maandag 23 maart 2009

Water en klimaatsverandering

Op het waterforum is het thema Klimaatsverandering en adaptatie (aanpassing) één van de 6 grote thema's. Verschillende sessies werden hierover gehouden en op de waterbeurs pakken alle grote organisaties uit met brochures over adaptatie, wat eens te meer het bewijs is dat de gevolgen van klimaatsverandering zich op de watercyclus en het waterbeheer laten voelen.
Er zijn een paar zaken waarover iedereen het eens is. Duurzaam waterbeheer is voor adaptatie wat mitigatie is voor Energie. De meeste gevolgen van klimaatsopwarming hebben een link met water, de uitdaging voor de aanpassing aan de klimaatsverandering die niet meer te stoppen is, bevindt zich dus in de watersector. De Climate Change is overigens ook maar een deel van de Global Change die aan de gang is. Alle uitdagingen zijn vandaag wereldwijd – we live in a flat world – maar water is alomtegenwoordig.
De verschillende presentaties en voorbeelden uit verschillende landen tonen aan dat de problemen heel divers zijn naargelang de plek op aarde. Tijdens één van de sessies, georganiseerd door vooral Nederlanders, werden de zogenaamde 'hotspots' voorgesteld: het gaat over kleine eilanden (die beperkte natuurlijke rijkdom hebben aan water), de grote delta's (waar megasteden gevestigd zijn), de aride streken (die lijden onder elke variabiliteit van de neerslag), de hooggebergten (door de smelting van de gletsjers) en de ontwikkelingslanden. In de zaal waar zo'n 250 man/vrouw aanwezig waren werd symbolisch hierover gestemd om deze hotspots aan te nemen, met succes – en dit zal zeker worden teruggekoppeld naar de volgende bijeenkomst van IPCC in Kopenhagen. Klimaatswijziging zal ook bijna alle sectoren treffen. De belangrijkste die hierbij het meest bedreigd worden zijn de landbouw en voedingssector, de natuur en ecosystemen, de energiesector zelf (hydro-electriciteit), de sector van water en sanitatie. Hierover werd ook gestemd. Een beetje verrassend maar ook begrijpelijk is dat de sectoren zoals industrie en business, toerisme en transport ook met een grote onzekerheid naar de Climate Change kijken. Het enthousiasme om deze sectoren te erkennen als 'vulnerable' was onder de deelnemers minder groot.
Naast de geografische streken en sectoren werden ook de mechanismen aangehaald die moeten toelaten om de nodige adaptatie mogelijk te maken. Deze mechanismen slaan voornamelijk op financiering, goed beheer, evaluatie van kwetsbaarheid en milieu-impact en goede planning en coördinatie.
Het is opmerkelijk hoeveel verschillende invalshoeken en strategieën bestaan om acties te ondernemen. Maar het aantal problemen is ook niet te onderschatten: de bedreiging van stijgende zeespiegel en overstromingen in de delta-steden, de waterbevoorrading van steden zelfs in één van de rijkste staten ter wereld (Californië), de leefbaarheid (voedselzekerheid,...) in droge rurale streken, de dreigende daling van de waterbevoorrading door het afsmelten van gletsjers in grote valleigebieden stroomafwaarts (Zuid-Oost Azië, Andes), ... Maar in feite ontbreekt het op wereldschaal niet echt aan technische oplossingen om de gevolgen van CC in te perken of ervan te herstellen (in heel wat landen heeft men zich reeds kunnen herstellen van grote catastrofes en zeker de rijke landen zijn bezig met 'indijkingsplannen'), enkel ontbreekt de wil of de middelen om daar overal prioriteit van te maken of om de plannen in actie om te zetten.
Het probleem van de minst ontwikkelde landen (MOL) is dat ze niet over de capaciteit beschikken, want ze hebben niet eens de middelen aan om de noden van vandaag te beantwoorden. Duurzame ontwikkeling is hetgeen ze nodig hebben om hun kwetsbaarheid (armoede, gebrek aan onderwijs, gezondheid en water) te verminderen en zich zo beter voor te bereiden op klimaatsverandering. Dus als meer fondsen voor adaptatieprojecten vrijkomen, moet voorrang gegeven worden aan activiteiten die de gevolgen op gebied van water zullen verminderen. Het is duidelijk dat adaptatie en mitigatie aan elkaar gelinkt kunnen worden door water. Verder werd gesteld (vooral door de waterdeskundigen) dat het nu wel beter is om alle 'energie' te steken in wat men noodzakelijk acht om te doen, veeleer dan modellen te bestuderen van hoe het klimaat zou kunnen veranderen: recente studies tonen aan dat de financiële nood voor adaptatie zo'n 68 miljard euro bestaat voor de MOL-landen.
De Wereldbank zal een eerste schijf van 6 miljard $ vrijmaken voor PPCR (Pilot Program for Climate Resiliance) die projecten voor adaptatie zullen financieren. Vraag is nog in welke mate die fondsen naar de meest kwetsbare ontwikkelingslanden zullen gaan en hoe goed ze besteed zullen worden ...

Zie ook http://www.preventionweb.net/english/professional/news/v.php?id=7922