maandag 21 december 2009

VEEL PLOTWENDINGEN MAAR GEEN HAPPY END

De top in Kopenhagen is helaas geen mijlpaal in de klimaatgeschiedenis geworden. Althans niet in positieve zin. De onderhandelingen werden van aan het begin geplaagd door procedureslagen en terugkerende impasses, maar in het besluitende etmaal veranderde ze in een echte 'race to the bottom'. Het venijn zit in de staart, wordt wel eens gezegd.

Tijdens de laatste 48 uren van de onderhandelingen was verwarring troef. De onderhandelingen speelden zich in deze fase vooral af op het niveau van staats- en regeringsleiders en juiste informatie over de stand van zaken was moeilijk te bemachtigen. Als toeschouwers in het Bella Center probeerden we de plotwendingen te volgen.

Eerst was er nog een sprankeltje hoop toen het gerucht de ronde deed dat de Europese Unie overwoog haar 30% emissiereducties op de tafel te leggen. In de plaats daarvan gingen de Verenigde Staten met het initiatief lopen. Na de komst van President Obama volgde een reeks onderhandelingen op hoog niveau. Opeenvolgende versies van een slottekst-in-de-maak lekten naar buiten, de ene nog slechter dan de andere. Ondertussen werd het aantal landen aan de onderhandelingstafel uitgedund tot een select groepje - VS, India, China, Zuid-Afrika - dat uiteindelijk met een ontwerptekst op de proppen kwam.

De ontwerptekst stelde geen duidelijk becijferde globale emissiereducties voorop en maakte geen vermelding van het feit dat de uitstoot van broeikasgassen zijn piek ten laatste in 2015 moet bereiken. In het akkoord gaan de industrielanden geen concrete engagementen aan op het vlak van emissiereducties tegen 2020. Ze beloven slechts die emissiereducties te realiseren die ze tegen februari 2010 zullen doorgeven aan het UNFCCC secretariaat. Over emissiereducties tegen 2050 wordt niet eens gesproken. Alle achterpoortjes blijven open en ook voor het stoppen van de ontbossing werd geen concrete datum overeengekomen. Wat de lange termijn financiering van klimaatinspanningen in ontwikkelingslanden betreft schieten de vooropgestelde bedragen schaamteloos tekort en is er geen duidelijkheid over wie wat zal bijdragen.

De tekst scoorde zo slecht op de door de EU vooropgestelde doelstellingen dat er twijfel bestond of de EU zich met een dergelijke afgang akkoord zou verklaren. Onder het motto 'beter een zwak akkoord dan geen akkoord' besloten ze dat toch te doen. Niet iedereen bleek het eens te zijn met dat motto. In de daaropvolgende voltallige vergadering van de COP15 klaagden veel ontwikkelingslanden over de ondemocratische onderhandelingswijze en over de zwakke inhoud. Er werd geen consensus bereikt en bijgevolg kon de tekst niet worden goedgekeurd. De Conferentie eindigde met de zeer diplomatische woorden "de Conference of the Parties decides to take note of the Copenhagen accord of 18 December 2009".

De gemiste kans in Kopenhagen betekent dat we meer dan ooit de druk op de ketel moeten houden. Juist, met wat nu op tafel ligt, stevenen we af op een globale opwarming met 3°C of meer. Maar het Kopenhagenakkoord vermeldt ook uitdrukkelijk dat het onderhandelingsproces in de verschillende werkgroepen moet worden verder gezet én het de eerste - piepkleine - stap naar een klimaatbeleid waar alle actoren inclusief de Verenigde Staten, India en China aan deelnemen. Met andere woorden: De strijd is nog niet gestreden! Een veldslag verloren, maar nog niet de oorlog! Het is maar gedaan als het gedaan is! Alle slagzinnen zijn goed om te blijven mobiliseren en onze politieke 'leiders' te dwingen deze halfslachtige politieke wilsverklaring uit te bouwen tot een bindend, adequaat en eerlijk klimaatbeleid.

vrijdag 18 december 2009

EU voorstel is een kat in een zak

Nu de deadline voor de klimaatonderhandelingen razendsnel dichterbij komt, voelt de EU de druk om toch maar 'iets' op tafel te leggen. Dat 'iets' zou de langverwachte emissiereductie van 30% kunnen zijn.

Binnen de EU-groep wordt momenteel sterk overwogen om zich onvoorwaardelijk te verbinden tot 30% emissiereducties tegen 2020. Een aantal zwaargewichten binnen de EU, namelijk Frankrijk, Groot-Brittanië en Duitsland, staan achter dit voorstel. Er zijn echter ook hardnekkige dwarsliggers, zoals Polen en Italië. Als antwoord op de verdeeldheid en om een veto van Polen te vermijden, stelde de Europese Commissie voor om de emissiereductie van 30% vooral te realiseren in die landen die hiertoe bereid zijn.

De Commissie probeert momenteel zo veel mogelijk Europese lidstaten te overtuigen met de argumentatie dat een 30% emissiereductie niet echt veel extra moeite zou kosten, vooral dankzij het schaamteloos gebruik van een aantal achterpoortjes: het overhevelen van het overschot van toegekende maar niet-gebruikte emissierechten uit de eerste verbindingsperiode van het Kyotoprotocol (tot 2012), het versoepelen van de voorwaarden om emissiereducties als gevolg van gewijzigd landgebruik in rekening te brengen en het opvoeren van de aankoop van schone lucht buiten de EU. Met andere woorden: emissiereducties op papier, maar niet in de realiteit.

Tijdens zijn speech maakte Federaal Minister van Klimaat, Paul Magnette, melding van de noodzaak om ervoor te zorgen dat de uitstoot van broeikasgassen ten laatste piekt in 2015. Dit is een belangrijke voorwaarde om de globale temperatuurstijging te beperken tot 2°C. Het EU standpunt is minder ambitieus want daar spreekt men van een piek in 2020.

Op het vlak van emissiereducties gaat de Belgische positie echter achteruit. Gisteren (donderdag) sprak België zich niet uit tegen een emissiereductie van 30%, maar sinds de aankomst van Premier Leterme is dat wel het geval. Eigenaardig, aangezien tijdens eerdere gesprekken geen van de regionale ministers zich uitsprak tegen.

Wat emissiereducties betreft, verkoopt de EU een kat in een zak. Maar wat de financiering van de mitigatie en adaptatie in ontwikkelingslanden betreft, zit er zelfs geen kat in de zak. Tot dusver kwamen er uit Europese hoek nog helemaal geen voorstellen met duidelijke en voorspelbare bedragen voor de klimaatsteun op lange termijn. Zelfs als China en Amerika nog uit hun pijp komen, zullen de Europese zakken weinig bijdragen tot het Hopenhagen voor de mensen in ontwikkelingslanden.

Met de huidige engagementen van de industrielanden en de groeilanden over emissiereducties stevenen we af op een opwarming van 3 graden. En de al gemaakte beloftes voor klimaatsteun aan de ontwikkelinslanden zijn niet voldoende om de levensnoodzakelijke adaptatiemaatregelen te nemen.

Jean-Pierre De Leener & Sarah Vaes

Veel geblaat maar weinig wol


In het Bella Center worden we sinds woensdag vergast op een gestage stroom van ministers en staatshoofden. Van Ahmadinejad tot Zenawi, één voor één bestijgen ze het spreekgestoelte om hun stempel te drukken op het klimaatbeleid van de toekomst.

Eén van de grote spraakmakers tot dusver was de Ethiopische Eerste Minister, Meles Zenawi. Na een onderonsje met Nicolas Sarkozy, kwam Zenawi met de boodschap dat de Afrikaanse landen hun eisen voor klimaatsteun naar beneden bijstellen: Zenawi vroeg 10 miljard dollar per jaar tot 2012, een progressieve opbouw van de klimaatsteun naar 100 miljard dollar tegen 2020 en een beheersorgaan met gelijke vertegenwoordiging van donors en ontvangers. Verhitte discussies onder de Afrikaanse aanwezigen in het Bella Center maakten snel duidelijk dat niet alle Afrikaanse landen in wiens naam Zenawi sprak, gediend waren met dit voorstel. Een verontwaardigde reactie van de Senegalese delegatie: "Zenawi? Connais pas"

De Venezuelaanse president Chavez wist de aanwezigen te vertellen dat er op deze conferentie een geest rondwaart die niemand durft te benoemen. Hij durfde dat wel: "Its name is 'Capitalism'". Zijn voornaamste boodschap werd dan ook samengevat met de slogan: 'Change the System, Not the Climate'. President Ahmadinejad op zijn beurt beloofde dat ook Iran inspanningen zal doen, en zag vooral voor nucleaire energie een grote toekomst weggelegd in deze tijden van klimaatverandering. Spijkers met koppen sloeg de Braziliaanse president Lula da Silva met zijn uitspraak dat de klimaatonderhandelingen geen pokerspel zijn.

Ook Bondskanselier Merkel en President Sarkzoy deden hun duit in het zakje. Net als de andere sprekers benadrukten zij de ernst en de urgentie van het klimaatprobleem en riepen ze op om in de schaarse resterende uren de knopen door te hakken. Over één ding zijn de sprekers, die hier uur na uur volspeechen, het eens: er is geen tijd meer te verliezen. Maar ondertussen lagen de echte onderhandelingen in de andere plenaire vergadering al uren stil.

Sarah Vaes

donderdag 17 december 2009

Vertrouwensbreuk tussen ontwikkelingslanden en Deense voorzitter COP 15

De eerste dag van de onderhandelingen op het niveau van de ministers werd gekenmerkt door een totaal gebrek aan vertrouwen.
Eerst en vooral is er de civiele maatschappij: 5000 vertegenwoordigers van de niet-gouvernemetele organiaties werden geaccrediteerd voor toegang tot de conferentie. Van over de hele wereld zijn ze naar hier gekomen. Zij werden door de voorzitster Connie Hedegaard naar voor geschoven om de roep naar een ambitieus akkoord kracht bij te zetten.Zoveel petities, zoveel acties, blablabla.....

Gisteren werd de toegang niet alleen beperkt voor ´de ngo´s (vrijdag maximum 500 van de 5000 geaccrediteerden). Zelfs met een geldige badge geraakten een belangrijk deel van deze mensen niet voorbij de security.
Gevolg: een beperkte actie van twee mensen van Climate Justice Now die even het podium overnamem van Ivo de Boer - directeur van de UNFCCC - en nadien uiteraard werden ingerekend door de ordediensten.

Op straat zagen we een gewelddadig optreden van de politie op deelnemers aan een aangekondigde betoging naar het Bella Center .

Intussen was er ook een totale stop in de onderhandelingen.
Noch de Deense leefmilieuminister Connie Hedegaard, noch de Deense premier die intussen het voorzitterschap had overgenomen genieten het vertrouwen van de G77.
De hele dag en een deel van de nacht werd verloren door discussie over welke procedure nu moest gevolgd worden om het vertrouwen te herstellen.

