderschap hier ontwikkelingsresultaten opgebracht, maar zonder meer politiek debat zal de machine op een bepaald moment stevig gaan sputteren.

Vanuit de civiele maatschappij moeten we de debatruimte volop benutten en verder uitbreiden, maar dat is niet gemakkelijk. Over deze en andere bedenkingen hebben we vandaag een interessant gesprek met de Belgische ambassade. Het valt me op hoe gedreven zij hier ter plekke met hun job bezig zijn, ondanks de soms moeilijke werkomstandigheden.

’s Avonds is er een kleine bijeenkomst gepland met al onze partnerorganisaties en collega’s van Barbara Vandevelde. Zij heeft vanuit Bujumbura 2,5 jaar gewerkt voor 11.11.11 en wordt vervangen door Eva Palmans. Het is een ontroerend afscheid. Ook de partners waarmee we om inhoudelijke redenen stoppen zijn volop aanwezig. Barbara heeft – ondanks moeilijke beslissingen bij sommige partners – hier duidelijk sterk werk neergezet.

Bogdan Vanden Berghe

donderdag 11 september 2008

Terug naar Rwanda

9 september - Om 8u stipt moeten we terug vertrekken vanuit Bikavu voor een overvol programma op terugweg naar Kigali. Bij het ontbijt valt de schoonheid van deze stad en haar bijzondere ligging aan het Kivumeer nogmaals op. Hier hadden we langer moeten kunnen blijven. Ik heb spijt dat ik geen foto’s kan meesturen met dit verhaal. Als deze stad er terug bovenop komt, is dit een gedroomde toeristische trekpleister.

Ons eerste bezoek brengt ons bij CDA-iriba, een organistie die zich bezighoudt met alfabetisering en landbouwontwikkeling. Een traditionele, degelijke basisorganisatie met knappe resultaten en een organsiatie die bovendien veel internationale financiers weet te overtuigen en wellicht een mooie toekomst te wachten staat.

Het volgende bezoek was voor mij indrukwekkend. Nog een beetje suf van de autorit waren we getuige van een verzoeningsproject van Pro Femmes, één van de partners van 11.11.11. We kwamen in een vergadering met overlevenden van de genocide, met ex-gevangen en ex-militieleden. 14 jaar na wat men hier “de gebeurtenissen” noemt, zitten daders en slachtoffers samen rond de tafel. We kregen een warm onthaal en het viel bij de binnenkomst op dat ik onmogelijk kon zien wie wie was. Tja, hoe herken je een genocidair of een slachtoffer op het eerste zicht? Voor mij was het op zijn minst verwarrend om tussen hen te zitten. Hoe moet dat voor hen wel niet zijn? Het was niet de eerste keer dat ze samenkomen. Reeds 1,5 jaar komen ze regelmatig samen om onder begeleiding van Pro Femmes te zoeken naar oplossingen om opnieuw samen te leven in hun dorpen en gemeenschappen. Ze zijn met een zestigtal personen en ze zijn vanuit hun dorp of gemeenschap door hun groep (ex-gevangen, ex-militieleden of nabestaanden) gekozen om hier aan deel te nemen. Pro Femmes geeft hen eerst gedurende een week een intense opleiding over conflictbeheersing en gespreksmethodieken. Daarnaast krijgen ze in die week ook een cursus rond microkredieten, waardoor ze verder kunnen in hun gemeenschap. Armoede is namelijk het probleem dat ze allemaal delen.

