woensdag 16 december 2009

Kopenhagen is processie van Echternach

De eerste dag van de laatste onderhandelingsweek was voor iedereen een verloren dag. Door de massale opkomst van delegatieleden en waarnemers en de slechte Deense organisatie liep alles verkeerd. Heel wat mensen-ook sommige onderhandelaars moesten noodgedwongen van 5 tot 10 uur buiten in de barre koude wachten om binnen te geraken in de conferentiezaal. Wij waren bij de gelukkigen: om 14u30 was het zover.

Net op tijd om met de Noord-Zuid vertegenwoordiging een gesprek te hebben met onze Minister van Ontwikkelingsamenwerking, Charles Michel.

Hij was samen met de EU-ministers voor ontwikkelingssamenwerking voor 1 dag naar Kopenhagen overgevlogen voor een lunchvergadering met de vertegenwoordigers van de minst ontwikkelde landen (MOL).
Inhoud van de vergadering: de financiering die door de EU-lidstaten vrijgemaakt voor de jaren 2010,2011 en 2012.
Niet te verwarren met de financiering voor na 2012 die het onderwerp uitmaakt van deze Kopenhagenkonferentie.

Na de top van vorige week hierover bevestigde premier Leterme voor de radio dat België per jaar 50 miljoen zou vrijmaken bovenop de 0,7 die voorzien zijn in het budget ontwikkelingssamemwerking. In het gesprek met Michel was deze veel minder affirmatief. Hij stelde ook dat deze discussie binnen de EU zeer moeilijk ligt omdat de meeste landen de afgesproken percentages niet halen.

Op de website van de Standaard lazen we dat Michel de aankoop van schone lucht als ontwikkelingsgeld beschouwt....
Dat is uiteraard niet onze mening: eerst en vooral moeten we hier in het Noorden onze uitstoot verminderen en moeten we het probleem niet pogen op te lossen door schone lucht te kopen. Ook niet in Afrika: Het 'klimaatgeld' moet additioneel zijn en gebruikt worden voor adaptatie en lage koolstofontwikkeling en behoud van de koolstofputten in ontwikkelingslanden.

De financiering zorgt in Kopenhagen, naast bindende uitstootreductiedoelstellingen, uiteraard voor de grootste onenigheid tussen de rijke Noordelijke grootste uitstoters en de G77 (China en de ontwikkelingslanden).

Cijfers zijn hier nog niet gevallen, dat zal voor de Ministers zijn tegen het einde van de week.
Wat wel volop in discussie zit is de wijze waarop het geld moet worden bijeengebracht en wie en hoe het moet beheerd worden.
Er zijn drie uiteenlopende meningen. De VS en de 'Umbrellagroep' vinden dat alles binnen de Wereldbank moet geregeld worden. De G77 opteren voor een international fonds met democratische vertegenwoordiging van betalers en ontvangers en weinig regels voor monitoring en controle.
Het EU standpunt ligt er middenin: een internationaal fonds - de bestaande GEF- met de regionale ontwikkelingsbanken als regionale financier en beheersorgaan.

11.11.11 pleit voor nieuw internationaal beheersorgaan dat nationale adaptatie- en mitigatieplannen goedkeurt en financiert. Met uiteraard een uitgesproken monitoring en controle van de uitvoering.
Dit fonds moet gevoed worden met internationale heffingen op vliegtuigvervoer en bunkerschepentransport (hier willen China en India niet van weten), veiling van emissierechten in het Noorden en bijkomemde heffingen omdat hier jaarlijks voorspelbare bedragen nodig zijn.

Vandaag hebben we hierover een aantal gesprekken met de verschillende ministers van Leefmilieu die vanaf vandaag alle drie in Kopenhagen zullen zijn.

Ook op de agenda staat een coördinerende vergadering met onze Congolese partners van de Reseau des ressources Naturelles die een uitgesproken standpunt hebben bepaald over de wijze waarop het bos in het Congobekken moet worden bewaard ten voordele van de plaatselijke gemeenschappen en inheemse volkeren.

Tot morgen.
Jean-Pierre De Leener