Van bij de start zijn er geen duidelijke voorstellen geweest voor voldoende uitstootvermindering, geen voorstellen voor financiering. Na een uitgelekt ontwerp van akkoord bij de start van de onderhandelingen zijn de Denen er niet in geslaagd om opnieuw vertrouwen te winnen.
De slechte organisatie heeft hiertoe zeker bijgedragen.

Ook de Belgische Minister Magnette is gisteren aangekomen.
We hebben deze middag een afspraak over onze eisen, die we reeds over hebben gemaakt aan de gewestelijke ministers .
Belangrijker gezien de volledige vertrouwensbreuk, is de afspraak van de Klimaatcoalitie, waar 11.11.11 deel van uitmaakt, met premier Leterme die vanavond naar Kopenhagen vliegt voor de Europese topontmoeting.

De enige deblokering mogelijk is een herstel van vertrouwen door vanuit de EU de voorwaarden te laten vallen voor de beloofde 30% reductie en een overtuigend bedrag voor de financiering van adaptatie en mitigatie in het Zuiden.

Intussen zal de Belgische delegatie samen met enkele andere EU-lidstaten de Costa Ricaanse onderhandelaarster voorstellen als facilitator tussen de G77 en het Deense voorzitterschap van de COP.
Zowel de persoon als haar land geniet het vertrouwen. Costa Rica slaagt er immers in om 95 % van haar energiebehoefte in te vullen met hernieuwbare energie( waterkracht en aardwarmte) door financiering via heffingen op fossiele energie- en watergebruik. Daarnaast hebben ze een uitgesproken beleid naar bosbehoud en behoud van biodiversiteit.

Wat ons naadloos brengt naar wat onze 11.11.11-partners van Accion Ecologica in Ecuador met het Yasuni-project willen bereiken, namelijk de aardolie in de grond laten, het tropisch bos en de biodiversiteit bewaren en om de duurzame ontwikkeling van de indianen in dit gebied mogelijk te maken.

Zij stelden hun project voor in de alternatieve conferentie van het Klimaatforum, waar iedereen binnen mocht, iedereen solidair was in de vraag naar een rechtvaardig klimaatakkoord en de organisatie meer dan ok was. Een groot verschil met de officiële conferentie.

Jean-Pierre De Leener

woensdag 16 december 2009

Final Call voor de Europese Unie

In Kopenhagen is het 'high-level' gedeelte van de onderhandelingen gisteren officieel aangevangen. Een indrukwekkende lijst ministers en staatshoofden zal in de komende week zijn opwachting maken hier in Kopenhagen. De vraag is of ze komen om 'hun' slag thuis te halen of om een eerlijk en adequaat klimaatverdrag uit de brand te slepen.

Dat er hoog bezoek op komst is, voelen we hier aan alle kanten. De grote opkomst van ministers en staatshoofden wordt hier aangegrepen om steeds meer NGO-vertegenwoordigers de toegang tot het Bella Center (waar de onderhandelingen plaatsvinden) te ontzeggen. Terwijl Connie Hedegaard, de voorzitter van de COP15, tijdens de openingsceremonie gisteren nog benadrukte dat de talrijke NGO-aanwezigheid en de bijna honderdduizend demonstranten tijdens het afgelopen weekend getuigen van het draagvlak voor een streng akkoord, mag op vrijdag nog slechts 1 op 10 van de geaccrediteerde NGO-vertegenwoordigers het Bella Center binnen. Dat dit de transparantie van de onderhandelingen geen deugd doet, spreekt voor zich. In België hebben we gelukkig een streepje voor: de NGO vertegenwoordigers worden opgenomen in de officiële delegatie en hebben dus de felbegeerde roze badge.

Ook aan de gebeurtenissen op onderhandelingsvlak is te merken dat de tijd begint te korten. De onderhandelingen die gisteren werden aangevangen, in de hoop overeenstemming te bereiken over de basisteksten waar de ministers en staatshoofden zich verder over moeten buigen, duurden tot 5 uur vanmorgen. Hoewel er bijna de klok rond wordt gewerkt, bewegen de onderhandelingen nauwelijks. De onderhandelingsteksten houden bijna alle opties open en het zullen dus de politieke leiders zijn die in de komende dagen het onderhandelingsproces vlot moeten trekken. Het grote gevaar is dat in de zoektocht naar een compromis tussen de verschillende nationale belangen (waar tot nu toe hardnekkig aan wordt vastgehouden) de minimum vereisten voor een adequaat klimaatakkoord helemaal worden vergeten.

De EU heeft nu, meer dan ooit, een doorslaggevende rol te spelen. Vanavond nog zitten de Europese Ministers van Leefmilieu samen. Het is hun allerlaatste kans om de defensieve positie van de EU te doorbreken. Na de zo vaak herhaalde belofte om zich in te zetten voor een 'ambitieus' klimaatakkoord, is het hoog tijd voor de EU om zelf die ambitie aan de dag te leggen: de 30% emissiereducties tegen 2020 en échte voorstellen voor de klimaatfinanciering moeten dringend op de tafel komen. Een beslissing van de Ministers van Leefmilieu zou dan door de uitzonderlijke Europese Raad die morgenavond zal plaatsvinden, bekrachtigd kunnen worden.

Vlaams Minister van Leefmilieu, Joke Schauvliege, ziet ook de noodzaak van meer ambitie in. Tijdens onze vergadering gisteren zei de minister dat ' de EU een tandje bij moet steken, dat het hoog tijd is om een bijkomende geste te doen' en dat Vlaanderen dit alleen maar kon steunen. Ook Waals Minister van Leefmilieu, Philippe Henry, en Federaal Minister van Klimaat, Paul Magnette, zijn in Kopenhagen. Aan onze ministers nu om met een sterk Belgische standpunt de EU-positie van een barnodige shot ambitie te voorzien.

Sarah Vaes

Kopenhagen is processie van Echternach

De eerste dag van de laatste onderhandelingsweek was voor iedereen een verloren dag. Door de massale opkomst van delegatieleden en waarnemers en de slechte Deense organisatie liep alles verkeerd. Heel wat mensen-ook sommige onderhandelaars moesten noodgedwongen van 5 tot 10 uur buiten in de barre koude wachten om binnen te geraken in de conferentiezaal. Wij waren bij de gelukkigen: om 14u30 was het zover.

Net op tijd om met de Noord-Zuid vertegenwoordiging een gesprek te hebben met onze Minister van Ontwikkelingsamenwerking, Charles Michel.

Hij was samen met de EU-ministers voor ontwikkelingssamenwerking voor 1 dag naar Kopenhagen overgevlogen voor een lunchvergadering met de vertegenwoordigers van de minst ontwikkelde landen (MOL).
Inhoud van de vergadering: de financiering die door de EU-lidstaten vrijgemaakt voor de jaren 2010,2011 en 2012.
Niet te verwarren met de financiering voor na 2012 die het onderwerp uitmaakt van deze Kopenhagenkonferentie.

Na de top van vorige week hierover bevestigde premier Leterme voor de radio dat België per jaar 50 miljoen zou vrijmaken bovenop de 0,7 die voorzien zijn in het budget ontwikkelingssamemwerking. In het gesprek met Michel was deze veel minder affirmatief. Hij stelde ook dat deze discussie binnen de EU zeer moeilijk ligt omdat de meeste landen de afgesproken percentages niet halen.

Op de website van de Standaard lazen we dat Michel de aankoop van schone lucht als ontwikkelingsgeld beschouwt....
Dat is uiteraard niet onze mening: eerst en vooral moeten we hier in het Noorden onze uitstoot verminderen en moeten we het probleem niet pogen op te lossen door schone lucht te kopen. Ook niet in Afrika: Het 'klimaatgeld' moet additioneel zijn en gebruikt worden voor adaptatie en lage koolstofontwikkeling en behoud van de koolstofputten in ontwikkelingslanden.

De financiering zorgt in Kopenhagen, naast bindende uitstootreductiedoelstellingen, uiteraard voor de grootste onenigheid tussen de rijke Noordelijke grootste uitstoters en de G77 (China en de ontwikkelingslanden).

Cijfers zijn hier nog niet gevallen, dat zal voor de Ministers zijn tegen het einde van de week.
Wat wel volop in discussie zit is de wijze waarop het geld moet worden bijeengebracht en wie en hoe het moet beheerd worden.
Er zijn drie uiteenlopende meningen. De VS en de 'Umbrellagroep' vinden dat alles binnen de Wereldbank moet geregeld worden. De G77 opteren voor een international fonds met democratische vertegenwoordiging van betalers en ontvangers en weinig regels voor monitoring en controle.
Het EU standpunt ligt er middenin: een internationaal fonds - de bestaande GEF- met de regionale ontwikkelingsbanken als regionale financier en beheersorgaan.

11.11.11 pleit voor nieuw internationaal beheersorgaan dat nationale adaptatie- en mitigatieplannen goedkeurt en financiert. Met uiteraard een uitgesproken monitoring en controle van de uitvoering.
Dit fonds moet gevoed worden met internationale heffingen op vliegtuigvervoer en bunkerschepentransport (hier willen China en India niet van weten), veiling van emissierechten in het Noorden en bijkomemde heffingen omdat hier jaarlijks voorspelbare bedragen nodig zijn.

Vandaag hebben we hierover een aantal gesprekken met de verschillende ministers van Leefmilieu die vanaf vandaag alle drie in Kopenhagen zullen zijn.

Ook op de agenda staat een coördinerende vergadering met onze Congolese partners van de Reseau des ressources Naturelles die een uitgesproken standpunt hebben bepaald over de wijze waarop het bos in het Congobekken moet worden bewaard ten voordele van de plaatselijke gemeenschappen en inheemse volkeren.

Tot morgen.
Jean-Pierre De Leener

dinsdag 15 december 2009

100.000 op straat in Kopenhagen voor een rechtvaardig klimaatakkoord

Zaterdag 12 december trok een bonte stoet van honderdduizend mensen door de straten van Kopenhagen met een zeer duidelijke boodschap voor de delegatieleiders.

Bont omwille van de diversiteit in de deelnemers die van over de hele wereld naar Kopenhagen zijn afgezakt. Bont ook omwille van diverse invalshoeken die maken dat vakbonden, boeren, milieubeweging en Noord-Zuidorganisaties elkaar vinden in het alomvattende klimaatprobleem en vooral in de vraag naar dringende oplossingen.
Vooral de Noord-Zuid boodschap overheerste in de toespraken bij de start: met de stijging van de eerste graad celcius die we nu meemaken zijn al 50 miljoen mensen gestorven bij gebrek aan voedsel en water als gevolg van aanhoudende droogte of wateroverlast. Met een stijging tot 2 graden worden het er 800 miljoen.
De boodschap weerklonk zeer duidelijk: "we want climate justice" , "we want it now" en "we do not need numbers, we need food and water".

