woensdag 10 september 2008

Bukavu - Oost-Congo

8 september - Om 8u ’s morgens opent de grens tussen Rwanda en Congo. Ik vroeg me af waarom die overgang tussen Cyangugu (Rwanda) en Bukavu (Congo) van 18u ‘ s avonds tot 8u ’s morgens gesloten bleef. Maar als verwende Europeaan die stilaan niet meer weet wat grenzen zijn, vond ik dat ik daar maar niet over moest protesteren. Stipt om 8u stonden we met onze bagage aan de grens. In Rwanda herkende de computer mijn paspoort. Op naar de volgende grenspost, in Congo, zo’n 200 meter verderop. Hier is geen sprake van computers. Ik heb er ook geen elektriciteit gezien. Misschien vandaar dat de grens gesloten is als het donker is? Er wordt me op het hart gedrukt geen foto’s te nemen van de grensovergang. Jammer, want dit moet je natuurlijk zien om te geloven. Een vervallen hut met vier à vijf douandebeamten die alles noteren in een dik logboek. Als ik vraag waarom ik geen foto’s mag trekken, is het antwoord: “omdat deze grenspost tot de militaire geheimen behoort”. Sarcastisch commentaar van onze Congolese medewerker, Aleki: “ ze hebben hier nog niet gehoord van Google earth”

We vertrekken onmiddellijk naar het binnenland tot zo’n 40 km buiten Bukavu. Hoewel iedereen ons meldt dat de veiligheidssituatie in de regio beter is, merk ik in de stad toch wel een eerder vijandige houding ten opzichte van de blanken. De wegen (of wat ervan overblijft) zijn in verschrikkelijke staat. Aleki, die hier geboren is, wijst er ons op dat de weg nog gelegd werd in de koloniale periode. Eens uit de stad rijden we op een verharde grondweg die recent aangelegd is door de Chinezen. Gemiddeld halen we er vlotjes 30 km per uur. Want na iets meer dan een uur bereiken we een project van ASOP. Het is één van de lidorganisaties van Crong Kivu die 11.11.11 steunt. Men vertelt ons dat er hier af en toe nog Interhamwe (ex-genocidairs uit Rwanda) rondzwerven. Toen deze milities enkele jaren geleden tot vlak bij Bukavu naderden, hadden de Congolese troepen het dorp, waar dit project gelegen is, als uitgangsbasis genomen voor het verzet. Gevolg: al het moeizaam gekweekt vee en groenten werden door het Congolese leger verorberd. Qua bescherming van het eigen leger kan dat tellen… De situatie is nu veel beter, zo legt onze Congolese partners uit, “want ze worden nu nog slechts af en toe lastig gevallen “ambeter” door de Interhamwe”…

Maar ondanks deze vervelende veiligheidssituatie is de sfeer hier minder grimmig dan in de stad. We worden hartelijk ontvangen en krijgen een rondleiding op 3 van hun in totaal meer dan 40 erven. Ze kweken er koeien, schapen, konijnen en kleine biggetjes. Met behulp van de veearts van ASOP trachten ze rassen te kweken die veel voedsel (vlees of melk) produceren en die resistent zijn tegen de klimatologische omstandigheden. De mest gebruiken ze om de té intens gebruikte landbouwgrond opnieuw te verrijken. Met succes, want hun groentenoogst kende dit jaar een hoogtepunt met op één erf 5 ton aardappelen. Eén van hun problemen was nog om hun waren goed te verkopen. Door de verschrikkelijke staat van de wegen krijgen ze hun waren moeilijk verplaatst en verkopen ze dikwijls onder de prijs. Men gaat nu ook proberen enkele prijsafspraken te maken met de boeren in de buurt om op die manier fatsoenlijke prijzen voor hun waren te bedingen.

‘ In de namiddags worden we verwacht op een “Tribune d’expression populaire”. Dit debat werd georganiseerd door onze partner CEDAC en brengt vertegenwoordigers van de civiele samenleving in contact met beleidsverantwoordelijken. Telkens wordt er een vooraf gekozen thema besproken, zodat de organisaties haar achterban vooraf kan raadplegen. Vandaag heeft men het over het thema “veiligheid” met vertegenwoordigers van het leger, de politie, de overheid en de Monuc (de VN-Vredesmacht). Na onze avonturen in de voormiddag en de verhalen van de Interhamwe en het Congolese leger, is het me duidelijk dat veiligheid een constant thema is. Al snel zien we dat iedereen zijn paraplu heeft meegenomen, De vertegenwoordiger van de overheid vond dat hij alleen uitleg verschuldigd was aan het parlement, de politie vond dat de burgers zelf mee verantwoordelijk waren met hun wild rijgedrag (sic), de Monuc had té weinig mandaat om krachtig te kunnen optreden. Toch werd het stil in de zaal bij de keiharde getuigenissen over verkrachte vrouwen, abominabele levensomstandigheden in de gevangenis en waanzinnige verhalen van plunderingen van alle legers actief in de regio. Opvallend: de kolonel van het Congolese leger nam nauwelijks het woord en trachtte zich zo klein mogelijk te maken. Toen een volksvertegenwoordiger die achter ons zat aan de verantwoordelijke vooraan in de zaal vroeg wat ze gingen doen aan de recente verdwijning van drie jonge vrouwen van rond 19 jaar, kwam er geen echt antwoord. De enige die zich aangesproken voelde was de kolonel van de Monuc die de exacte gegevens van de verdwijning nauwkeurig opvroeg en ten stelligste beloofde er onmiddellijk werk van te maken. Toch nog een lichtpuntje op het einde van een debat, waar geen eenvoudige oplossingen voor het rapen lagen. Onze partners zetten op basis van dit debat het overleg met overheid verder…

Bogdan Vanden Berghe