dinsdag 30 november 2010

Japan geeft slechte aftrap op opening van klimaattop

Terwijl Tuvalu eerder een oproep deed om het Kyoto protocol nieuw leven in te blazen , "Give life to Kyoto Protocol or take lives of people in vulnerable island countries", ging Japan volledig de andere richting uit op de eerste dag van de klimaatconferentie. Japan stelde tijdens de openingsplenaire van de Ad Hoc Working Group bij het Kyoto Protocol ronduit dat het zich onder geen enkele voorwaarde zal verbinden tot nieuwe doelstellingen voor emissiereducties onder een tweede verbintenisperiode van het Kyoto protocol. De eerste verbintenisperiode loopt af in 2012.

"Japan will not inscribe its target under the Kyoto protocol on any conditions or under any circumstances. The Kyoto protocol will not deliver a truly global outcome. Only the LCA can do this", zo luidde het. De LCA is het parallelle onderhandelingsspoor. Een reeks industrielanden heeft voorbehoud tegen een Kyoto 2 (bijvoorbeeld Canada, Australië en Nieuw-Zeeland), maar Japan is de eerste die categoriek weigert om een tweede verbintenisperiode te ratificeren. Dat is een opdoffer voor de ontwikkelingslanden, die een Kyoto protocol 2 als een prioriteit zien in de onderhandelingen. Het is immers het enige bestaande internationale kader met wettelijk bindende reductiedoelstellingen voor de industrielanden.

Deze mededeling van Japan op de eerste dag van de onderhandelingen kan het vertrouwen tussen de ontwikkelde en ontwikkelingslanden een stevige knauw geven, nu men juist tot een "gebalanceerd" pakket van beslissingen tracht te komen in Cancun. In plaats van verder te bouwen op het bestaande bindende kader van het Kyoto Protocol voor emissiereductie van industrielanden, zet Japan een radicale stap terug.

Saar Van Hauwermeiren (Oxfam)

Op straat voor het klimaat

Gisteren werd de aftrap voor de VN-klimaattop te Cancùn (Mexico) gegeven. Tijdens deze top - in het jargon de 'zestiende Conferentie van de Partijen aan het VN-klimaatverdrag' of kortweg de 'COP16' - moeten de landen bewijzen dat ze hun nationale belangen kunnen en willen overstijgen om te komen tot een adequaat, eerlijk en bindend klimaatakkoord. De ondermaatse resultaten van de vorige top te Kopenhagen deden het tegendeel vermoeden en leidde tot een kater van jewelste bij klimaatactivisten, onderhandelaars en de publieke opinie. Te Cancùn staat er dan ook veel op het spel: het vertrouwen in het onderhandelingsproces en tussen de partijen moet hersteld worden en dat kan alleen door concrete vooruitgang te boeken in de onderhandelingen.


De onderhandelingen kabbelen voort terwijl voor
veel mensen in het Zuiden het water hen bijna letterlijk
aan de lippen staat (Foto: Sarah Vaes)

Maar niemand durft nog te hopen op een 'all-in' globaal klimaatakkoord te Cancùn. Het fiasco in Kopenhagen, de moeizame vooruitgang tijdens de tussentijdse onderhandelingsessies en de nieuwe politieke machtsverhoudingen in de Verenigde Staten na de recente verkiezingen hebben de verwachtingen laag gehouden. Dit gebrek aan ambitie is moeilijk te verkroppen wanneer men weet hoe beperkt de tijd voor actie is en hoeveel mensen in het Zuiden de gevolgen van klimaatverandering nu al aan den lijve ondervinden.


De actie 'zing voor het klimaat' op
28 november te Brussel (Foto: Oxfam)
Met een gezonde dosis verontwaardiging trokken zondagmiddag vertegenwoordigers van 80 verschillende organisaties uit de milieubeweging, de vredesbeweging, de Noord-Zuidbeweging en de vakbeweging door Brussel (n.a.v. de actie 'Zing voor het Klimaat'). Een duidelijk teken dat er een ruim maatschappelijk draagvlak is voor klimaatactie. Maar een kleine opkomst vergeleken met de duizenden die vorig jaar naar aanleiding van de top in Kopenhagen door de straten trokken. Een ander duidelijk teken, dat het geloof in de daadkracht van onze beleidsmakers taant. Het is nu aan onze ministers Paul Magnette en Joke Schauvliege, die de Belgische en Europese delegatie te Cancùn leiden, om ook de duizenden mensen die dit jaar niet kwamen betogen te tonen dat onze politici wel degelijk in staat zijn tot samenwerking voor een hoger doel. Te Cancùn willen wij namelijk een ambitieuze Belgische EU-voorzitter zien, die de Europese krachten bundelt en met overtuiging aan de klimaatkar trekt. Vanaf overmorgen zijn we ter plekke om aan te moedigen, om aan te porren en om de alarmbel te luiden als er kansen blijven liggen.
Wat moet Cancùn uit de brand slepen?
  • De belofte dat de "fast start" klimaatfinanciering voor de jaren 2011 en 2012 additioneel zal zijn (dus bovenop de 0,7% ontwikkelingshulp).
  • Een mondiaal klimaatfonds onder voogdij van de VN, dat de lange termijn klimaatsteun centraliseert en op een democratische manier (met volwaardige vertegenwoordiging en inspraak van de ontwikkelingslanden) beheert.
  • Garanties voor een transparante rapportering over de klimaatsteun, zowel op korte als op lange termijn, van industrielanden aan ontwikkelingslanden.
  • Een duidelijk engagement dat de klimaatfinanciering aanpassingsmaatregelen in gelijke mate moet ondersteunen als mitigatiemaatregelen.
  • Een duidelijk plan voor het aanboren van nieuwe, betrouwbare financieringsbronnen voor de lange termijn klimaatsteun.
  • Een akkoord voor bosbehoud dat ook de strijd tegen armoede en de rechten van de lokale bevolking ondersteunt, met strenge sociale en ecologische voorwaarden en met de nodige aandacht voor een gefaseerde uitbouw en capaciteitsopbouw in ontwikkelingslanden.