Ondertussen vergaderden de delegaties in het conferentiecentrum ter voorbereiding van de laatste week onderhandelingen, waarin vooral gekeken wordt naar wat Barack Obama zal voorstellen. Vanuit de delegaties stelt men dat de ministers nog heel wat werk voor de boeg hebben: "ze zullen niet enkel de grote politieke lijnen moeten uitzetten, ook heel veel technische problemen op het vlak van de uitvoering moeten beslecht worden."

Toch blijft er een optimisme bestaan over het halen van een akkoord met zowel uistootvermindering als financiering voor adaptatie en mitigatie (behoud van koolstofputten en lage koolstofontwikkeling)
Morgen komt Charles Michel samen met Joke Schauvliege naar Kopenhagen gespoord. De eerste omdat het Zweeds voorzitterschap in allerijl een vergadering heeft bijeengeroepen van de Ministers van ontwikkelingssamenwerking. De tweede binnen de normale planning die maakt dat de federale en gewestelijke milieuministers eind deze week in Kopenhagen zullen zijn. Ook premier Leterme zal donderdagavond Kopenhagen aandoen.

Vanaf heden zal over de konferentie dagelijks een blog worden bijgehouden door afwisselend Jean-Pierre De Leener (11.11.11) en Sarah Vaes( VODO)
Naast de evoluitie van de onderhandelingen besteden ook heel veel aandacht aan onze zuidelijke klimaatpartners die in Kopenhagen aanwezig zijn. Morgen aandacht voor onder andere de Congolese société civile die zal reageren op de discussie rond REDD (behoud van het regenwoud )

Jean-Pierre De Leener
13/12/2009

maandag 9 november 2009

3e en laatste blog over Global Forum on Migration and Development

Tusenstop in Zurich.
Een iets langere vlucht, met overstap, heeft toch een voordeel: tijd om het laatste hoofdstukje te schrijven van deze blog.

Gisteren was de laatste dag van de Peoples Global Action en van het integouvernementele Global Forum. De Mexicaanse ambassadeur is ons komen toespreken, moed inspreken zo je wil. Er zijn blijkbaar toch een aantal landen die een ernstigere rol willen geven aan het middenveld. De Mexicanen, die het Global Forum volgend jaar organiseren in Puerto Vallarta, willen zich a.h.w. ook aan migrantenorganisaties en ngo’s van hun beste kant laten zien. De stellige belofte dat ze hun best zullen doen om meer echte inspraak te organiseren is alvast genoteerd. De Mexicanen zijn blijkbaar nuchtere mensen, die beseffen dat op zo’n regeringsforum toch niets gezegd wordt dat het middenveld niet te weten komt. Maar de ambassadeur lijkt er ook van overtuigd (terecht ;-) dat migrantenorganisaties en ngo’s niet alleen goed georganiseerd zijn en representatief, maar ook dat ze over veel meer expertise ter zake beschikken dan de meeste regeringsvertegenwoordigers op het Global Forum.

We blijven voorlopig toch wat afwachten. Voor we gaan juichen over alweer een nieuwe belofte. De organisatie van officiële Civil Society Days, voorafgaand aan het intergouvernementele forum bleek tot op heden eerder een wortel aan een stok, waarmee het forum al sinds de eerste editie in 2007 in Brussel de middenveldorganisaties aan het lijntje houdt.

Een bijkomende reden voor de scepsis is dat in Mexico een groot verschil bleek tussen het beleid van het ministerie voor buitenlandse zaken, dat het consequent opnam voor de rechten van de Mexicaanse migranten in het buitenland en het beleid van Binnenlandse zaken. Ze veegden nogal vierkant hun voeten aan de rechten van migranten die andere landen naar Mexico kwamen, al dan niet in transit. Volgens de ambassadeur zijn ze nu al drie jaar hard aan het werken om dat gat dicht te rijden in de richting van een betere bescherming van alle migranten waar Mexico mee te maken krijgt. Beide ministeries zullen alvast samen het volgende forum organiseren.

We zullen in elk geval moeten lobbyen bij alle regeringen die pro meer echte participatie en dialoog zijn als we onze zin willen krijgen. Ook de grootste financiers (enkele regeringen) van het forum zouden benaderd kunnen worden, als daar potentiële medestanders bij zouden zijn.

We hebben onze eigen Belgische vertegenwoordigers alvast meegegeven dat België zou kunnen scoren op internationaal niveau door op het vlak van participatie het goede voorbeeld te geven. We kennen hier toch een goede traditie van een stevige dialoog tussen overheid en middenveld (dat daar vaak zelfs voor gesubsidieerd wordt).

Want het organiserende land alleen kan niet zo veel veranderen aan de procedures. De Filipino hebben vorig jaar ook hun best gedaan en kleine stapjes vooruit gezet, maar de klok is toch wat teruggedraaid in Athene. Er waren dit jaar weliswaar beperkte ronde tafels over drie thema’s waar regeringen en Civil Society samen konden praten, maar de regeringen die daar waren, waren niet diegene die er hadden moeten zijn. Daarenboven hebben de Onassis Foundation en de Griekse overheid dit jaar echt hun best gedaan om niet naar de internationale adviesgroep (die wel min of meer evenwichtig was samengesteld, met veel migrantenvertegenwoordigers en vakbonden) te negeren. Bijvoorbeeld als het er op aan kwam de voorzitters en de verslaggevers van de officiële Civil Society Days aan te stellen en zelfs bij de verslaggeving zelf. Blijkbaar verdwenen plots heel belangrijke elementen uit de discussies. Omdat de regeringen ze niet graag zouden horen. Hallo zeg!!

Voor het eerst is ook duidelijk gemaakt dat er nog drie Global Fora georganiseerd zullen worden en in 2013 komt er dan een algemene vergadering die alles zal evalueren. Dat wordt ofwel een begrafenis (als de landen die de boel financieren het voor bekeken houden), ofwel (hopelijk) de blijde intrede van het forum in het VN netwerk. De VN zelf is alvast vragende partij voor het laatste.

Deze duidelijkheid over de komende jaren moet het mogelijk maken om zowel voor de regeringen als voor de Civil Society Days wat broodnodige continuïteit te garanderen, zodat niet elk jaar opnieuw een zogenaamd onafhankelijke stichting het lauw water opnieuw moet uitvinden om de participatie van het middenveld te organiseren. En waar de kleine vooruitgang die vorig jaar bijvoorbeeld gemaakt is ook behouden blijft en als fundering kan dienen voor verdere stappen vooruit.

’s Avonds in het hotel kregen we trouwens nog bezoek van de voorzitter van de VN commissie voor de rechten van migranten. Een heel vriendelijke Marokkaan die in Parijs woont en voor het eerst in drie jaar uitgenodigd was om deel te nemen aan het intergouvernementele forum. Als observator wel te verstaan. Op zich zegt dat al genoeg!

Een interessante observatie die hij met ons deelde was de volgende: na drie jaar zijn alle regeringen toch al min of meer op een gelijk niveau geïnformeerd. Tot actie is men nog steeds niet gekomen.

De voorzitter deelde onze mening over de hele lijn. Iemand om contact mee te houden. Maar hij kan op zichzelf ook niet zo heel veel doen om het proces in de juiste richting te sturen. De VN blijven een vehikel dat enkel kan doen wat de lidstaten willen dat ze doen.

Hoewel, indien er meer klachten zouden worden neergelegd bij zijn commissie voor migrantenrechten, over schendingen van de rechten van migranten, zouden ze bij de VN toch af en toe een signaal kunnen geven aan landen die die rechten schenden. Daarvoor moeten ontvangende landen niet eens de VN conventie over de rechten van migrantenwerknemers en hun familie geratificeerd hebben (tot op vandaag heeft geen enkel ontvangend land dit gedaan). Het volstaat dat het zendende land de conventie ratificeerde.

Zelfs vanuit ngo’s of individuen kan klacht neergelegd worden. Het spreekt voor zich dat die een grotere impact hebben als ze gebundeld en stevig gedocumenteerd worden.

Wat ons eigen, parallel event, de Peoples Global Action on Migration, Development en Human Rights betreft: we slaagden er in om een gemeenschappelijke verklaring op te stellen. Hierin worden onze belangrijkste eisen i.v.m. de bescherming van de rechten van migranten nogmaals herhaald. Daarnaast zijn er een aantal concrete aanbevelingen i.v.m hoe de participatie van het middenveld, in de officiële Civil Society Days, veel beter moet worden aangepakt.

zondag 8 november 2009

De frustratie onder de Palestijnen is groot. Het kwartet moet zijn verantwoordelijkheid opnemen, zegt Minister al-Malki.

De Palestijnse Minister van Buitenlandse Zaken, Riyad al-Malki, is een bevlogen man. Arts van opleiding en in het verleden actief geweest als civil society activist, is hij nu een topspeler in het debat. Op deze laatste dag van de misse, ontmoetten we hem in Ramallah.

De ontwikkelingen van de laatste weken zijn natuurlijk allesbehalve hoopgevend. Het ziet er op dit moment niet naar uit dat er op korte termijn een duurzame oplossing komt. Na 18 jaar onderhandelingen zijn de Palestijnen gedesillusioneerd. De aankondiging van president Abbas dat hij geen kandidaat is voor een tweede termijn is volgens al-Malki een openlijk signaal van frustratie zowel over het proces als over de rol van de verschillende partijen in de vredesonderhandelingen.

Volgens al-Malki is Israël gewoon niet geïnteresseerd in vrede. Economisch heeft het een groot belang bij het volhouden van de bezetting. Paradoxaal genoeg zijn de Palestijnse gebieden na de EU immers de belangrijkste afzetmarkt voor Israëlische producten. Er wordt jaarlijks voor meer dan een miljard dollar aan producten in de bezette gebieden verhandeld. Daarnaast biedt de bezetting Israël de mogelijkheid om beetje bij beetje Palestijns land te annexeren. Een akkoord, zegt al-Malki, zou zowel de economische winst als de geleidelijke landroof een halt toeroepen.

Volgens de minister loopt het vredesproces vast omdat de bilaterale onderhandelingen tussen Israëli's en Palestijnen door de Israëli's volledig georchestreerd worden als een gesprek tussen een bezettende macht en een bezette bevolking. Bijvoorbeeld het cruciale punt van de status van Jeruzalem wordt in die setting door de Israëli's afgevoerd als onbespreekbaar. Al-Malki ziet maar één oplossing. Hij vraagt dat de internationale gemeenschap optreedt als derde partij. Alleen op die manier kunnen de partijen op een normale gelijkwaardige manier met elkaar onderhandelen. Volgens al-Malki moet het kwartet (EU, US, Rusland en UN) de rol van derde partij op zich nemen. Zij moeten hun verantwoordelijkheden opnemen en actief betrokken zijn in de onderhandelingen. Natuurlijk is hij, zoals vele andere, verontwaardigd over de onwil van de Amerikanen om Israël tot toegevingen te dwingen. "Hoe kan de US beweren dat ze de Israëli's niet tot toegevingen kunnen overtuigen over de nederzettingen? Komaan wie is eigenlijk de wereldmacht? Wie is hier de baas?"  