De gesprekken gaan van absurd tot erg aangrijpend. Zo horen we tussenkomsten van slachtoffers die schadevergoeding willen, maar hoe meet je dat na 14 jaar? De doden kan je niet terugbrengen en bijvoorbeeld een koe die toen 30 000 franc Rwandais waard is, is er vandaag 300 000 waard. Dit krijgen we toch nooit bij mekaar zeggen de daders, waarna ze oproepen tot enige gematigheid bij de slachtoffers. Het heeft iets absurd. De sfeer is meer geladen wanneer ex-gevangen getuigen over hoe ze moordden. Na 12 jaar gevangenis geven ze toe doordrongen te zijn van het feit dat ze misdaden hebben begaan, maar hun persoonlijk aandeel hierin trachten ze constant te minimaliseren. “Het was de schuld van de toen heersende overheid die de bevelen gaf”. De slachtoffers zwijgen, dit hebben ze duidelijk al meer gehoord. De gespreksbegeleider wijst de ex-gevange erop dat ondanks die bevelen van de overheid er ook mensen waren die niet gemoord hebben of zelfs hun buren verstopt hebben voor het geweld en dat er dus ook een deel persoonlijke verantwoordelijkheid is. Eén van de daders nuanceert het afschuiven van de schuld op de overheid. Hij vertelt over de moed die had samengeraapt om publiek – tijdens de volksprocessen – vergiffenis te vragen voor zijn daden. Maar geeft toe uit schaamte nog steeds niet voldoende moed te hebben om zo’n vergiffenis ook aan zijn slachtoffers te vragen. Ook wel omdat hij wist dat ze hem dan gingen vragen waarom hij deze gruweldaden had gedaan. Zich dan enkel en alleen schuilen achter bevelen van de overheid zou ongeloofwaardig zijn. Maat wat hem dan wel bezield? Hij gaf ook toe niet te weten hoe hij het voor hen weer goed moest maken. Waarop slachtoffers weer suggesties gaven die op dat gebied gewerkt hadden in hun dorp. Er vallen hier keiharde woorden en maar toch blijft de wil om samen in dialoog te gaan steeds aanwezig.

Na de sessie praten we nog even na met Suzanne die werkt voor Pro-Femmes. Ze vertelt een waanzinnig verhaal over één van de eerste opleidingen. De deelnemers werden bij aankomst per twee één kamer toegewezen. Twee jonge vrouwen werden bij mekaar gelegd. Na drie dagen opleiding blijkt dat één van beide vrouwen 12 jaar in de gevangenis had gezeten wegens het uitmoorden van de familie van de andere vrouw. Vermits het in 1994 buren waren, wisten ze dat natuurlijk van mekaar, maar ze hadden tegen niemand iets over gezegd over deze gruwelijke speling van het lot. De eerste nacht waren ze zonder een woord te zeggen gaan slapen. Nadien waren ze beginnen praten en de derde dag maakten ze dit gruwelverhaal ook bekend. Op het einde van de opleiding hadden ze de moed gevonden om elkaar te vergeven. Maar bij de terugkomst in hun gemeenschap werd hun dit niet in dank afgenomen. Suzanne is toen zelf gaan bemiddelen omdat te gemoederen te hoog opliepen. Natuurlijk hoopte ik hier op een happy end, waarbij iedereen terug samenwoont. Maar dat gaf Suzanne niet, er waren in dat dorp nog steeds heel wat spanningen. Maar voegde ze er aan toe, “over die spanningen wordt in dat dorp op zijn minst gepraat en wie weet slaagt men er over enkele jaren daardoor wel in mekaar te vergeven. Hoe lang heeft het bij jullie geduurd voor de wonden van de oorlog geheeld waren?” Stilletjes stapten we terug in de auto.

Dit soort ontwikkelingssamenwerking is werk van lange adem, met genuanceerde resultaten. Maar in een verscheurd land als Rwanda, o zo nodig. We bezoeken nadien nog twee knappe partners die zich volop inzetten voor de wederopbouw van Rwanda, maar de getuigenissen blijven in mijn hoofd naspoken.

