Gisteren werd de aftrap voor de VN-klimaattop te Cancùn (Mexico) gegeven. Tijdens deze top - in het jargon de 'zestiende Conferentie van de Partijen aan het VN-klimaatverdrag' of kortweg de 'COP16' - moeten de landen bewijzen dat ze hun nationale belangen kunnen en willen overstijgen om te komen tot een adequaat, eerlijk en bindend klimaatakkoord. De ondermaatse resultaten van de vorige top te Kopenhagen deden het tegendeel vermoeden en leidde tot een kater van jewelste bij klimaatactivisten, onderhandelaars en de publieke opinie. Te Cancùn staat er dan ook veel op het spel: het vertrouwen in het onderhandelingsproces en tussen de partijen moet hersteld worden en dat kan alleen door concrete vooruitgang te boeken in de onderhandelingen.
De onderhandelingen kabbelen voort terwijl voor
veel mensen in het Zuiden het water hen bijna letterlijk
aan de lippen staat (Foto: Sarah Vaes) Maar niemand durft nog te hopen op een 'all-in' globaal klimaatakkoord te Cancùn. Het fiasco in Kopenhagen, de moeizame vooruitgang tijdens de tussentijdse onderhandelingsessies en de nieuwe politieke machtsverhoudingen in de Verenigde Staten na de recente verkiezingen hebben de verwachtingen laag gehouden. Dit gebrek aan ambitie is moeilijk te verkroppen wanneer men weet hoe beperkt de tijd voor actie is en hoeveel mensen in het Zuiden de gevolgen van klimaatverandering nu al aan den lijve ondervinden.
De actie 'zing voor het klimaat' op
28 november te Brussel (Foto: Oxfam) Met een gezonde dosis verontwaardiging trokken zondagmiddag vertegenwoordigers van 80 verschillende organisaties uit de milieubeweging, de vredesbeweging, de Noord-Zuidbeweging en de vakbeweging door Brussel (n.a.v. de actie 'Zing voor het Klimaat'). Een duidelijk teken dat er een ruim maatschappelijk draagvlak is voor klimaatactie. Maar een kleine opkomst vergeleken met de duizenden die vorig jaar naar aanleiding van de top in Kopenhagen door de straten trokken. Een ander duidelijk teken, dat het geloof in de daadkracht van onze beleidsmakers taant. Het is nu aan onze ministers Paul Magnette en Joke Schauvliege, die de Belgische en Europese delegatie te Cancùn leiden, om ook de duizenden mensen die dit jaar niet kwamen betogen te tonen dat onze politici wel degelijk in staat zijn tot samenwerking voor een hoger doel. Te Cancùn willen wij namelijk een ambitieuze Belgische EU-voorzitter zien, die de Europese krachten bundelt en met overtuiging aan de klimaatkar trekt. Vanaf overmorgen zijn we ter plekke om aan te moedigen, om aan te porren en om de alarmbel te luiden als er kansen blijven liggen.
Wat moet Cancùn uit de brand slepen? - De belofte dat de "fast start" klimaatfinanciering voor de jaren 2011 en 2012 additioneel zal zijn (dus bovenop de 0,7% ontwikkelingshulp).
- Een mondiaal klimaatfonds onder voogdij van de VN, dat de lange termijn klimaatsteun centraliseert en op een democratische manier (met volwaardige vertegenwoordiging en inspraak van de ontwikkelingslanden) beheert.
- Garanties voor een transparante rapportering over de klimaatsteun, zowel op korte als op lange termijn, van industrielanden aan ontwikkelingslanden.
- Een duidelijk engagement dat de klimaatfinanciering aanpassingsmaatregelen in gelijke mate moet ondersteunen als mitigatiemaatregelen.
- Een duidelijk plan voor het aanboren van nieuwe, betrouwbare financieringsbronnen voor de lange termijn klimaatsteun.
- Een akkoord voor bosbehoud dat ook de strijd tegen armoede en de rechten van de lokale bevolking ondersteunt, met strenge sociale en ecologische voorwaarden en met de nodige aandacht voor een gefaseerde uitbouw en capaciteitsopbouw in ontwikkelingslanden.
Sarah Vaes & Saar Van Hauwermeiren