Gevraagd of de Palestijnen de 2-staten oplossing nu loslaten, gaf hij aan dat dit voor Israel de enige haalbare kaart is. Het alternatief van één staat kan alleen aanvaardbaar en leefbaar zijn op basis van gelijke burgerrechten. Maar als gevolg van demografische ontwikkelingen, zou dit op termijn leiden tot een meerderheid van Palestijnen en dat kan toch moeilijk Israel`s bedoeling zijn? Ondertussen rijst echter wel de vraag of een 2-staten oplossing nog haalbaar is gezien de voortdurende expansie van de nederzettingen en het opknippen van de Palestijnse gebieden in van elkaar gescheiden stukjes grondgebied?


In de namiddag ontmoeten we Maha Ahy Dayyeh van het Women's Center for Legal Aid and Counseling.  Maha is een sterke vrouw.  Ze heeft "maar" twee kinderen en is dus de uitzondering op de regel. De Palestijnse vrouwen krijgen namelijk gemiddeld vijf kinderen. Kinderen zijn, in een land waar er oorlog, angst en onzekerheid is, een vorm van zekerheid. In het Centrum kunnen vrouwen terecht voor (juridisch) advies en begeleiding.  Vrouwen worden er geïnformeerd over hun rechten. Zo gaan nog te veel vrouwen ervan uit dat ze geen hoederecht kunnen krijgen over hun kinderen.  Weinig vrouwen durven hun erfenis opeisen uit vrees voor familiale vervolging.  De oorlog zorgt ook voor meer agressie onder de bevolking, waardoor ook familiaal geweld toeneemt.  Allemaal zaken waarmee vrouwen terecht kunnen bij het Centrum.  We waren blij verrast dat meisjes op het vlak van onderwijs evenveel kansen  krijgen als jongens.  Maar wat ons verontrustte was de dalende huwelijksleeftijd van meisjes en jongens dit ten gevolge van de onzekerheid die de oorlog en bezetting met zich meebrengt.  Kindsbruiden van 14, 15 jaar zijn geen uitzondering, zeker niet in de Gaza.

Nahima Lanjri en Pol De Greve

zaterdag 7 november 2009

We geven een klein beetje hoop

Een bezoek aan Palestina is niet opbeurend. Je wordt er té veel geconfronteerd met vernedering, met apathie, gebrek aan toekomstperspectieven. Gelukkig zijn er mensen die tegen de stroom van de moedeloosheid ingaan. Jessica De Vlieghere is een moedige en creatieve vrouw. Een jonge vrouw uit het Leuvense die de handen uit de mouwen steekt. In Ramallah richtte zij een circusschool op. Jongens en meisjes komen enkele keren in de week samen en leren onder deskundige begeleiding hun circusnummers.


"Het gaat ons niet alleen om het artistiek project" zegt Jessica. "Het is tegelijkertijd een sociaal project: we halen mensen uit en depressiviteit, we geven ze hun zelfrespect terug. Jongeren leren hun gevoelens beter te uiten, leren via creatieve expressie opgekropte agressie om te zetten in een constructieve energie." Het circus leert niet alleen wat mensen met hun lichaam kunnen, het heeft een belangrijke invloed op de geest: wil je iets moois tot stand brengen, moet je samenwerken. Dan moet je anderen kunnen vertrouwen. De Palestijnse circusschool in Ramallah werkt op dit ogenblik met ongeveer 150 jongeren. Ze trekken rond in het binnenland en krijgen bij hun optreden heel positieve reacties van de bevolking. "Neen, het is geen direct politieke bijdrage voor het palestijns-israëlisch conflict" zegt Jessica. "Maar we brengen een klein beetje hoop. Een klein beetje zelfvertrouwen ". En dat beamen de lachende gezichten van de jonge mensen die ons hartelijk uitwuiven .Gelukkig zijn er ook mensen die niet wachten op de internationale politiek om verandering in de situatie te brengen. Allerlei middenveldorganisaties en concrete projecten geven moed. Moed om –ondanks alles- een klein beetje hoop te blijven koesteren.

Jan Renders (voorzitter ACW)

vrijdag 6 november 2009

Ik voel me down!

"The right to return", de terugkeer van de vluchtelingen na de catastrofe van 1948 is een probleem dat grotendeels onderschat wordt bij het tot stand brengen van een eventuele tweestaten-oplossing.

Bij ons bezoek aan het vluchtelingenkamp Aida nabij Betlehem werd dat duidelijk.
In 1948 werden 715.000 Palestijnen - de helft van de bevolking - 'verplaatst'. Door de oorlog in 1967 kwamen er nog eens meer dan 400.000 verplaatste (lees: verjaagde) Palestijnen bij. Ze blijven 'vluchtelingen', ook al leven ze grotendeels in de Westbank en Gaza.

"Het recht op zelfverdediging, dat Israël aanhaalt als reactie op de Palestijnse raketten vanuit Gaza, is een fout argument. Israël ligt immers zelf aan de oorsprong van het vluchtelingenprobleem en dus aan het grijpen naar geweld van verzetslui", zegt de de woordvoerder van het Lajee Center in Aida.
Volgens het internationaal recht is Gaza immers nog altijd bezet gebied.

In totaal zijn er 4,7 miljoen vluchtelingen geregistreerd, nog vele anderen zijn niet geregistreerd.
Velen vertoeven in Arabische staten, Jordanië, Egypte, Syriër...
Ze moeten het recht hebben om te terug te keren, op zijn minst het recht te kiezen, the right to choose ...

De omstandigheden in de kampen zijn gekend, elke keer ik ze bezoek voel ik me down.

Rudy De Leeuw, Voorzitter ABVV

Ouders van vermoorde kinderen kiezen voor vrede

Rami al Haman en Bassim al arb verloren hun kind in het Palestijns-Israëlisch conflict . De dochter van Bassim werd vlakbij haar school doodgeschoten. Rami's dochter kwam om bij een zelfmoordaanslag in Jeruzalem. Hun verhaal is aangrijpend. Hun onuitspreekbaar verdriet en pijn om het verlies van hun kinderen gaf geen aanzet voor haatgevoelens maar werd een impuls voor vredeseducatie. De Parent's Circle is een organisatie van vijfhonderd Palestijnse en Israëlische gezinnen die hun kind verloren in het conflict.

Wat doe je met de verschrikking als je zoiets overkomt? Je laat je meedrijven op de evidente haatgevoelens of je kiest voor de moeilijke maar positieve weg van de dialoog en de zoektocht naar een constructieve oplossing.

"Het is wel bijzonder erg" zo zeggen beide vaders die ondertussen hechte vrienden geworden zijn "dat we mekaar pas als echte mensen konden zien nadat onze beide dochters vermoord werden in een aanslepend, onmenselijk conflict."

Beide vaders en zovele lotgenoten, brengen nu hun getuigenis in scholen, sociale bewegingen en in de media. Hun getuigenis vindt een steeds breder gehoor, tot in het Europese Parlement.

Op onze vraag naar de toekomstperspectieven betreffende het samenleven in deze regio zijn ze voorzichtig en geven aan dat er nog een lange weg te gaan is. Maar er moet een oplossing uit de bus komen. Die zal maar gevonden worden als er voldoende krachten in de samenleving zijn die de dialoog aangaan en zo draagvlak bieden voor een politiek die het samenleven van beide gemeenschappen mogelijk maakt.

Op onze vraag welke bijdrage wij kunnen leveren, is hun antwoord duidelijk : "kies voor een oplossing op lange termijn. Een keuze voor vrede impliceert het aanreiken van een toekomst voor beide gemeenschappen. Dat vraagt politieke moed. Vooral van de sterksten : zij moeten de hand uitsteken om bruggen te slaan die een politieke oplossing mogelijk maakt."

donderdag 5 november 2009

Bezoek aan het holocaustmuseum Yad Vashem


Impressies van de 'man in de straat'

Wekelijks komt de mobiele kliniek langs in de moskee om er de enige gezondheidszorg te leveren aan de dorpelingen. Op de foto dokter Mohammed en in de 'wachtzaal' moeders met zieke kinderen.


De Palestijnse boer vertelt over recente vernietigingen van zijn pas aangelegde percelen terrasbouw door het Israëlisch leger.


Hebron: vroegere bloeiende Palestijnse hoofdwinkelstraat nu verboden terrein voor Palestijnen want exclusief terrein voor Joodse kolonisten.

Indrukken van het vluchtelingenkamp Aida, nabij Bethlehem.

De sleutel boven de ingangspoort symboliseert de hoop op terugkeer naar eigen woning van 7 miljoen Palestijnse vluchtelingen.



Deze watertank bevoorraadt de vluchtelingen gedurende maximaal 2 uur per week terwijl de nederzettingen vlakbij overvloedig water krijgen om zwembaden te vullen en grasperken groen te houden


Net een uur aan mijn blog van vandaag geschreven en ... floep alles weg ...


Na een uurtje schrijven aan mijn blog van vandaag druk ik op de verkeerde knop en verlies ik de hele tekst. Het is te laat om opnieuw te beginnen. Vandaag alleen dus maar foto's ... Sakkerend onder de dekens ...

Geen bewegingsvrijheid voor Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever

Vandaag scheen de zon- hèhè, dat kan je wel gebruiken als het dagprogramma een opeenstapeling van onrecht en ellende belooft…

B’tselem, een grote mensenrechtenorganisatie (www.btselem.org), nam ons mee op sleeptouw. B’tselem heeft onder andere een project waarbij ze camera’s uitdelen aan Palestijnen in de bezette gebieden, om situaties van misbruik mee te filmen. ‘shooting back’ noemen ze dat, maar dan met film. Vaak helpt het bovenhalen van een camera al om te vermijden dat een situatie uit de hand loopt. Maar in de 2000 uren film in hun archief zitten toch nog tientallen incidenten van geweld door kolonisten of het leger.