Bogdan Vanden Berghe

woensdag 10 september 2008

Bukavu - Oost-Congo

8 september - Om 8u ’s morgens opent de grens tussen Rwanda en Congo. Ik vroeg me af waarom die overgang tussen Cyangugu (Rwanda) en Bukavu (Congo) van 18u ‘ s avonds tot 8u ’s morgens gesloten bleef. Maar als verwende Europeaan die stilaan niet meer weet wat grenzen zijn, vond ik dat ik daar maar niet over moest protesteren. Stipt om 8u stonden we met onze bagage aan de grens. In Rwanda herkende de computer mijn paspoort. Op naar de volgende grenspost, in Congo, zo’n 200 meter verderop. Hier is geen sprake van computers. Ik heb er ook geen elektriciteit gezien. Misschien vandaar dat de grens gesloten is als het donker is? Er wordt me op het hart gedrukt geen foto’s te nemen van de grensovergang. Jammer, want dit moet je natuurlijk zien om te geloven. Een vervallen hut met vier à vijf douandebeamten die alles noteren in een dik logboek. Als ik vraag waarom ik geen foto’s mag trekken, is het antwoord: “omdat deze grenspost tot de militaire geheimen behoort”. Sarcastisch commentaar van onze Congolese medewerker, Aleki: “ ze hebben hier nog niet gehoord van Google earth”

We vertrekken onmiddellijk naar het binnenland tot zo’n 40 km buiten Bukavu. Hoewel iedereen ons meldt dat de veiligheidssituatie in de regio beter is, merk ik in de stad toch wel een eerder vijandige houding ten opzichte van de blanken. De wegen (of wat ervan overblijft) zijn in verschrikkelijke staat. Aleki, die hier geboren is, wijst er ons op dat de weg nog gelegd werd in de koloniale periode. Eens uit de stad rijden we op een verharde grondweg die recent aangelegd is door de Chinezen. Gemiddeld halen we er vlotjes 30 km per uur. Want na iets meer dan een uur bereiken we een project van ASOP. Het is één van de lidorganisaties van Crong Kivu die 11.11.11 steunt. Men vertelt ons dat er hier af en toe nog Interhamwe (ex-genocidairs uit Rwanda) rondzwerven. Toen deze milities enkele jaren geleden tot vlak bij Bukavu naderden, hadden de Congolese troepen het dorp, waar dit project gelegen is, als uitgangsbasis genomen voor het verzet. Gevolg: al het moeizaam gekweekt vee en groenten werden door het Congolese leger verorberd. Qua bescherming van het eigen leger kan dat tellen… De situatie is nu veel beter, zo legt onze Congolese partners uit, “want ze worden nu nog slechts af en toe lastig gevallen “ambeter” door de Interhamwe”…

Maar ondanks deze vervelende veiligheidssituatie is de sfeer hier minder grimmig dan in de stad. We worden hartelijk ontvangen en krijgen een rondleiding op 3 van hun in totaal meer dan 40 erven. Ze kweken er koeien, schapen, konijnen en kleine biggetjes. Met behulp van de veearts van ASOP trachten ze rassen te kweken die veel voedsel (vlees of melk) produceren en die resistent zijn tegen de klimatologische omstandigheden. De mest gebruiken ze om de té intens gebruikte landbouwgrond opnieuw te verrijken. Met succes, want hun groentenoogst kende dit jaar een hoogtepunt met op één erf 5 ton aardappelen. Eén van hun problemen was nog om hun waren goed te verkopen. Door de verschrikkelijke staat van de wegen krijgen ze hun waren moeilijk verplaatst en verkopen ze dikwijls onder de prijs. Men gaat nu ook proberen enkele prijsafspraken te maken met de boeren in de buurt om op die manier fatsoenlijke prijzen voor hun waren te bedingen.

