vrijdag 10 december 2010

Partners in Cancùn

De klimaattop is - naast het ideale moment om de wereld van een klimaatramp te redden - ook een belangrijke ontmoetingsplaats tussen Noord en Zuid. Tussen de onderhandelingen door kruiste mijn pad met dat van verschillende partners van 11.11.11. Dat geeft niet alleen aanleiding tot sappige discussies over de klimaatproblematiek, juiste en valse oplossingen, en het verloop (en het nut) van de onderhandelingen. Het is ook een moment voor uitwisseling van informatie over de onderhandelingsposities van de respectievelijke thuislanden.

Met Eduardo Giesen, die hier de milieuorganisaties OCLA en GAIA vertegenwoordigt, kon ik van gedachten wisselen over de evolutie van de CDM-sector in Latijns-Amerika. Het is duidelijk dat heel wat ondernemers in Latijns-Amerika fan zijn van het Clean Development Mechanisme (CDM). Dit laat hen toe met hun bedrijf of project uitstootreducties te realiseren en deze te verkopen aan industrielanden met bindende reductiedoelstellingen die meer uitstootrechten willen hebben. In de realiteit draagt een groot deel van deze projecten niet bij tot de vermindering van de broeikasgasuitstoot of tot duurzame ontwikkeling. Het is duidelijk dat de civiele maatschappij hier een belangrijk rol als waakhond te vervullen heeft.

Een andere interessante ontmoeting had ik met Alphonse Longbango van de Congolese organisatie Réseau Ressources Naturelles (RRN). Die moest niet onder doen voor mijn 'pink badge', de gegeerde accreditatiekaart die aangeeft dat je opgenomen bent in een officiële delegatie en daardoor veel meer toegang tot de onderhandelingen verschaft. In tegendeel. Sinds dit jaar werd de Congolese delegatie georganiseerd in verschillende thematische werkgroepen, waarin onderhandelaars en vertegenwoordigers van de civiele maatschappij samen de Congolese positie in de onderhandelingen bepalen. Delegaties van ontwikkelingslanden zijn, wegens een tekort aan middelen en capaciteit, vaak onderbemand. De Democratische Republiek Congo heeft van die nood blijkbaar een deugd gemaakt door de delegatie te versterken met vertegenwoordigers van de civiele maatschappij.

Sarah Vaes (VODO)