B’tselemen schreef in 2002 een schitterend ‘basiswerk’ (als je een mensenrechtenrapport zo kan noemen) over ‘land grab’: de gesofisticeerde manieren waarop ruimtelijke ordening en wetgeving wordt ingezet door Israël om op een formeel legale manier zoveel mogelijk grond in de Palestijnse bezette gebieden af te pakken voor Israëlisch gebruik (http://www.btselem.org/English/Publications/Summaries/200205_Land_Grab.asp). De rondleiding die Najib, een veldwerker van de organisatie ons gaf op de Westelijke Jordaanoever, richtte zich - op die ‘land grab’, maar vooral op de beperkingen van de bewegingsvrijheid van Palestijnen en de segregatie tussen Palestijnen en kolonisten. We zagen het hek/de muur (op sommige plaatsen zijn het metershoge betonnen platen – een echte muur dus, op andere plaatsen is het een gracht en een hek met prikkeldraad) die Palestijnen van kolonisten scheidt. Een fotopauze aan een overgang leidde tot een inspectie van het leger – camera’s ter plaatse hadden onze verdachte aanwezigheid doorgegeven. Behalve het grote Hek zijn er nog veel meer hekken naast de mooie wegen die de Israëlische nederzettingen verbinden. Die dienen om de Palestijnen van de wegen te houden en te verhinderen dat kinderen stenen gooien. Deze mooie wegen zijn enkel voor Israëlische wagens met gele nummerplaten. Voor de groene Palestijnse nummerplaten zijn er andere wegen – van merkbaar mindere kwaliteit. Het valt op hoe de hekken zo dicht mogelijk rond de Palestijnse dorpen lopen, waarbij ze een ruime marge laten rond de Israëlische nederzettingen. Op die manier worden Palestijnse boeren bijvoorbeeld afgesneden van een deel van hun olijfboomgaard, die op den duur de facto aan de Israëli’s gaat toebehoren. Als je op het terrein bent, is het overduidelijk dat veiligheid niet de hoofdreden is van de plaatsing van deze hekken. De wegen waarop Palestijnen wel toegelaten zijn, zijn voor hen toch nog vaak moeilijk te gebruiken omdat op de zijwegen die rechtstreeks naar de dorpen leiden op vele plaatsen blokkades zijn opgeworpen door het leger. Vaak zijn dat niet meer dan enkele grote betonnen blokken, maar het gevolg is dat mensen hun auto daar moeten achterlaten en aan de andere kant van de blokkade overstappen in een taxi. Of rondrijden, zoals wij toen we naar Salfit reden: aangezien de weg van 700 meter afgesloten was, maakten we een omweg van 18 kilometer. Alles is er op gericht om te zorgen dat Israëlische kolonisten en Palestijnen elkaar niet hoeven te kruisen: aparte wegen verbinden de respectieve woonplaatsen van elke groep, waarbij een systeem van tunnels en bruggen ervoor zorgt dat ook contact op kruispunten wordt vermeden. Bizar! In de Palestijnse dorpen zien we hier en daar echo’s van het recentste Amnesty rapport over het gebrek aan recht op water van Palestijnen. http://www.amnesty.org/en/news-and-updates/report/israel-rations-palestinians-trickle-water-20091027. De muur snijdt boeren af van de meest vruchtbare stukken land, de zwarte watertanken op de daken kunnen een schietschijf worden van verveelde soldaten, de nederzettingen hebben zwembaden en groene tuinen terwijl de Palestijnse dorpen watertekort lijden, en de industrie van nederzettingen loost zijn afvalwater gewoon op braakliggende grond.

Al die vaststellingen op het terrein maken een grote indruk op ons, en zijn dan ook het onderwerp van veel discussies en vragen, binnen de groep en met onze gesprekspartners. Dat waren later op de dag nog de afvaardiging van de Europese Unie in Tel Aviv, 2 mensenrechtenorganisaties, de Belgische ambassadeur en Avi Primar, een vooraanstaand intellectueel. Ik onthoud vooral dat mensenrechtenorganisaties steeds meer te kampen hebben met actieve tegenwerking vanuit de regering. Gisha – een organisatie die ijvert voor bewegingsvrijheid in (en uit) Gaza (!)- www.gisha.org – drukt ons op het hart dat buitenlandse druk moet gericht zijn op het vrijwaren van een democratisch klimaat in Israël. In de categorie ‘landen met grove en systematische mensenrechtenschendingen’ is Israël immers uniek in de zin dat het een democratische rechtsstaat is, waarbij de vrijheid van meningsuiting normaliter gewaarborgd is en mensenrechtenorganisaties doorgaans ongehinderd hun werk kunnen doen. Als dat onder druk komt, gaan belangrijke hefbomen voor rechtvaardigheid verloren.

Avi Primar brengt Israëlische en Palestijnse studenten samen om te studeren aan een Duitse universiteit. En hij gelooft in een duurzame oplossing voor Israël en Palestina, die hij zelfs al in detail uitgewerkt heeft. Gebaseerd op 2 staten natuurlijk, en met een rol voor een internationale troepenmacht. Interessant. En ook wel hoopvol eigenlijk. Fijn om de stem van de rede te horen, ook al is het een minderheidsstem.

Eva Brems

Foto 120: een overgang van de muur/het hek
Foto 116: het hek dat de linkse weg wil beschermen, is aan de overkant van de rechtse (ongebruikte/afgesloten) weg geplaatst, en snijdt zo een olijfgaard middendoor.

woensdag 4 november 2009

Groot nieuws: Wathelet komt en hij wil graag met ons praten!

Maar eerst iets over gisteren. 's Morgens opniew twee veldbezoeken meegedaan. Oumou opperde het idee om dit volgend jaar informeel te doen met regeringsvertegenwoordigers. Of waarom geen peer review over hun migratiebeleid. Zo'n "evaluatie onder gelijken", gebeurt wel elke vijf jaar voor de ontwikkelingssamenwerking.

Ons eerste bezoek was aan een studiegroep die op vraag van de EU een onderzoek deed naar irreguliere migratie. De bedoeling was om enerzijds te proberen om correcte gegevens te verzamelen over irreguliere migratie, en om anderzijds beleidsaanbevelingen te formuleren. Hun bevindingen zijn op zich heel interessant, omdat ook uit hun cijfergegevens duidelijk blijkt dat het aantal migranten dat probeert om clandestien Europa binnen te komen heel beperkt is in vergelijking met mensen die door allerlei omstandigheden of een te complexe regelgeving hun wettelijk statuut verliezen. Irreguliere situaties oplossen moet dus in de eerste plaats gebeuren door migranten makkelijker toegang te verlenen tot de reguliere arbeidsmarkt in Europa en door transparantere en minder complexe migratie regels. Nog meer geld investeren in sterkere grenscontrole is dan ook de minst efficiente manier om het probleem aan te pakken. Daar gaat nu al het overgrote deel van de Europese middelen voor migratie naar toe, grotendeels ten onrechte dus! De eenzijdige focus op het beperken van migratie is trouwens de voornaamste oorzaak voor de soms belachelijk complexe regelgeving.

Nadien zijn we langs geweest bij de Greek Council on Refugees. Terug in de realiteit. De GCR is de enige Griekse ngo die juridische en sociale hulp verleent aan asielzoekers en aan erkende vluchtelingen. In een context zonder onthaalbeleid, zonder opvangcentra van de overheid, zonder subsidies van de eigen regering (enkel van de EU en van privé schenkers) en waar het asielbeleid van A tot Z bij de (vaak heel agressieve) politie zit, proberen ze er het beste van te maken. Ze verzuipen letterlijk in het aantal hulpvragen die ze krijgen. En dan permitteren regeringsvertegenwoordigers het nog om van hen te eisen dat ze een grote groep migranten opvangen die door de regering zelf, van de ene dag op de andere op straat is gezet (na het sluiten van een detentiecentrum in Lesbos, zijn ze gewoon naar Athene gebracht. De GCR moet het maar oplossen.) Sommigen zullen waarschijnlijk onder dak geraken bij landgenoten in leegstaande gebouwen , de rest zal zijn plan moeten trekken. Ook de gezinnen met kinderen.

Het is eigenlijk ontzettend triest als sociaal werkers moeten vaststellen dat het voor kinderen beter is om opgesloten te blijven in detentiecentra (waar de omstandigheden in vergelijking met de rest van Europa verschrikkelijk zijn) dan dat ze op straat het slachtoffer kunnen worden van allerlei misbruiken.

Er wordt soms geopperd dat Griekenland echt te veel vluchtelingen aan de deur krijgt, maar ook dat blijkt relatief. Het overgrote deel van de migratie richting Griekenlant (70%) komt volgens de herboven vermelde studie, uit Albanië en die komen om te werken, formeel of informeel. En over het aantal asielzoekers: in de eerste 7 maand van 2009 vroegen 10800 mensen asiel in Griekenland. Op een jaar kom je dan op een cijfer dat niet eens zo veel verschilt van de situatie in België. Als je dan weet dat slechts 19 mensen erkend werden als vluchteling en slecht 21 humanitaire bescherming kregen (terwijl er heel wat vluchtelingen uit bvb. Afghanistan bij zijn), weet je dat het echt niet enkel een probleem van capaciteit is. Zelfs het VN Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen weigert openlijk om mee te werken aan het Griekse non-beleid. De Griekse regering zet soms zelfs mensen op een totaal illegale manier weer op Turkse stranden, nadat ze hier uitgewezen zijn. Zonder meer. Alsof Turkije verantwoordelijk is om een Europees probleem op te lossen!!

Als onze eigen regering hier een ding uit moet onthouden is het wel dat het compleet onaanvaardbaar is om vluchtelingen terug naar Griekenland tes sturen omdat ze toevallig eerst hier belanden op hun weg naar Europa. Dublin conventie of niet.

En dan het goede nieuws...

We hebben toch al een paar gezellige pleintjes en straatjes ontdekt, wat ons beeld van Athene een beetje vervolledigd en ons oordeel wat verzacht.. Hoewel, Stedenbouwkundig blijft het een catastrofe die menig plaatje van Griekse - Romeinse tempels verpest ;-)

Maar veel belangrijker is natuurlijk dat onze nieuwe staatssecretaris voor migraties dan toch naar het Global Forum komt. Er zal dus ook een Belg zijn die iets te zeggen heeft over ons migratiebeleid. De mensen van buitenlandse zaken waren gisteren tijdens onze ontmoeting heel vriendelijk, maar zij bepalen natuurlijk het beleid niet. Ze kunnen wel meehelpen met coördineren tussen de verschillende ministeries en in het kader van dit forum een debriefing organiseren voor het middenveld in België. Ze hebben dat ook stellig beloofd.

Het gesprek met Melchior Wathelet deze avond was in elk geval heel constructief. Hij volgt ons op een aantal cruciale punten, zoals bvb. onze kritiek op het ophemelen van migrantenremittances tot magische oplossing voor ontwikkelingsproblemen en ook voor een beleid dat mensen tot gereedschap maakt (tijdelijke contracten en verblijfsvergunningen) lijkt hij niet gewonnen. Tijdens zo'n gesprek wordt natuurlijk geen beleid gemaakt, maar hij is heel luisterbereid en onze uitwisseling was alvast en goede start voor verdere dialoog tussen middenveld en beleid. Wie weet kan hij ook iets doen aan de heel ontransparante en onevenwichtige manier waarop de selectie en de agendasetting voor het Global Forum gebeurt. Want ondanks aanzetten tot uitwisseling tussen middenveld en regeringsvertegenwoordigers, blijft de impact van de officiële consultaties op het officiële forum toch teleurstellend beperkt. Wij hebben het gevoel dat we steeds hetzelfde moeten herhalen, nl. dat rechten van migranten altijd en overal cruciaal zijn, ook in discussies over migratie en ontwikkeling, terwijl daarbij in veel landen echt geen vooruitgang geboekt wordt. Het officiële forum wil dan weer enkel luistereen naar heel concrete suggesties om de impact van migratie op ontwikkeling e vergroten. Ons korte gesprek van deze avond heeft op dit punt misschien wel meer effect gehad dan de hele bollenwinkel van het GFMD.

Morgen in elk geval meer nieuws, wanneer we een eerste kort verslag zullen krijgen van het regeringsforum.

Een humanitaire catastrofe en apartheid op zijn Zuid-Afrikaans

We zijn één dag ver in onze zoektocht naar wat er zich werkelijk afspeelt tussen Joden en Palestijnen in dit land.
Deze morgen kregen we een bijna twee uur durende briefing van Allegra Pacheco, hoofd van de Advocacy Unit van OCHA, de VN-organisatie voor humanitaire zaken over wat er zich afspeelt in de bezette Palestijnse gebieden. Gaza, de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem. Nauwgezet presenteerde deze VN-medewerkster van Joods-Amerikaanse origine de immense problemen. Een humanitaire en ecologische ramp in Gaza, De veroordeling door de internationale gemeenschap om een gehele bevolking collectief te straffen voor de (overigens onaanvaardbare) daden van sommigen. De absolute beperking van de bewegingsvrijheid van 1,43 miljoen Palestijnen. Het immense waterprobleem, in die mate zelfs dat slechts 5 tot 10 procent van het water er echt drinkbaar is.
Op een gebied van nauwelijks 5600 vierkante kilometer (minder dan 1/6 van België) wonen 2,3 miljoen Palestijnen en 480.000 Israeli's. De bewegingsvrijheid van de Palestijnen wordt helemaal beperkt door controlepunten, weg- en andere barrikades. Alleen al in de stad Hebron werpen de Israeli's meer dan 90 obstakels op die het vrije verkeer van Palestiijnen – scholieren, ouderen, werknemers of zwangere vrouwen - fel bemoeilijkt. Erger dan dat is de bouw van een muur, op sommige plaatsen een 8 tot 10 meter hoge betonnen plaatconstructie met elektrische prikkeldraad erbovenop. 413 kilometer muur is reeds gebouwd, 73 kilometer is in aanbouw en nog eens 223 kilometer is gepland. Een bouwwerk dat ruim 2 miljard dollar zal kosten. En de bouw van aparte wegen, controlepunten en tunnels om het verkeer tussen Palestijnen en Joden koste wat het kost gescheiden te houden wordt begroot op nog eens extra 500 miljoen dollar. Wanneer de muur (het "hek" in het Israëlische jargon) afgewerkt is, zal het vijf keer zo lang zijn als de Berlijnse muur die bijna dag op dag twintig jaar geleden gesloopt werd. De internationale gemeenschap oordeelt dat de bouw totaal illegaal is. Israël heeft wel het recht zich te beschermen tegen mogelijk vijandige aanvallen vanuit Palestijns gebied, maar dan moet de muur op de grens tussen Israël en de westelijke Jordaanover gebouwd worden. Dat is nu niet het geval: op sommige plaatsen dringt de muur zeer diep Palestijns grondgebied binnen, enkel met de bedoeling Israëlische nederzettingen directe toegang tot Israël te geven. Ondertussen worden Palestijnse gemeenschappen uiteengereten. Er worden wegen aangelegd die enkel toegankelijk zijn voor Israëli's. Palestijnen krijgen hun eigen netwerk. Apartheid op zijn Zuidafrikaans … Bart Staes




De Westelijke Jordaanoever wordt zo opgesplitst in meerdere kleine en economisch onleefbare gebieden. Boeren hebben geen toegang tot hun land. Kinderen moeten enorme omwegen maken om hun school te bereiken. Zieken worden gedwongen een serieuze omweg te maken om een hospitaal te bereiken. Allen worden dagelijks vernederd bij het overschrijden van de controleposten en (grens)overgangen die bovendien niet permanent maar soms enkel sporadisch open zijn. En de Israëlische kolonisten leggen niet alleen beslag op territorium maar ook op de schaarse watervoorraden. Een kolonistengezin verbruikt vaak vijf keer meer water dan een Palestijnse familie.Meer info hierover op: http://www.ochaopt.org/?module=displaysection&section_id=125&format=html

Nadien trokken we tweeënhalfuur lang op met Jeff Halper. Deze Joodse man doceert aan de Ben Gurion universiteit Beer Sheva en is de leider van het "Israeli Committee Against House Demolitions". Het werd een hallucinante tocht. Wie het al gezien had, komt nog maar eens onder de indruk. En wie het voor de eerste keer ziet en meemaakt maar er wel al veel gelezen heeft, kan zijn of haar ogen niet geloven. De realiteit overtreft de verbeelding. Jef is een spraakwaterval, een man die met kennis van zaken en een niet te blussen overtuiging deze vorm van onrecht permanent aanklaagt. Hij troont ons mee – in de plessende regen - van de ene nederzetting naar de andere, toont ons hoe de infrastructuurvoorzineingen langs "Israëlische" zijde of in de nederzettingen ontzaglijk beter is dan aan de Palestijnse kant. Op enkele toentallen meters rijd je van een modern westers gebied naar een gebied dat dicht bij het niveau van de minst ontwikkelde landen op deze aardbol ligt. Geen of nauwelijks watervoorziening, geen huisvuilophaling, geen postbedeling, dagelijkse pesterijen, uitzichtloosheid. Een economie en een landbouw zonder reële kansen. En een pientere maar helaas helse aanpak van de Israëlische autoriteiten. Mensen in de nederzettingen zijn duidelijk meer waard dan de doodgewone Palestijn …

Jeff brengt wat we leerden op de VN-organisatie in de realiteit. Verbazing, kwaadheid, en ongeloof maken zich van ons meester. Hoe is dit alles mogelijk? We eindigen in Oost-Jeruzalem waar Palestijnen weggepest worden, nieuwe Joodse nederzettingen gebouwd worden en huizen schaamteloos worden vernietigd onder het (belachelijke?) argument dat ze er neergepoot werden zonder bouwvergunning. Mensen worden zo van de ene op de andere dag op straat gezet. Ze worden bang wakker omstreeks 5 uur 's morgens omdat ze weten dat de bulldozers vanaf 6 uur een ongewenst en vernietigend bezoek kunnen brengen in hun wijken. 's Namiddag trekken de parlementairen naar de Knesset. Ze praatten er twee uur lang met Labour Parlementslid Daniel Ben Simon en Kadima-parlementslid Nachman Shai. De anderen praatten met Israëlische en Palestijnse ouderes die de voorbije jaren een kind verloren in het conflict maar desondanks samen op weg gaan op zoek naar vrede en verstandhouding. Maar daarover later meer...


Bart Staes
 

dinsdag 3 november 2009

Aangekomen in Jeruzalem

Na zowat 4,5 uur vliegen landden we met de delegatie in Tel Aviv. De delegatie: dat zijn Jos Geysels (11.11.11), Brigitte Herremans en Paul De Greve(beiden Broederlijk Delen), Jan Renders (ACW), Rudy De Leeuw (ABVV), Annemie Janssens (KAV) , Eva Brems (Amnesty International Vlaanderen), en de politici Hilde Vautmans (Open VLD), Nahima Lanjri (CD&V), Dirk Van der Maelen (SP.A) en Bart Staes (Groen!).

Eigenlijk raakten we al bij al vrij vlot doorheen de controle. Alleen Nahima Lanjri kreeg het even moeilijk: de grensbeambten wilden kost wat kost weten hoe haar vader en grootvader heetten.

Omstreeks kwart na twee lokale tijd (in België was het toen nog maar 1u15) bereikten we ons hotel en tijdelijk hoofdkwartier in Jeruzalem. Het wordt een korte nacht. Ontbijt en briefing om 8u30. Daarna een bezoek aan OCHA, de VN-organisatie voor humanitaire zaken over de obstakels voor Palestijnse bewegingsvrijheid en de Muur. We trekken ook heel wat tijd uit voor een terreinbezoek aan de nederzettingen en de Muur rondom Jeruzalem. 's Namiddags ontmoeten de parlementsleden enkele collega's in de Knesset. En 's avonds dineren we met de Belgische consul in Jeruzalem.

Doel van de reis is informatie verzamelen over de situatie in Israël en de Palestijnse gebieden. We voeren gesprekken met kopstukken van politieke partijen, politieke observatoren en dissidenten, het middenveld en de academische wereld.

Wordt vervolgd...

Bart Staes

11.11.11 medewerker Koen Detavernier neemt deel aan de Peoples Global Action on Migration Development and Human Rights

Global Forum on Migration and Development, deel 3.

En dus ook de derde editie van de parallelle mobilisatie van middenveldorganisaties, die het niet eens zijn met wat op het officiële forum door de regeringen allemaal verkondigd wordt. Wij zitten samen in deze Peoples Global Action.

Echte beslissingen worden er hoe dan ook niet genomen op het Global Forum. Daarvoor zou het Global Forum onder auspiciën van de VN moeten komen. Dan zou het hele gebeuren minstens in het kader staan van de verschillende VN mensenrechtenconventies. Landen die vooral migranten ontvangen sturen ook systematisch lagere officials en diplomaten. Geen ministers of staatssecretarissen. Er is wel een officieel forum voor middenveldorganisaties, maar in tegenstelling tot vorig jaar zijn zowel de inhoud als de selectie van de vertegenwoordigers heel sterk bepaald door de lokale, organiserende, regering. Waardoor heel weinig representatieve migrantenorganisaties aanwezig kunnen zijn. Er is ook geen vooruitgang geboekt in de manier waarop die officiële vertegenwoordigers van gedachten kunnen wisselen met de regeringsdelegaties. Deze keer zijn ook wij daar niet welkom. De enige Belg daar is gelukkig een medestander. Maar de parallelle Peoples Global Action on Migration, Development and Human Rights heeft het potentieel om uit te groeien tot een mondiale tegenbeweging. We zullen zien of ze die ambitie waar kan maken.

De rit met de bus van de luchthaven naar het stadscentrum was meteen al een confrontatie. Een grote sloppenwijk naast de snelweg, van het type zoals we dat vooral kennen uit ontwikkelingslanden. En eens we Athene binnenreden deed de hele stad me veel meer aan Manilla denken dan aan een Europese hoofdstad. Een hoop chaotisch naast elkaar geplante betonnen constructies, zo goedkoop en snel mogelijk gezet. En dichter bij het centrum is het al niet veel beter. Ook overdag werd dat beeld voorlopig niet veel bijgesteld. Zelfs in de onmiddellijke omgeving van het parlement en een aantal andere centrale pleinen is het al snel armoe troef.

’t Is vooral heel lelijk en vuil. Een groot contrast met het lieflijke en romantische beeld van Griekse eilandjes en de monumenten uit de klassieke oudheid. In Athene lijken die sites voor zover ik kon zien de enige plaatsen waar wat moeite wordt gedaan om de publieke ruimte wat aangenamer te maken.

Maar niet ver van de oude Griekse Agora was al meteen duidelijk hoe groot de problemen van migranten in Athene zijn. Er was een soort informele vlooienmarkt aan de gang, waar al bij al heel weinig verkocht werd. Oude gebruikte muziekcassettes (van die waar we als pubers liedjes van de radio mee opnamen, die ondertussen dus al lang kapot zijn), oude modellen van gsm laders, kapotte barbiepoppen en hoopjes tweedehandskleding. Dat laatste mag je letterlijk nemen. Gewoon een hoopje op de straatstenen. Armoe die maakt dat mensen echt alles wat ze vinden te koop aanbieden.

Vandaag is me ook duidelijke geworden hoe dat komt. De steun voor vluchtelingen laat in Griekenland hele wat te wensen over. We konden een bezoek brengen aan een vereniging van Somalische vluchtelingen en aan de huizen waar ze wonen. Totaal uitgeloofde blokken zonder elektriciteit of gas. Er leefden 200 mensen in een niet eens zo groot gebouw. Volgens onze begeleider moeten ze daar nog huur voor betalen ook. Hele families in één kamer, in het donker en zo goed als zonder meubels. Dunne vuile matrassen op de grond, waar ook gegeten en geleefd werd. Voor de deur van een zo’n gebouw zat een drugverslaafde te sukkelen met zijn spuit en liepen er nog enkele andere verslaafden totaal verweesd rond. Welke toekomst bieden wij de ukken die in die omstandigheden moeten opgroeien. Naar school mogen ze hier trouwens ook al niet zo lang hun ouders geen papieren hebben.

Ook in België leven vluchtelingen soms noodgedwongen in kraakpanden en in erbarmelijke omstandigheden. Hoe dan ook: Athene of Brussel, dit is echt onmenselijk. De EU onwaardig. Diegenen die het kunnen vergelijken benadrukken toch vaak dat Griekenland binnen Europa echt onderaan de ladder bengelt als het op opvang van vluchtelingen aankomt. Ik mag echt hopen dat het er elders toch iets beter aan toe gaat.

Griekenland is ook vaak de eerste plek waar potentiële migranten en vluchtelingen aankomen, net als de andere lidstaten aan de Middellandse zee. En we moeten toegeven dat de rest van Europa vrolijk de andere kant op kijkt als vanuit het zuiden om assistentie gevraagd wordt.

Deze namiddag hebben we een vergadering gehad met alle aanwezige organisaties uit Europa. Het was de bedoeling om te bekijken of een vorm van Europese samenwerking, een netwerk, mogelijk is. Voor verschillende deelthema’s, bvb. huishoudsters (domestic workers), rechten van mensen zonder papieren of asielzoekers zijn er al samenwerkingsverbanden, maar er is geen gezamenlijke lobby of agenda die dit wat kan overstijgen. Laat staan een samenwerking die ook de ontwikkelingscomponent mee neemt. Daardoor is de impact op het Europese beleid al bij al heel beperkt. Op nationaal niveau worden af en toe successen geboekt, zoals met de regularisatie bij ons, maar Europees wordt iedereen pas wakker als de richtlijnen gestemd worden in het parlement. Net op tijd om net te laat te zijn!

Conclusie van de workshop: het zal in elk geval niet makkelijk worden, de lokale problemen en dus ook de prioriteiten waar mensen mee worstelen zijn binnen Europa heel verschillend. Voorlopig blijft het dus afwachten of er iets uit de bus kan komen en zo ja in welke vorm.

Wordt ongetwijfeld vervolgd...

maandag 2 november 2009

Missie Israël en Palestijnse gebieden

Politici en het middenveld op missie naar Israël en de Palestijnse gebieden

Het Israëlisch-Palestijns conflict staat opnieuw volop in de internationale belangstelling. De nieuwe Amerikaanse administratie onderneemt verwoede pogingen om het vredesproces uit het slop te halen. President Obama maande de Israëlische regering meermaals aan om de nederzettingenbouw te bevriezen. Tevergeefs. Ook minister van Buitenlandse Zaken Clinton slaagde er de voorbije week niet in om beide partijen opnieuw aan de onderhandelingstafel te brengen. Het Goldstone-rapport over de schendingen van het internationaal recht door Israël en de Palestijnse gewapende groeperingen tijdens de Gaza-oorlog deed heel wat stof opwaaien. Ondanks het aanhoudende debat beweegt er echter heel weinig op het terrein.

Om het debat te verrijken en het conflict hoger op de Belgische politieke agenda te plaatsen, reist een delegatie van Belgische beleidsmakers en leiders van het middenveld onder vlag van 11.11.11 naar de regio. Van 3 tot 8 november reist de delegatie rond in de bezette Palestijnse gebieden en Israël. Doel is via ontmoetingen met lokale en internationale organisaties en veldbezoeken een beter inzicht te krijgen in de situatie op het terrein. Centraal staan de politieke ontwikkelingen (de huidige Israëlische regering, de interne Palestijnse politiek, relaties met de EU) en Israëls beleid van voldongen feiten: de nederzettingenexpansie, de bouw van de Muur, enz.

Zo maakt Jeff Halper van het Israeli Committee Against House Demolitions ons wegwijs in de nederzettingen in Oost-Jeruzalem. Ondanks recent Amerikaans protest, gaat de bouw hiervan op versneld tempo door. Daarnaast vernielt Israël wekelijks Palestijnse huizen in Oost-Jeruzalem. Mensenrechtenorganisatie B'tselem neemt ons mee naar het Noorden van de Westoever, om de impact van de Muur in Palestijns gebied te tonen. Met de Israëlische organisatie van ex-soldaten Breaking the Silence trekken we naar Hebron, dat een spookstad is geworden.

De humanitaire situatie in de Gazastrook is een bijzonder aandachtspunt. De oorlog sloeg diepe wonden die allerminst geheeld zijn. Ondanks massale internationale hulp kan de wederopbouw niet starten. Er is namelijk geen cement voorhanden. Door de blokkade kan enkel humanitaire hulp het gebied binnen. Ook wij ondervonden vóór ons vertrek de gevolgen van de blokkade. Israël ontzegde ons de toegang tot het gebied. We praten met mensenrechtenorganisaties en de VN over de humanitaire crisis en gerechtigheid. Op 4 november bespreekt de Algemene Vergadering van de VN immers het Goldstone-rapport dat pleit voor strafrechtelijke vervolgingen van Israëlische soldaten en Palestijnse strijders die zich schuldig maakten aan schendingen van het internationaal humanitair recht.

Tot slot zoeken we de stemmen van hoop op. Rami al-Hanan en Bassam al-Arb, een Israëli en Palestijn die beiden een kind verloren in het conflict, getuigen hoe zij via de Parents' Circle, de spiraal van geweld proberen te doorbreken. We wonen een training van de Palestijnse circusschool bij. Ook bezoeken we een mobiele kliniek van één van de oudste Palestijnse NGO's, de Palestinian Medical Relief Society. Elk op hun manier proberen deze organisaties, en velen met hen, de noden van de bevolking te leningen en verandering mogelijk te maken. Zij geven ons ook hun visie over wat er moet gebeuren om uit de impasse te geraken. Gewapend met hun aanbevelingen, hopen wij hier het draagvlak voor duurzame vrede in Israël en Palestina te vergroten.

Op deze blog brengen we dagelijks verslag uit van ons wedervaren. Met woorden, maar vooral met beelden.

woensdag 7 oktober 2009

Vele stemmen voor solidariteit


Op 5 oktober mobilseerde Asian Peoples Solidarity for Climate Justice 5000 mensen voor een optocht in de straten van Bangkok. Bijgewoond door internationale en lokale groepen, was de straatactie een manier om de onderhandelaars in de VN-gebouwen nog eens duidelijk te maken dat de bevolking ongeduldig zit te wachten op actie.

 

Actievoerders, activisten, sociale bewegingen, boerenorganisaties, vertegenwoordigers van vissersgroepen, arbeiders, vrouwen, inheemse volkeren en jongeren hebben  zich aangesloten bij de groeiende roep om klimaatgerechtigheid. Die kan pas bereikt worden als die landen die  historisch gezien het meest hebben uitgestoten, hun emissies verminderen met 40 tot 45%.

 

Het voorstel van de EU dat nu op tafel ligt zelfs nog ver onder de Kyoto-norm. De EU stelt een vermindering van 30% voor, te realiseren door de zgn. bijlage 1-landen (rijke industrielanden) en een beperking van de opwarming tot 2°. De ontwikkelingslanden houden het bij 1,5 graad, want 2° kan verwoestende gevolgen hebben voor de kleine eilandstaten. Na een korte studie van het EU-voorstel blijkt dat de EU in feite slechts 15% wil minderen, de overige 15% zal gecompenseerd worden via de  emissierechten buiten de EU.

 

Klimaatgerechtigheid voor de volkeren in het Zuiden betekent ook dat er financiële steun komt om de gevolgen van de eeuwenlange vervuiling te compenseren. Er ligt een factuur van tenminste US $ 100 miljard op tafel om de gevolgen van de klimaatcrisis, zoals droogtes of hevige overstromingen, te financieren. Publieke fondsen genieten de voorkeur omdat ze dan rechtstreeks van de vervuilende landen komen en zekerheid bieden. Financiering die afhankelijk is van de markt, belastingen of taksen zijn dat niet of onvoldoende.

 

De EU wil dat 40% van de financiering komt uit de landen die zich moeten aanpassen, 40% via de koolstofmarkt en slechts 20% uit hun begroting. Wat de EU voorstelt, is een gemeenschappelijk fonds dat gespijsd wordt door middelen uit nieuwe bronnen, zoals het belasten van de luchtvaartmaatschappijen en scheepvaart en de verkoop van emissierechten. Dus vrijwel niets komt uit de eigen middelen . Studies hebben aangetoond dat alleen de aanpassing aan de klimaatverandering $ 500 miljard vereist, het bedrag  van US $ 100 miljard is eigenlijk slechts een begin voor de meest dringende investeringen.Nochtans zouden deze fondsen net een nieuwe start kunnen betekenen voor veel landen, met een focus op hernieuwbare energie, duurzame landbouw en een koolstofarme economische groei.

 

Voor landen in het Zuiden zou dit een enorme ommezwaai beteken: verminderde afhankelijkheid van vuile energie als steenkool en fossiele brandstoffen en meer ruimte voor voedselgewassen door het verlaten van monocultuur en plantages die schadelijk zijn voor het milieu, zoals palmolie en andere agro-brandstoffen. 11.11.11 partners in Indonesië en de Filippijnen nemen samen met andere netwerken in de regio  het voortouw bij het ontwikkelen van alternatieven voor duurzame milieuvriendelijke ontwikkeling.

 

Het is onze uitdaging om de stem van de slachtoffers te laten horen binnen de VN. Een stem die blijft hangen in de hoofden van de onderhandelaars en waar regeringen die verantwoordelijk zijn voor het smeden van een ambitieus  klimaatakkoord rekening mee gaan houden.