‘ In de namiddags worden we verwacht op een “Tribune d’expression populaire”. Dit debat werd georganiseerd door onze partner CEDAC en brengt vertegenwoordigers van de civiele samenleving in contact met beleidsverantwoordelijken. Telkens wordt er een vooraf gekozen thema besproken, zodat de organisaties haar achterban vooraf kan raadplegen. Vandaag heeft men het over het thema “veiligheid” met vertegenwoordigers van het leger, de politie, de overheid en de Monuc (de VN-Vredesmacht). Na onze avonturen in de voormiddag en de verhalen van de Interhamwe en het Congolese leger, is het me duidelijk dat veiligheid een constant thema is. Al snel zien we dat iedereen zijn paraplu heeft meegenomen, De vertegenwoordiger van de overheid vond dat hij alleen uitleg verschuldigd was aan het parlement, de politie vond dat de burgers zelf mee verantwoordelijk waren met hun wild rijgedrag (sic), de Monuc had té weinig mandaat om krachtig te kunnen optreden. Toch werd het stil in de zaal bij de keiharde getuigenissen over verkrachte vrouwen, abominabele levensomstandigheden in de gevangenis en waanzinnige verhalen van plunderingen van alle legers actief in de regio. Opvallend: de kolonel van het Congolese leger nam nauwelijks het woord en trachtte zich zo klein mogelijk te maken. Toen een volksvertegenwoordiger die achter ons zat aan de verantwoordelijke vooraan in de zaal vroeg wat ze gingen doen aan de recente verdwijning van drie jonge vrouwen van rond 19 jaar, kwam er geen echt antwoord. De enige die zich aangesproken voelde was de kolonel van de Monuc die de exacte gegevens van de verdwijning nauwkeurig opvroeg en ten stelligste beloofde er onmiddellijk werk van te maken. Toch nog een lichtpuntje op het einde van een debat, waar geen eenvoudige oplossingen voor het rapen lagen. Onze partners zetten op basis van dit debat het overleg met overheid verder…

Bogdan Vanden Berghe

Aankomst in Rwanda

6-7 september - Mijn eerste bezoek aan Centraal-Afrika begint in Rwanda. We landen ’s avonds in “Kigali by night”. De volgende ochtend valt op hoe ontwikkeld deze hoofdstad is. Prima berijdbare wegen, motards met helm, een veilig gevoel en – grappig detail - er is zelfs een shoppingcenter. Laat er geen twijfel over bestaan: Kigali is op het eerste zicht een natte droom voor de ontwikkelingshulp. Het overheidsbudget van Rwanda bestaat naar verluidt ongeveer voor 50% uit ontwikkelinghulp. Efficiënt besteed ontwikkelingsgeld zorgt voor erg zichtbare resultaten in deze hoofdstad en maken van Rwanda een heuse lieveling van de donoren. Of het allemaal efficiënt besteed ontwikkelingsgeld is? De waarheid is wellicht iets genuanceerder en zeker niet iedereen denkt er zo over. Congolezen bijvoorbeeld noemen een mooie nieuwe wijk in Kigali “Merci Congo”,doelend op de inkomsten die de Rwandese overheid zou halen uit de plundering van de natuurlijke rijkdommen uit Congo.

’ s Morgens brengen we een bezoek aan de Memorial, een museum over de genocide in Rwanda, dat onder andere mee gefinancierd wordt door de Belgische overheid. Het schetst kort de geschiedenis van Rwanda en hoe de tragische gebeurtenissen van april 1994 reeds erg lang geleden hun wortels hadden in deze samenleving. De waanzin van die drie dramatische maanden in 1994 wordt met een aantal getuigenissen (van nog steeds erg jonge mensen) en door middel van pakkende beelden treffend weergegeven. De sprekende beschrijving van de gruwel en het besef dat dit slechts 14 jaar geleden plaatsvond maakt indruk. De zaal waarvoor overlevenden van de genociden foto’s – vaak de enige die ze bezitten- aanleverden van de kinderen die het niet haalden is aangrijpend. Er hangen honderden foto’s van kinderen tussen de 3 maanden en 7 jaar oud… Een aantal foto’s zijn uitvergroot met een korte samenvatting van het leven van de kinderen. Het eindigt telkens met hun doodsoorzaak: neergeknuppeld, afgemaakt met machete, kogel door het hoofd, tegen de muur gesmakt… Hartverscheurend.

Onze partner CCOAIB grijpt mijn bezoek aan om bloemen ter nagedachtenis van de slachtoffers te leggen. Zelf hadden we namens de Vlaamse ngo’s een foto laten inkaderen om onze steun te betuigen aan de slachtoffers en aan al wie werkt aan de wederopbouw van een samenleving voor alle Rwandezen. De Rwandese radio en televisie coverden het bezoek en vroegen me wat het meest indruk gemaakt had. Ik moet niet lang nadenken: “het totale falen van de internationale gemeenschap bij het voorkomen van deze massamoord”. En dan heb ik het nog niet gehad over de Belgische rol in deze geschiedenis. Een bezoek om nooit te vergeten….