Sarah Vaes & Saar Van Hauwermeiren

Herexamen Klimaat te Cancùn


Sarah Vaes (VODO)


Saar Van Hauwermeiren (Oxfam)

De Verenigde Naties blaast opnieuw verzamelen voor het klimaat, ditmaal in de Mexicaanse badplaats Cancùn. Van 29 november tot 10 december scharen meer dan 190 landen zich aan de onderhandelingstafel om verder te puzzelen aan een internationaal klimaatakkoord. De top heeft veel weg van een herexamen nadat de mislukking te Kopenhagen (2009) het onderhandelingsproces op haar grondvesten deed daveren.



VODO, 11.11.11. en Oxfam Wereldwinkels stuurden Sarah Vaes (VODO) en Saar Van Hauwermeiren (Oxfam) naar Cancùn om de onderhandelingen van dichtbij op te volgen. Kan COP16 de klimaatonderhandelingen nieuw leven in blazen? Neemt de EU, ditmaal met België als kapitein, haar verantwoordelijkheid? Volg het hier!



Saar Van Hauwermeiren & Sarah Vaes

maandag 8 november 2010

RD Congo- VRT en Metro op de marché de la liberté


Robert Mabala leidt journalisten rond op de "markt van de vrijheid", één van de grootste markten van Kinshasa.
Alle goederen uit het binnenland, hoofdzakelijk uit de provincie Bandundu, komen hier toe. Ze liggen zij aan zij met allerlei importproducten. Ook diepgevroren kip en vis uit het buitenland worden hier verkocht.

RD Congo -Ontmoeting met de CARG


Robert Mabala, sec.gen. van de CNONGD, ontmoet de CARG van Kenge. Kenge ligt 275km oostwaarts van Kinshasa in de provincie Bandundu. Mabala brengt er verslag uit over de campagne: de eisen, de ontmoeting met de nationale minister van landbouw en hoe de basis kan opkomen voor haar rechten... Bandundu heeft troeven op landbouwgebied, met uitgestrekte gronden en haar ligging tussen Kinshasa, met 9 miljoen inwoners en de Kassai provincies, met snel groeiende steden zoals Mbuji Mayi.
De CARGs zijn landbouwraden die bestaan uit 2/3 civiele maatschappij - landbouwers, basisorganisaties, landbouwingenieurs, vrouwenorganisaties - en 1/3 publieke sector (lokale autoriteiten, landbouwscholen,...).
Benoît Van Maele, 11.11.11

woensdag 3 november 2010

Rwanda. Lancement de la campagne de plaidoyer sur l’agriculture


Après une activité de recherche sur les investissements agricoles faits par le Gouvernement rwandais en milieu rural vis-à-vis de l’OMD1, les organisations de la société civile rwandaises CCOAIB, PROFEMMES/ TWESE HAMWE et AJPRODHO rentrent, depuis le 15 octobre 2010 dans une phase de campagne de plaidoyer sur l’agriculture au Rwanda.

Eliminer l’extrême pauvreté et la faim, tel est le premier objectif du Millénaire pour le Développement qui a retenu l’attention de ces organisations pour voir dans quelle mesure le Rwanda s’attèle à combattre ce fléau qui menace un bon nombre de familles un peu partout dans le pays.
Plus de 115 organisations membres du CCOAIB, PROFEMMES/TH et AJPRODHO, les organisations locales et internationales œuvrant au Rwanda ainsi que des médias viennent d’être mobilisés pour sensibiliser la population et les autorités à chercher des solutions pratiques au problème d’insécurité alimentaire et de pouvoir d’achat faible. Des visites sont prévues pour rencontrer des autorités du pays et des partenaires au développement à savoir les ministres au Ministère de l’Agriculture et des ressources animales, au Ministère des Finances et de la planification économique, au Ministère du Commerce, les parlementaires (Chambre des Députés et Sénat), la Fédération du secteur privé et les partenaires au développement investis dans le secteur agricole (Ambassades, Coopération et Agences onusiennes).

La campagne est déjà médiatisée et des agriculteurs commencent s’en approprier, tel est le cas des hommes et des femmes de l’umudugudu de Rusororo du secteur Gatenga, district de Kicukiro (Ville de Kigali) qui manifestent leur soutien aux paysans agriculteurs qui mènent le combat contre la faim et la pauvreté au pays des milles collines.

Jean Bosco Senyabatera

maandag 1 november 2010

RDC- ontvangst bij de minister van landbouw



Het comité de pilotage werd op zaterdag 30 oktober ontvangen bij de minister.
Robert Mabala, Rigo Gene en Jean Marie Ngaleko (CDI Bwamanda) lichtten de campagne toe en overhandigden het rapport en campagnemateriaal- in aanwezigheid van Peter Verlinden van de VRT en een journalist van Metro.