 

Frances T Lo

maandag 5 oktober 2009

Vervuiling wordt handelswaar


Er volgen nog zes dagen van onderhandelen in Bangkok, en niks lijkt er op te wijzen dat er vooruitgang zal geboekt worden op kritieke punten, met name de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen en de financiering van de klimaatplannen.

Ondanks de urgentie voor een ambitieus akkoord blijven de  rijke landen, die in het verleden –en nog steeds- grote vervuilers waren, de onderhandelingen blokkeren door zich niet te engageren tot verdergaande vermindering van emissies.

De meeste landen willen een nieuw klimaatakkoord om de globale temperatuurstijging te beperken tot 2° boven het pre-industriële niveau. Uit wetenschappelijke studies blijkt dat dit de limiet is om de ergste gevolgen van klimaatverandering te voorkomen. De rijke en ontwikkelde landen willen gaan tot een reductie van 15 tot 23% van hun emissies in 1990 tegen 2020. Dat is ver onder de 25 tot 40% reductie die door wetenschappers en activisten wordt aanbevolen en vormt één van de grote struikelblokken om tot een consensus te komen.

De 200-pagina's tellende onderhandelingstekst bevat dus nog heel wat punten waarover nog geen overeenkomst is. Na deze ronde komt er nog één topoverleg in Barcelona maar alles wijst erop dat een akkoord in Kopenhagen een moeilijke bevalling wordt.

Want er is ook nog een tweede heikele punt, de  financiering van klimaat-gerelateerde projecten die de ontwikkelingslanden moeten doorvoeren om zich deels aan te passen en ook hun emissies te beperken. Ook hier beweegt er niks. Nou, er is één voorstel waarvoor de industrielanden hevig lobbyen: de vermarkting van koolstof emissies.

Koolstofmarkten, ook bekend als compensaties, zijn een nogal complex concept, maar het komt erop neer dat grote vervuilers ongestuurd kunnen doorgaan zolang ze zogenaamde vervuilingsrechten (carbon credits) kopen in landen die de broeikasgassen in de atmosfeer kunnen opvangen, zoals d.m.v. bossen. De rijke landen kopen of leasen bossen in arme landen en meten hoeveel koolstof of broeikasgassen ermee kan opgevangen worden. Een nogal bedenkelijke praktijk.

Op deze manier vermindert de uitstoot niet en kunnen vervuilers er zelfs nog aan verdienen omdat zowel de vervuiling als de compensatie ervan verhandeld kunnen worden. Klinkt creatief, toch? Het strafste is dat de  rijke landen dit mechanisme naar voor schuiven voor de financiering van de klimaatprogramma's.

De rijke landen ontlopen zo reële reducties en ontsnappen aan hun verantwoordelijkheid om broodnodige fondsen te verstrekken voor vorming en technologieoverdracht die de ontwikkelingslanden moeten toelaten over te schakelen naar een lage koolstofeconomie, of zels nul-emissie.

Vele landen in ontwikkeling zijn immers export-afhankelijk, met fabrieken die vaak van buitenlandse bedrijven zijn of op zijn minst produceren voor de markten van de rijke landen. Daarom is het absoluut noodzakelijk dat deze landen steun krijgen om hun economieën te heroriënteren zonder die te ontwrichten en de arbeiders hun job te ontnemen. Ook de ontwikkelingslanden zijn klaar voor groene jobs.

Daarbovenop willen de rijke landen dat de internationale financiële instellingen (IFI's) zoals de Wereldbank, het IMF en de regionale ontwikkelingsbanken, zoals de ADB, deze fondsen beheren. Dit druist in tegen het standpunt van de ontwikkelingslanden: klimaatfondsen moeten beheerd worden door het UNFCCC-proces. De IFI’s hebben een ontzettend  gebrek aan geloofwaardigheid, want zij zijn de auteurs van rampzalige programma's en projecten in het Zuiden.

Het blijft een moeilijke opdracht om tot consensus te komen, maar niets is onmogelijk. De fundamenten liggen er, als alle landen hun verplichtingen van de VN-overeenkomsten, zoals Protocol van Kyoto en Bali Action Plan nakomen zou het moeten lukken. Het valt echter af te wachten of deze Bangkok-ronde alsnog een positieve wending krijgt. Zonder vooruitgang dreigt Kopenhagen bij voorbaat een mislukking. Ban Ki-Moon, de secretaris-generaal van de VN zei hierover het volgende: "Indien we in Kopenhagen geen globaal akkoord bereiken is dit moreel onvergeeflijk, economisch kortzichtig en politiek onverstandig."

 

vrijdag 2 oktober 2009

Zwemmen in klimaatsoep


Vandaag is de derde dag van de tussentijdse vergaderingen van de UNFCCC hier in Bangkok (zie ook officiële site van de meetings' ), die loopt van 28 september tot 9 oktober. Van insiders vernamen we dat de standpunten op heel wat domeinen eerder sterker gaan uiteenlopen dan naar elkaar toegroeien. Het doet toch wel vragen rijzen bij de ernst van onze regeringsleiders, beseffen die wel voldoende dat het redden van onze planeet aarde op het spel staat.


 
Blijkbaar is ‘hoogdringend’ een relatief begrip bij de onderhandelingen over klimaatverandering. Op het moment dat de kwetsbare en arme landen hopen dat er een snel een akkoord kan bereikt worden om de verwoestende gevolgen tegen te gaan, lijken de rijke en ontwikkelde landen volop hun tijd te nemen om tot concrete afspraken te komen over de vermindering van hun emissies  en de financiële bijstand. Terwijl er nog maar eens gepraat wordt, ploeteren duizenden slachtoffers nog steeds in de modder na de passage van de verwoestende tyfoon in Zuidoost-Azië .

Je hebt wellicht gehoord over de tropische storm ‘Ketsana’ in de Filippijnen die afgelopen weekend gigantische overstromingen veroorzaakte, huizen verwoestte, meer dan 270 doden achterliet en 500.000 daklozen in Metro Manilla. In 6 uur viel 350 mm regen, het maandelijks gemiddelde, ter vergelijking, in België valt gemiddeld 750 mm per jaar. Je kan je inbeelden dat met zo’n zondvloed bijna alles blank komt te staan.  

De tyfoon trok daarna over Vietnam en is nu in Cambodja. Ook daar is de verwoesting groot en vallen er slachtofers.  Wetenschappers voorspellen dat omwille van de opwarming de tropische stormen zullen toenemen in aantal en in kracht.  Landen in en langs de Stille Oceaan, worden nog meer kwetsbaar voor overstromingen en periodes van droogte; zowel El Nino en La Nina treffen dus in eerste instantie de landen in ontwikkeling van Azië, Latijns-Amerika en de Pacific.

Is dit geen sterk signaal van de natuur dat er iets gedaan moet worden, en snel? Helaas, zoals de tyfoon-slachtoffers in mijn thuisland letterlijk voor hun leven hebben moeten zwemmen, zwemmen de afgevaardigden hier figuurlijk in een klimaat-jargon-soep. Er wordt hier eindeloos doorgepraat over CDM, DRR, LULUCF, REDD, ppm, CTI, en AWGLCA, ondertussen moet de bevolking in de ontwikkelingslanden vechten voor hun voortbestaan.

Maar nee, zeggen de EU, de VS en andere rijke landen, jullie hoeven alleen maar een beetje langer te wachten, want we kunnen onze uitstoot niet zomaar verminderen en de middelen overdragen om klimaatprogramma’s te financieren, kan enkel als jullie volgen wat wij ‘voorstellen’.

Bij een dergelijk scenario is er een hoop werk te doen om ‘in de marge’ druk te zetten en te lobbyen. Op die manier krijgen de onderhandelaars van de progressieve ontwikkelingslanden een steuntje in de rug. Dit onderstreept ook het belang van de parallelle klimaatconferentie georganiseerd door sociale bewegingen, ngo’s en netwerkenen die tot doel heeft een consensus tussen actiegroepen in Noord en Zuid te bereiken en  gemeenschappelijke eisen te formuleren.  Dit platform dient als basis voor campagne en lobby-inspanningen op lokaal, nationaal, regionaal en mondiaal niveau.

Een van de workshops die ik heb bijgewoond was de internationale strategiebijeenkomst rond klimaat en financiën, waar groepen uit Afrika, Latijns-Amerika, Azië, Europa en Noord-Amerika zijn overeengekomen om verder campagne te voeren voor herstelbetalingen ter compensatie van  de historische ‘klimaatschuld’. Dit concept verwijst naar de reeds geconsumeerde klimaatruimte door de rijke landen, hun emissies en de exploitatie van het milieu, waaronder de rest van de wereld te lijden hebben. Dit concept wint langzaam terrein, ook binnen de officiële besprekingen. Bolivia heeft dit voorstel formeel op tafel gelegd, en een aantal landen ondersteunen dit.


Er was rond een aantal standpunten duidelijke eensgezindheid:
• de erkenning van de historische verantwoordelijkheid van het Noorden en de verplichting om herstelbetalingen voor de ecologische schuld te garanderen, met inbegrip van de klimaatschuld, aan het Zuiden;
• de creatie van alternatieve financieringsmechanismen en stromen die het bovenstaande erkennen en de soevereiniteit en de rechten van de volkeren en de natuur respecteren, beschermen en bevorderen;
• de stopzetting van de betrokkenheid van de Internationale Financiële Instellingen (zoals Wereldbank) bij de klimaatfinanciering, en andere financiële mechanismen die klimaatverandering versnellen en de milieu en andere schulden verhogen;
• de afwijzing van marktconforme instrumenten, zoals emissierechten, omdat zij de klimaatcrisis niet oplossen, maar integendeel de klimaatschuld verhogen en de industrielanden toelaten om aan hun verplichtingen te ontkomen door ‘schone lucht’ te kopen in oa het zuiden.


Om deze eensgezindheid kracht bij te zetten werd een mobilisatie georganiseerd aan de VN-gebouwen in Bangkok. Op deze manier werd nog meer steun gezocht bij andere groepen en het was ook bedoeld als een hart onder de riem voor de standpunten van de progressieve onderhandelaars uit Zuid-landen.

Naarmate de de officële gesprekken vorderen zullen er nog meer stemmen binnen en buiten het UNFCCC aan bod komen, ook de bedrijfswereld is hier uiteraard aanwezig, om maar één voorbeeld te geven. Het is aan de beleidsmakers om de juiste prioriteiten te leggen.  Voor 11.11.11 is de keuze duidelijk, wij steunen de eisen van de kwetsbare bevolkingsgroepen in het Zuiden die smeken om Climate Justice (klimaatgerechtigheid). Dit recht dreigt te worden opgeofferd in de naam van valse oplossingen voor het klimaatprobleem waarmee de rijke landen hun historische verantwoordelijkheid willen ontlopen.

 

Frances T Lo

11.11.11. Asia Desk