’s Namiddags rijden we vanuit Kigali doorheen Rwanda naar Bukavu in Oost-Congo waar we een afspraak hebben met Aleki, onze Congolese collega. Al gauw zie ik dat naarmate we van Kigali wegrijden, de bouwwerken minder indrukwekkend worden. De weg daarentegen is van prima kwaliteit. We maken een korte tussenstop in Butare om te eten en beginnen dan aan een prachtig stuk natuur door het oerwoud. Dat naarmate we vorderen het wegdek steeds slechter werd en dat we door de enorme putten soms stapvoets vooruitgeraken, deert ons niet, het geeft ons tijd om de aapjes uit het oerwoud wat beter te bekijken. Jammer genoeg had niemand ons gezegd dat de grens naar Congo onherroepelijk sluit om 18u. We geraken er niet op tijd en zijn verplicht te logeren in Cyangugu op 50 m van de grens. Als we morgenvroeg op tijd vertrekken brengt dat ons programma wellicht niet in gevaar.

Bogdan Vanden Berghe

dinsdag 9 september 2008

Vooruitgang in Accra onvoldoende

Persbericht
Vrijdag 5 september 2008

Drie jaar na de ondertekening van de Verklaring van Parijs (VP) – over de doeltreffendheid van hulp – werd de uitvoering hiervan geëvalueerd in Accra. Het doel was te kijken waar er achterstand is en een actieplan goed te keuren om de uitvoering van de VP te versnellen en verbeteren. Na 50 jaar ontwikkelingssamenwerking zijn er nog steeds 1,4 miljard extreem armen. Meer doeltreffende hulp is dus geen luxe.


Gisteren gingen de ministers akkoord met de zogenaamde Accra Agenda voor Actie (AAA). De verwachtingen waren hooggespannen. Maar ondanks de opname van enkele deadlines op het laatste moment blijft de AAA eerder een intentieverklaring dan een daadwerkelijk actieplan. Civiele organisaties en ontvangende overheden waren vragende partij voor veel concretere engagementen.

De onderhandelingen tijdens het High Level Forum liepen heel erg stroef. Vooral de VS en Japan namen een erg behoudsgezinde houding aan. De EU heeft zich samen met de partnerlanden op een lijn gezet voor verdergaande engagementen op een aantal vlakken. Dit leidde tot enkele stappen in de juiste richting op vlak van gebruik van nationale beheerssystemen, taakverdeling onder donoren, aandacht voor fragiele staten en meer dialoog met civiele organisaties en parlementen.

In een jaar waar meer dan honderd miljoen mensen in armoede geduwd werden door de stijgende voedselprijzen is het echter teleurstellend dat donoren zich niet geëngageerd hebben om voedselhulp te ontbinden, ondanks studies die aangeven dat de kostprijs hiervan 35% hoger ligt dan wanneer dit ongebonden is. Een ander punt waar geen vooruitgang geboekt werd, nochtans erg benadrukt door de ontvangende overheden en de civiele organisaties, is de hoognodige vermindering van beleidsconditionaliteiten.

Het komt er nu op aan de gemaakte engagementen ook daadwerkelijk na te komen. We vragen geen woorden, maar daden. Ook roepen we de donoren met aandrang op om hun verantwoordelijkheid op te nemen op de VN Top in september en de Doha Conferentie over financiering van ontwikkeling in November. In Doha zal meer nadruk liggen op de coherentie van ontwikkelingssamenwerking met andere belangrijke beleidsterreinen. Want er is zeker nood aan meer en betere hulp, maar die moet ingepast worden in een beleid dat op alle domeinen – klimaat, schulden, handel, etc. – bijdraagt tot het realiseren van ontwikkelingsdoelen.

Meer informatie: