zondag 14 september 2008

Van Rwanda naar Burundi

11-12 september - In de voormiddag hebben we nog een laatste bezoek bij een partner in Rwanda, daarna trekken we naar de luchthaven van Kigali voor een vlucht van een half uur naar Bujumbura. De geschiedenis van beide landen is onlosmakelijk met mekaar verbonden en was recent nog erg bloedig. De genocide in Rwanda heeft veel aandacht gekregen, maar het geweld in Burundi heeft veel langer geduurd en is eigenlijk nog maar gestopt sinds 2003.

In 2005 vonden er onder internationale druk voor het eerst sinds 1993 democratische verkiezingen plaats. Het is één van de allerarmste landen ter wereld. Meer dan 60% (!) van de bevolking leeft van minder dan één dollar per week. Een straatarme en prille democratie, een bijzonder moeilijke voedingsbodem voor ontwikkelingssamenwerking. Vermits we hier een kantoor hebben van 11.11.11, ben ik extra gevoelig voor de veiligheidssituatie. In april nog hebben we onze verantwoordelijke in Bujumbura naar Rwanda gestuurd omdat de situatie té onveilig werd en er granaten vielen vlak bij haar woning. Er vallen nog dagelijks doden omwille van het geweld en criminaliteit hier in Burundi. Maar meer in de heuvels rondom Bujumbura. En het zijn niet alleen rebellen die zich misdragen. Door de jarenlange oorlog liggen in de hele regio de wapens voor het rapen. De soldaten die in de jarenlange burgeroorlog betrokken zijn, zijn veelal werkloos nu. Combineer dit met een erg slecht functionerend gerecht en je krijgt een erg gevaarlijke cocktail. Straffeloosheid is een smerige ziekte in dit land.

Het programma zit goed vol. Na de luchthaven trekken we onmiddellijk naar een partner die we steunen: Assocation Femmes Juristes. De organisatie geeft juridische steun aan vrouwen die mishandeld zijn en wordt geleid door een erg sterke vrouw, Patricia Ntahorubuze. Ze trachten de straffeloosheid te bestrijden door vrouwen in nood bij te staan. Er kan van alles gebeurd zijn: het seksueel geweld tegen vrouwen is hier net als in Oost-Congo erg aanwezig. Maar ook het juridisch bijstaan van vrouwen die in totale armoede achtergelaten worden door de man van hun kinderen (wat niet hetzelfde is als hun man), vergt veel van hun tijd. Ze hebben een onthaal in Bujumbura, maar ze zijn met hun juridische mobiele kantoren aanwezig in andere provincies van Burundi. Naast die rechtstreekse steun, zetten ze ook in op lobbywerk. Zo is er hier bijvoorbeeld een erg gebrekkige erfeniswet. Vrouwen kunnen niet erven. Dit betekent bij overlijden van hun man of van hun ouders dikwijls een rechtstreekse verwijzing naar de armoede. De mannen van de familie erven alles. Een totale onrechtvaardigheid, waar dankzij werk van Assocation Femmes Juristes nu wettelijk werk rond gedaan wordt in het parlement.

’s Avonds bezoeken we de woning van Barbara. Het is een relatief klein huis, maar werkelijk prachtig gelegen met een zicht op het Tanganikameer. De buurtbewoners hebben een bepaald fluitsignaal afgesproken in geval van onveiligheid. Maar we moeten ons volgens Barbara enkel zorgen maken bij grootschalige schermutselingen zoals in april van dit jaar, want het huis ligt in een veilige zone. Op het terras kunnen we samen rustig eten, voor het eerst sinds lang staat er ’s avonds namelijk niets op het programma. Ik besluit aan mijn blog te werken, maar de internetverbinding werkt niet. Gedurende het eerste jaar dat ze hier woonde werd de computer getart door de ene stroomonderbreking na de andere, wat het werk erg bemoeilijkte. Maar vandaag is het stabieler, zo blijkt. ’s Avonds, aangekomen in mijn hotel, merk ik wat ze bedoelt, de elektriciteit valt voortdurend uit. Maar er is wel (even) warm water, in tegenstelling tot bij Barbara, zo hoor ik later.

12 september. Het regent pijpenstelen. Tussen de regendruppels door vliegen miljoenen insekten. Blijbaar zitten ze bij het begin van het regenseizoen in de grond en komen ze dan massaal boven bij de eerste regendruppels. Onderweg naar boven verliezen velen hun vleugels die dan later overal terug te vinden zijn. Ik vind het wel spectaculair, maar de Burundezen (en ook Barbara) kijken er niet echt van op.

In de voormiddag hebben we een vergadering met al onze partners in Burundi voor een pilootproject dat we samen met hen willen lanceren. Samen met onze partners in Rwanda, Burundi en Congo willen we tegen 2010 een rapport opmaken om te zien hoe het staat met de vorderingen die gemaakt zijn met de beschikbare middelen. 2010 wordt een belangrijk jaar. Dan zal zeker en vast opgemeten worden hoe ver we staan bij het bereiken van de millenniumdoelstellingen, die in 2015 verlopen. Onze partners zijn enthousiast, maar dringen wel aan op extra middelen en vorming. Terecht. Het opvolgen van de overheidsbudgetten is geen gemakkelijke zaak, maar erg noodzakelijk. Op die manier kunnen er aanbevelingen gedaan worden naar de Burundese overheid, wij kunnen op onze beurt de Belgische en eventueel Europese donoren proberen overtuigen.
Het is een knap en erg effectief project, maar het zal heel wat inspanningen vergen om het rond te krijgen. Maar als het lukt is dit wel een echt partnerschap, waar 11.11.11 op verder kan bouwen. Bovendien – en dat is misschien nog het belangrijkste - wordt er dan lokaal toch heel wat capaciteit opgebouwd om overheidsfouten effectief bij te sturen.

’s Namiddags bezoeken we de ambassade in Burundi. Het is een enthousiast en realistisch team. Ons pilootproject vinden ze erg noodzakelijk in deze regio. Dirk Brems – die hier nog maar sinds 3 weken zit, na 12 jaar aanwezigheid in Rwanda, stelt vast dat er hier nog heel wat werk aan de winkel is. Maar hij relativeert ook onmiddellijk. Uiteindelijk is dit land nog maar net uit de oorlogsfase en als we de parallel zouden trekken met Rwanda – altijd gevaarlijk – dan staan ze tegen 2018, waar Rwanda nu staat. Natuurlijk op voorwaarde dat de vrede bewaard wordt. Momenteel slaagt het land erin heel wat fondsen uit het buitenland aan te trekken, 300 miljoen dollar ten opzichte van 100 miljoen dollar vorig jaar. Dat is goed, maar nog altijd veel minder dan de 600 miljoen die Rwanda nu binnenhaalt.

Daarmee zijn de kantoorbezoeken afgerond, ik kijk uit morgen opnieuw het terrein bezoeken ...

Bogdan Vanden Berghe